Archeoloog geniet van 'unieke' vondsten bij Adorp: 'We moeten dit openbaar maken'

Omdat de wierde bij Adorp is aangemerkt als Rijksmonument en de wens er ligt om er een fietspad aan te leggen, was eerst historisch onderzoek nodig. Tijdens het bodemonderzoek dat volgde, kwam er veel oud materiaal naar boven.

‘Dit is iets wat je als archeoloog maar één keer in je leven meemaakt’, zegt Pleszynski, onderzoeksleider?van de opgravingswerkzaamheden. ‘Het bijzondere is dat hier nog nooit eerder is gegraven. De bodem is dus nog intact. Hier is het laag op laag op laag. We zijn nu anderhalve meter diep en we vinden nog steeds kratten vol met aardewerk.’

Ter illustratie toont de archeoloog een spinklos, een medisch instrument en een spinsteentje. Wat hij de bijzonderste vondst vindt? ‘De spinsteentjes zijn wel heel grappig. Dat zijn hergebruikte scherven van een pot. Die werden gebruikt als spelschijfjes.’

Hoe kan het eigenlijk dat er die plek in Adorp nog nooit is gegraven? ‘De wierde is door erosie wel wat afgevlakt en de grond is al lange tijd als akker in gebruik. Er is nog nooit echt diep gegraven. Er is weleens gegraven - dat was voor een spoorlijn - maar toen werd archeologisch onderzoek nog niet zo veel gedaan. Die spoorlijn ligt er al heel lang. Ze zullen best wat gevonden hebben, maar ze hadden toen niet de kennis van nu.’

In de jaren 20 en 30 kregen de opgravingen bij de wierde van Ezinge internationale aandacht. Hert zijn de grootste en belangrijkste opgravingen die ooit in Groningen gedaan zijn. Volgens Pleszynski is de historische waarde van nu met die van toen te vergelijken. ‘Dat was eigenlijk één van de eerste commerciële opgravingen. Degene die de opgravingen leidde, betaalde z'n arbeiders toen uit met de vondsten.’

‘In Ezinge werd voor het eerst duidelijk dat men hier in de ijzertijd en de Romeinse tijd niet in primitieve hutten had gewoond. Er werden resten van vele grote boerderijen gevonden, waarin vaak nog stalboxen herkenbaar waren. Ik denk dat deze opgraving bij Adorp over honderd jaar ook nog steeds bekend is.’

Rest de vraag wat er nu met al dat moois gaat gebeuren. ‘We gaan eerst nog in alle ophogingslagen zoeken, want misschien vinden we nog wel veel meer. Er is 1900 jaar niets gebeurd. We moeten dit openbaar maken. We zijn al in gesprek met Museum Wierdenland, dat lijkt een logische plek voor een expositie.’