Deze dag: Rote Armee Fraktion pleegt aanslag in Winschoten

Fragment uit het krantenbericht over de RAF
Fragment uit het krantenbericht over de RAF © Bewerking RTV Noord
In 1977 kreeg Groningen een tik mee van het RAF-geweld in Duitsland. Ontvoeringen, moorden en bankovervallen werden in die jaren gepleegd door idealistische, meedogenloze, goedopgeleide jongeren die de maatschappij radicaal wilden veranderen. In Winschoten werden door sympathisanten van de RAF op deze dag, 23 oktober, twee loodsen bij Optilon in brand gestoken.
Bij de aanslag op de producent van ritssluitingen, in het weekend, raakt niemand gewond. De schade wordt geschat op meer dan anderhalf miljoen gulden. RAF-sympathisanten die zich de ‘Beweging van de 18de oktober’ noemen, eisen de brandstichting op.
Volgens een verklaring die onder meer naar de Winschoter Courant is gestuurd, is dit een waarschuwing aan Nederland: als niet wordt voldaan aan de wensen van de beweging, volgen meer aanslagen.
Na het weekend publiceert het Nieuwsblad van het Noorden de eisen van de sympathisanten op de voorpagina van de krant, onder de kernachtige, dreigende kop ‘Veroordeel Duitsland, anders oorlog'. Ons land moet, zo wil deze beweging, de ‘hondse behandeling van gevangen zittende vrijheidsstrijders’ veroordelen.
Nederland moet daarnaast Duitsland isoleren door de boycot van Duitse producten. Verder zou RAF-lid Knut Folkerts, die in Utrecht een politieman doodschoot, 'als krijgsgevangene’ behandeld moeten worden. Tenslotte moet de vervolging van ‘progressieve Nederlanders’ worden gestaakt.
Die maandagochtend blijven de 220 werknemers van Optilon noodgedwongen thuis vanwege een bommelding. Gezien de eerdere gebeurtenissen doorzoekt de Winschoter politie het bedrijf minutieus, maar vindt niets. Optilon is vermoedelijk gekozen als doelwit, omdat het gaat om een Zwitsers bedrijf met Duitse aandeelhouders.
Precies een week daarvoor werden in de vroege ochtend van de 18de oktober op de zevende verdieping van de Stammheim-gevangenis bij Stuttgart de RAF-leden Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe dood in hun cel aangetroffen.
De officiële verklaring luidde: zelfmoord. Hieraan werd (en wordt) van diverse kanten getwijfeld. Een vierde RAF-lid, Irmgard Möller, wordt zwaargewond gevonden in haar cel. Ze heeft altijd ontkend dat het om een zelfmoordpoging zou gaan.
De ontvoerde werkgeversvoorzitter Hans-Martin Schleyer werd de volgende dag dood aangetroffen in de kofferbak van een auto in het Franse Mulhouse. Bij zijn ontvoering op 5 september waren al vier doden gevallen. De ‘Duitse herfst’ was uiterst gewelddadig.
Sympathisanten richten meteen na de dood van hun kameraden in de Stammheim-gevangenis de ‘Beweging van de 18de oktober’ op. Ze plegen in Nederland meerdere aanslagen, waaronder die in Winschoten. Het duurt lang voordat nieuwe generaties RAF-leden na hun gevangenisstraf beloven, niet opnieuw de wapens op te nemen.
Nog altijd zoekt de politie verschillende RAF-leden. In 2016 en 2019 zouden drie van hen gezien zijn in onze provincie, onder meer op een camping in Oost-Groningen. Ze vormen niet meer de gewelddadige dreiging zoals in de jaren zeventig, waarbij ook in Winschoten een aanslag werd gepleegd. Dat gebeurde op deze dag, 23 oktober 1977.