Column: Bijzondere voorzitter

Ik scan de RTV Noord-emailbak deze week net iets vaker dan normaal. Pas als de formele aankondiging binnenkomt, zal ik het echt geloven. Meestal mailen ze een dag of twee van te voren, weet een collega te vertellen.
Of we er dan ook een berichtje over maken, vraagt ze me. Geen idee, antwoord ik, doen we dat normaal gesproken dan?
Ik weet het sinds eind augustus al. Zijn goede vrienden bellen me of ik af kan spreken. Het heeft geen haast, maar is wel belangrijk en vooral ook: geheim. En zo beland ik op een dinsdagmiddag aan een keukentafel in Paddepoel. Of ik weet dat de door mijn vader opgerichte volleybalvereniging vijftig jaar bestaat dit jaar en dat ze hun trouwe voorzitter graag in het zonnetje willen zetten.
De collega's Alice, Eva, Martijn en Geert Jan vertellen op zondag een mooi verhaal, tot Erik Hulsegge terug is van vakantie. Vandaag is de beurt aan Eva Hulscher.
Natuurlijk weet ik het. Zolang als ik leef - en langer - vertrekt mijn vader elke donderdagavond tegen half tien ‘s avonds naar de sporthal even verderop. Het recept is al vijftig jaar hetzelfde: een paar sets volleyballen en daarna naar de kroeg. Twee rondjes en wie jarig is trakteert op bitterballen. Zijn vrijdagochtend is altijd wat zwaarder dan de rest van de week.
Paddevol heet de club, een simpele samenvoeging van de wijk en de sport, opgericht door twee beste vrienden; de één boomlang, mijn vader klein als Avital Selinger. Met de lengte der jaren wint Paddevol aan kracht. De club krijgt een vaste kern, vriendschappen groeien en dwarsverbanden ontstaan: een apart biljartgroepje, een eetclub, een jaarlijks Ameland-weekend. Paddevol blijft overeind, ook als vrienden veel te vroeg overlijden, chronische blessures ontstaan en nieuwe leden aansluiten.
We hebben typische mannenhumor, vertelt hij me, al stralend bij de gedachte aan de komende anekdotes. Hoe ze elkaar moeiteloos uit concentratie brengen op het veld en hoe ze met scherpe tong het leven doornemen in de kroeg. Het zijn dezelfde grappen, dezelfde gewoontes, dezelfde onhebbelijkheden, de vaste posities op het veld en in de groep en het vertrouwen die Paddevol vormen. Waar ze niet uitkomen, laten ze aan de voorzitter, want dan komt het goed.
Hij zal zich er maar gedeeltelijk verantwoordelijk voor voelen. Het gaat hem makkelijk af; organiseren, leiden, inspireren of simpelweg iemand bijstaan. Ach, ik vind dat niet zo moeilijk, zegt hij zelf, alsof het dan minder van waarde is. Dat juist die vanzelfsprekendheid hem bijzonder maakt, krijg ik deze weken vaak te horen.
Het geheime gesprek aan de keukentafel in Paddepoel is om mij een opdracht te geven: nodig uit van wie jij denkt dat ze erbij moeten zijn. Het blijkt een dankbare klus. Aanvankelijke verwondering gaat in ieder gesprek al snel over in uitgelatenheid en bevestiging: ja, ze willen erbij zijn! Deze bijzondere man verdient het.
Nu staat hij daar, omringd door zijn naasten. Terwijl de burgemeester het lintje opspeldt, weet ik: mijn vader is niet onopgemerkt gebleven.