Rijkswaterstaat heeft plan om meer dode walvissen te laten liggen

De dode dwergvinvis op Rottumerplaat, eind 2020
De dode dwergvinvis op Rottumerplaat, eind 2020 © Wageningen Marine Research
Rijkswaterstaat wil gestrande, dode walvissen vaker laten liggen zodat de kadavers op een natuurlijke manier kunnen vergaan. Dat zou kunnen op meerdere locaties in de Waddenzee.
Het afgelopen jaar is bij wijze van uitzondering een aangespoelde dode dwergvinvis met rust gelaten. Het dier spoelde in november van het vorig jaar aan op Rottumerplaat. Onderzoekers van Wageningen Marine Research hebben de ontbinding van dit kadaver in opdracht van Rijkswaterstaat nauwkeurig in kaart gebracht.

'Alleen de botten en de huid zijn nog over'

‘We hadden gedacht dat het kadaver veel sneller zou vergaan’, zegt projectleider Rick Hoeksema van Rijkswaterstaat. ‘Maar er waren geen grote zwermen meeuwen of andere aaseters die meteen in het lijk gingen pikken. De vinvis is als het ware heel geleidelijk in de bodem gezakt. Alleen de botten en de huid zijn nog over. Er is geen sprake geweest van een enorme stank, alleen vlakbij het kadaver was de geur merkbaar.’
Het kadaver van de dwergvinvis, eind april 2021
Het kadaver van de dwergvinvis, eind april 2021 © Wageningen Marine Research

Omdenken

Rijkswaterstaat heeft de plicht om grote kadavers, vanaf vijf meter lengte, te bergen en te vernietigen. ‘Maar als we streven naar natuurherstel is het beter de kadavers te laten liggen’, zegt Hoeksema. ‘Eigenlijk is het een soort omdenken. Vergelijk het met dood hout dat je in het bos laat liggen.’
Als het niet hoeft is het zonde van het geld
Rick Hoeksema projectleider Rijkswaterstaat
Volgens de projectleider is er een aantal locaties waar de kadavers zouden kunnen blijven liggen. ‘Het meest ideaal is als dat kan op plek waar ze aanspoelen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bovengemiddeld vaak op de Razende Bol, op de Rottums, maar ook aan de randen van andere zandplaten.’

Geen zeldzaamheid

Het aanspoelen van walvissen is geen zeldzaamheid. Natuurhistorisch museum Naturalis houdt de strandingen bij op walvisstrandingen.nl. Uit die lijst blijkt dat er alleen vanaf 2010 al tientallen walvissen aan de Nederlandse kust zijn gevonden.

Opruimen kost veel geld

Natuurherstel is niet de enige reden de dode walvissen te laten liggen, ook geld speelt een rol. Hoeksema: ‘Het opruimen van een kadaver kost, afhankelijk van de grootte, tussen de twintig- en vijftigduizend euro. Als je ze opruimt doe je iets tegennatuurlijks en als het niet hoeft is het zonde van het geld.’
Rijkswaterstaat wil na de evaluatie van de proef op Rottumerplaat met het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, de natuurbeheerders en de betrokken gemeenten in gesprek over het plan om meer walviskadavers te laten liggen.