Koolzaad heeft te lijden onder het verdwijnen van zure regen
Het klinkt wat tegenstrijdig, maar het verdwijnen van de zure regen pakt negatief uit voor koolzaad. Hoe zit dat precies?
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was het een groot probleem: zure regen. Die werd veroorzaakt door de zware industrie die zwavelgassen uitbraakte. Bossen en andere vegetatie liepen groot gevaar. Er werd ingegrepen, waardoor de zure regen grotendeels verdween.
Stinkende schuimlaag op Pekelderdiep
In onze regio werd de zure regen vooral gevoed door de aardappelzetmeel- en strokartonindustrie. Die loosden eiwitrijk afval op het oppervlaktewater, waardoor er een schuimlaag op bijvoorbeeld het Pekelderdiep dreef en het ging stinken. De eiwitten werden namelijk afgebroken, waarbij waterstofsulfide ontstond. En dat ruikt naar rotte eieren.
Door die waterstofsulfide ontstond er ook zure regen. Niet goed voor het milieu, maar koolzaad was er dol op. Die regen bevat namelijk veel zwavel, en dat is een belangrijke voedingsstof voor de geelbloeiende plant.
Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen wordt nu duidelijk wat de gevolgen zijn van een tekort aan zwavel voor de koolzaadplant. Daar worden koolzaad- en andere planten bestudeerd. In speciale tonnen, met daarboven groeilampen, krijgen ze via lucht en water verschillende concentraties zwavel toegediend en wordt gekeken wat de effecten zijn.
Onderzoeker Ties Ausma over koolzaad dat zwavel grotendeels moet ontberen: ‘De plant groeit minder hard, vormt minder bloemen die bovendien kleiner en soms misvormd zijn. Juist koolzaad is gevoelig voor een tekort, omdat die plant veel zwavel nodig heeft om te groeien.’
Volgens Ausma kunnen boeren die te maken hebben met een mindere opbrengst zwavelhoudende kunstmest gaan gebruiken. ‘En de kennis die we hier opdoen kan misschien ook gebruikt worden voor het veredelen van koolzaad, voor het ontwikkelen van varianten die minder zwavel nodig hebben.’