Natuurorganisaties gaan in beroep tegen bouwplannen Suikerzijde

Enkele jaren geleden stonden er nog stadsnomaden op de voormalige vloeivelden
Enkele jaren geleden stonden er nog stadsnomaden op de voormalige vloeivelden © Martin Nuver/112 Groningen (archief)
De bouw van duizend woningen op de oude vloeivelden van de voormalige suikerfabriek in Groningen gaan ten koste van weidevogels. Dat vinden natuurorganisaties en daarom gaan ze in beroep bij de Raad van State.
De Natuur en Milieufederatie Groningen, Collectief Groningen West, Het Groninger Landschap, Vleermuiswerkgroep Groningen, Natuurmonumenten, IVN Groningen-Haren, KNNV Groningen, Avifauna Groningen en Bomenstichting melden op hun gezamenlijke website 'teleurgesteld te zijn in deze aantasting van bestaande natuurwaarde'. Ook zeggen ze veelvuldig te hebben aangeboden om samen met de gemeente Groningen te werken aan alternatieven.

'Ecologisch onderzoek van de gemeente schiet tekort'

De organisaties gaan in beroep bij de Raad van State. Ze hebben een contra-expertise laten opstellen door ecologisch onderzoeksbureau Ecosensys. Uit dat rapport zou blijken dat 'de ecologische onderzoeken in opdracht van de gemeente Groningen tekort schieten, dat voorgestelde compensatieplannen fundamenteel ontoereikend zijn en dat de aantasting van het weidevogelgebied in polder Oude Held grote negatieve gevolgen heeft en onnodig is'.

Net zoveel woningen in milieuvriendelijk alternatief

De alternatieven die de organisaties hebben gepresenteerd zijn in hun ogen natuurvriendelijker zonder één woning minder te bouwen. Er is vooral kritiek op het natuurcompensatieplan van de gemeente. De vloeivelden hebben zich ontwikkeld tot een natuurgebied. Om het verlies van dat gebied te compenseren, moet een ander gebied voor natuur worden gereserveerd. Dat zou een stuk land zijn waar nu veel weidevogels zijn. Maar de dieren die uit het vloeiveldgebied worden verdreven, kunnen daar niet ook terecht, vinden de natuurorganisaties.
Ze doen een dringend beroep op zowel de gemeente als de provincie om op basis van de contra-expertise nogmaals in overleg te gaan.