'Wilt u wel mijn mama zijn, vroeg Abdulkader. Jawel hoor, zei ik...'

Als Sineke Meering uit Oude Pekela de beelden van Afghaanse vluchtelingen ziet, dan gaan haar gedachten onwillekeurig terug naar zeven jaar geleden, toen zij en haar gezin zich ontfermden over de Syrische vluchteling Abdulkader Jelou.
Jelou is intussen een succesvolle garagehouder in nu nog Winschoten en straks Veendam. In 2014 nog maar had Jelou helemaal niks toen hij na een (voet)tocht van twee maanden moederziel alleen in Nederland aankwam.

Opperste wanhoop

Ook Jelou blijft niet onbewogen als hij nu beelden van Afghaanse vluchtelingen ziet. 'Dan komt automatisch Syrië op in mijn hoofd', zegt hij. Abdulkader snapt ze heel goed, de mensen die in Kabul in opperste wanhoop achter een vliegtuig aanrenden.
Ik had destijds geen idee over het land waar ik terechtkwam. Dat hebben deze Afghanen ook niet
Abdulkader Jelou
'Ik ben veilig', dacht hij, op de eerste dag dat hij in Nederland arriveerde. 'Maar over hoe of wat er verder allemaal gebeurde weet ik niets meer.'
Dat komt, zegt hij, doordat veel voor hem in het vreemde Nederland onbekend was. Over de te volgen asielprocedure bijvoorbeeld, maar ook over de toestand van zijn in Syrië achtergebleven familie.
Jelou: 'Die mensen uit Afghanistan hebben geen idee, zoals ik destijds ook geen idee had over het land waar ik terecht was gekomen. Over het systeem, over hoe alles hier werkt.'

Goede begeleiding belangrijk

Goede begeleiding is op zo'n moment belangrijk. Abdulkader had wat dat betreft geluk, want hij liep in Nederland Sineke Meering uit Oude Pekela tegen het lijf. Meering stond als maatschappelijk begeleider vluchtelingen bij.
Sineke Meering uit Pekela over de situatie in Afghanistan: 'Een drama'
'Een heel groot drama. Het is verschrikkelijk', zegt Meering over wat er momenteel in Afghanistan gebeurt. 'Ik zou er zo naartoe willen om te helpen, maar dat kan natuurlijk niet. Je kunt er toch niks doen.'
Doar hest dat mens mit heur zwarten, hoorde ik achter m'n rug. Trek ik me niks van aan
Sineke Meering
Sineke Meering mag Abdulkar Jelou haar zoon noemen. Prachtig verhaal: 'We moesten vluchtelingen destijds nog fysiek aangeven bij de gemeente, in dit geval Veendam. Hij zat naast me in de auto op weg naar het gemeentehuis, en legde opeens zijn hand op mijn arm en vroeg: 'Wilt u wel mijn mama zijn?' Nou, wat zeg je dan? Jawel hoor. We kenden elkaar op dat moment maar net.'

Gewoonste zaak van de wereld

Sineke Meering twijfelde geen moment. 'Ik vind dat de gewoonste zaak van de wereld. Mijn man en dochters trouwens ook. Wij waren altijd al een opvanghuis. Jaren geleden hebben we ook al een jongen uit Zaïre opgevangen, die ging ook met ons op vakantie. Dat vindt mijn gezin heel gewoon, dat wij dat doen. En dat is het ook. Ik geef om mensen die in nood zitten. Ik vind het heel gewoon dat je die helpt.'
In Oude Pekela denkt overigens niet iedereen er zo over. 'Bij ons in Pekela waren op een gegeven moment heel veel Somaliërs. 'Doar hest dat mens mit heur zwarten', hoorde ik achter m'n rug. Maar daar trek ik me helemaal niks van aan. Helemaal net niks.'

In de steek gelaten

Of er door Nederland genoeg wordt gedaan voor de Afghanen? Meering moet op haar tong bijten.
Doorzetten en niet stoppen met vooruit kijken. Je kans komt wel
Advies van Abdulkader Jelou aan Afghaanse vluchtelingen
Nee, de Nederlandse regering heeft niet genoeg gedaan, vindt ze. 'Ze hebben het zien aankomen. Ze hadden veel eerder moeten ingrijpen. Ze wisten dat die mensen die voor hun werkten in nood verkeerden. Maar ze hebben ze in de steek gelaten. Dat ambassadepersoneel helemaal. Die zijn er gewoon vandoor gegaan, terwijl die Afghanen zonder paspoort bleven zitten.'
Verschrikkelijk, zegt ze. 'Je zal er maar tussen staan, met je kindertjes...'

Geduld hebben

Met Abdulkader Jelou is het uiteindelijk helemaal goed gekomen. 'Al is ook hij twee maanden onderweg geweest hoor', zegt Meering.
Het advies van Jelou aan de Afghaanse evacuees van nu: 'Veel geduld hebben, doorzetten en niet stoppen met vooruit kijken. Je kans komt wel.'