Deze dag: ‘Onverbiddellijke bestseller’ stevent af op faillissement

De poster van de opera 'Ik Jan Cremer'
De poster van de opera 'Ik Jan Cremer' © RTV Noord
Als premièredatum was 10 augustus gekozen. In de weken daarvoor werd duidelijk dat de rockopera ‘Ik Jan Cremer’ op een bankroet afstevende. Het kostte schouwburgdirecteur Ton Post en de Groningse cultuurwethouder Ate Berger hun baan. Op deze dag, 17 juli 1985, kopt het Nieuwsblad van het Noorden op de voorpagina: 'Opera ‘Ik Jan Cremer’: duurste ter wereld?'
Het gapend gat op een begroting van ruim twee miljoen gulden, bedraagt dan ongeveer een half miljoen. ‘Daarmee dreigt deze productie de Titanic van de Nederlandse theatergeschiedenis te worden’, schrijft recensent Joop Bromet in Elseviers Magazine.
Ook inhoudelijk is een debacle voor de rockopera onafwendbaar. Actrice Renée Soutendijk haakt in een vroeg stadium af. Een andere beoogd hoofdrolspeelster, Simone Kleinsma, geeft na lezing van het script onmiddellijk haar rol terug.
De productie is tot stand gekomen dankzij bemoeienis van theaterproducent René Solleveld en de Groningse schouwburgdirecteur Ton Post. Bromet typeert Post als ‘overambitieus’. Tijdens de voorfinanciering heeft de directeur ten onrechte een bedrag van 270 duizend gulden overgemaakt aan de Stichting Ik Jan Cremer. ‘Een schoonheidsfoutje’ noemt hij dat in een reactie.
Producent René Solleveld blijkt een imposante lijst van mislukkingen op zijn naam te hebben staan; De Rocky Horror Show en Dracula werden zelfs meteen na de première wegens liquiditeitsproblemen gestopt. Niettemin lobbyde Ton Post in zijn functie van voorzitter van de Vereniging van Schouwburgdirecteuren bij zijn collega’s met succes voor het in productie nemen van ‘Ik Jan Cremer’, met de Fries Peter Tuinman in de hoofdrol.
In 1964 kwam het eerste deel van de roman uit. Twee jaar later verscheen ‘Ik Jan Cremer, Tweede Boek'. De publicaties zorgden voor veel controverse, waardoor Cremer grote bekendheid verwierf. Het boek is een moderne schelmenroman, gepresenteerd als autobiografie, gebaseerd op persoonlijke ervaringen van de auteur. Vooral de expliciete beschrijvingen van Cremers’ seksuele belevenissen in het tweede deel zorgen voor opschudding.
Critici verguisden het tweeluik unaniem, vanwege het ‘gebrek aan literaire kwaliteit’. Niettemin bereikte het een voor Nederland ongekend hoge oplage en zorgde voor een internationale doorbraak van de auteur als schrijver en beeldend kunstenaar. Jan Cremer bedacht zelf om op de kaft de toevoeging ‘onverbiddelijke bestseller!’ af te drukken. Dat werd het uiteindelijk ook.
Twintig jaar later bewerken Lennart Nijgh en Gerard Stellaard de boeken van Cremer tot ‘rockopera die slechte recensies kreeg en geen succes werd’, zoals de bondige samenvatting op Wikipedia luidt. Cultuurwethouder Berger gaf toestemming om meer dan twee ton uit het gemeentelijk theaterbudget vrij te maken voor het project. De gemeenteraad weet van niets. ‘Het stadhuis ontploft als deze constructie in de openbaarheid komt’, schrijft Menno Hoexum in het Dagblad bij een terugblik op de gebeurtenissen, twintig jaar later.
Wethouder Berger kondigt precies drie maanden na deze dag, op 17 oktober, zijn vertrek aan. Vanwege de naderende verkiezingen komt er voor hem geen opvolger meer in het college. Veel sponsors trekken hun eerder toegezegde bijdragen in. De Oosterpoort, de Stadsschouwburg en de Martinihal worden voortaan ondergebracht in een nieuwe gemeentelijke Dienst Kunst en Cultuur. Daarmee wordt schouwburgdirecteur Post buitenspel gezet.
Het is sinds deze dag, 17 juli 1985, duidelijk dat een fiasco met de voorstelling ‘Ik Jan Cremer’ onvermijdelijk is. De gemeente Groningen blijft met een niet meer in te vorderen schuld van 760 duizend gulden achter. Nadat de rockopera enkele malen is opgevoerd, vraagt de Stichting ik Jan Cremer in november alsnog het faillissement aan.