Bettine Vriesekoop geeft tafeltennisclinic in Middelstum: 'Het gaat om de derde helft'

Kennelijk betekent 'de derde helft' bij het tafeltennis iets anders dan bij het voetballen. 'Het gaat om de ouderen', legt Vriesekoop uit. 'Wij noemen dat ook wel de derde helft. Dus mensen die met pensioen zijn, die kinderen en kleinkinderen hebben.'

Uiteindelijk hoopt Vriesekoop dat haar 'bewegingstherapie' doorsijpelt richting de eerste (kinderen) en tweede helft (volwassenen). 'Maar vooral voor de derde helft is dit superbelangrijk. Zij zorgen uiteindelijk toch vaak voor de contributie en de vrijwilligerstaken.'

Vooral ook bij die derde helft is Vriesekoop een bekende verschijning. 'Deze generatie heeft mij gekend, die hebben mij gevolgd. Bij hen heb ik echt een ingang. Bij die mensen merk ik ook dat ik inspireer door mijn verhalen, door te vertellen hoe fantastisch goed tafeltennis voor je is.'

Het is ook lekker laagdrempelig, weet Vriesekoop. 'Voor heel veel sporten hebben ze 'walking' gezet. Walking voetbal, walking hockey, walking tennis. Bij ons hoeft dat niet. Als je tafeltennist op een wat lager niveau, kun je dat gewoon walkingsgewijs doen.'

In Middelstum kwam Vriesekoop vrouwen tegen die zeiden dat ze zeker twintig jaar geen batje meer in handen hadden gehad, maar die beloofden nu weer te gaan tafeltennissen.

'Fantastisch toch? Dat heeft mij een heel goed gevoel', lacht de voormalig kampioene. 'Dan doe ik dit tenminste niet voor niks.'

Harma de Vries bijvoorbeeld, is weer helemaal enthousiast geraakt om het batje ter hand te nemen. 'Dit is een droom', zegt ze. 'Ik heb vroeger getafeltennist en heb altijd tegen haar opgekeken, en ik nu krijg ik ineens weer zin om te tafeltennissen. Dat is toch geweldig?'