‘Nederland heeft hoge gasprijs aan zichzelf te danken’

Waarschuwingen over tekorten aan gas en de hoge prijs die hiermee gepaard gaat zijn door de Nederlandse overheid systematisch genegeerd. Kritische rapporten van deskundigen over de vrije gasmarkt werden terzijde geschoven.
Nederlandse bedrijven en huishoudens zijn overgeleverd aan de grillen van de markt sinds de prijs van gas is losgelaten. Vraag en aanbod bepalen nu wat een kuub gas kost.
Door de hoge vraag naar gas en een tekort op de Europese markt is de prijs naar recordhoogten gestegen. Daardoor ziet een aluminiumproducent als Aldel zich gedwongen bijna tweehonderd man naar huis te sturen en zien consumenten hun energierekening met tientjes per maand stijgen.
Verstrekkende gevolgen
Volgens energiedeskundigen was het zover niet gekomen wanneer Nederland na het afbouwen van de gaswinning in Groningen zich beter had verzekerd van aanvoer van buitenlands gas.
Het gashandelshuis GasTerra wees er in 2018 in een eigen analyse al op dat het besluit de gaswinning in Groningen naar nul terug te brengen verstrekkende gevolgen zou hebben voor de bestaande verplichtingen.
Vanaf ongeveer 2025 zou volgens GasTerra de resterende binnenlandse productie nodig zijn voor het voldoen aan de bestaande exportverplichtingen. De eigen aardgasvoorziening zou dan volledig uit import moeten komen, in een markt waar vooral de verkopers zoals de Russische president Poetin veel macht hebben.
Risico
Om meer duidelijkheid te krijgen over de consequenties van de importafhankelijkheid liet GasTerra in 2018 door het Londense bureau IHS Markit een onderzoek doen.
IHS Markit stelde vast dat Nederland een risico nam door volledig te vertrouwen op de korte termijn-handelsmarkt, de vrije gasmarkt die we nu kennen en waar tegen dagprijzen gas wordt verhandeld.
In de omringende landen zonder eigen gasvelden was dat anders. Die waren al langer gewend aan importafhankelijkheid en verzekerden hun gasbehoefte door het aangaan van lange termijn-importcontracten met grote gasproducenten.
Met de leveringszekerheid zou er geen acuut probleem zijn, concludeerde GasTerra in 2018. Maar het gashandelshuis stelde echter ook dat gerenommeerde instanties zoals het Internationaal energieagentschap IEA voorspelden dat vanaf 2020 krapte op de wereldhandelsmarkt zou ontstaan. Precies wat er nu aan de hand is.
Pleidooi
GasTerra heeft bij de aandeelhouders een stevig pleidooi gehouden voor het regelen van de binnenlandse gastoevoer in Nederland via langetermijnafspraken. Het ministerie van EZ schoof het rapport van IHS Markit en de argumenten van GasTerra echter terzijde. De aandeelhouders van GasTerra hielden vast aan prijsbepaling via de 'spotmarkt', die zou het wel oplossen.
Voormalige GasTerra-medewerkers wijzen op het bestaan van het rapport, maar willen er publiek geen commentaar op geven. ‘We willen geen ’zie je nou wel’, verhaal houden’.
GasTerra stopt na sluiten Groningenveld
Vanwege de liberalisering van de energiemarkt werd in 2005 Gasunie opgesplitst. Net zoals bij de spoorwegen, waar de NS voor het transport zorgt en ProRail voor het spoorwegennet, kreeg Gasunie het transport en opslag van aardgas onder beheer en werd GasTerra de handelspoot. Transportbedrijf Gasunie is volledig eigendom van de staat. Het handelshuis GasTerra is voor vijftig procent in handen van de staat, de andere helft is van Shell en Esso, die hebben elk een kwart.
Omdat de winning in het Slochterenveld in 2022 stopt, vervalt de taak van GasTerra en wordt de onderneming in 2024 opgeheven.
Juist deze week plaatste GasTerra op de eigen site een stuk waarin nogmaals wordt gewezen op het rapport uit 2018. ‘GasTerra plaatst kanttekeningen bij het volledig vertrouwen op de korte termijn-handelsmarkt zonder aanvullende voorzieningszekerheidsmaatregelen en nieuw beleid’, staat in het stuk.
Wij wijzen naar de overheid als verantwoordelijke partij
Geen tik op de vingers
Dat is een uitgesproken standpunt waarin GasTerra dus de eigen aandeelhouders wijst op hun verantwoordelijkheid om te zorgen voor een zekere - en betaalbare - gasvoorziening.
‘Het is niet zo dat we onze aandeelhouders op de vingers tikken’, zegt GasTerra-woordvoerder Jan Hendrik Annema. ‘We willen duidelijk maken dat je moet nadenken over hoe de gasvoorziening wordt geregeld wanneer GasTerra ermee stopt. Wij wijzen dan naar de overheid als verantwoordelijke partij.’
Opvolger voor GasTerra?
Met de ontmanteling van het gashandelshuis GasTerra valt de belangrijkste partij weg die vraag en aanbod van gas op elkaar kan afstemmen en ervoor kan zorgen dat er voldoende gas voorhanden is.
Van meerdere kanten wordt geopperd weer gas uit het Groningenveld te halen, maar een organisatie die vraag en aanbod in deze verkopersmarkt op elkaar afstemt zou volgens RUG-hoogleraar geopolitiek en energie Coby van der Linde beter helpen.
Zij vindt dat GasTerra een opvolger moet krijgen. 'In Groningen, zodat er gebruik kan worden gemaakt van de grote kennis die er daar is', zegt Van der Linde.
Zo'n nieuw handelshuis had er eigenlijk al moeten zijn, stelt de energiespecialist: 'Want de markt zorgt niet voor een zekere voorziening van gas in een periode van krapte.' Ze vindt dat Europa - en Nederland - voor een belangrijk deel zelf de hoge gasprijs heeft veroorzaakt door levering niet zeker te stellen.
Instabiel en onzeker
In het Financieele Dagblad van woensdag schrijft Van der Linde dat energie-onderzoekers van Instituut Clingendael, waar Van der Linde ook aan verbonden is, in 2016 al wezen op de risico’s van de vrije gasmarkt en het gevaar van oplopende gasprijzen.
Zo is er de afhankelijkheid van gas uit pijpleidingen vanuit eigenlijk maar drie landen; Rusland, Algerije en Noorwegen. Waarbij alleen het laatste land in relatie tot gas als stabiel en zeker gezien kan worden.
Ook het gebrek aan infrastructuur voor gebruik van LNG, vloeibaar gas, zou volgens de Clingendael-deskundigen een risico kunnen zijn. Doordat de EU daar amper op heeft ingezet, is Azië voor LNG-producten een interessantere markt.