Door de mand: Kees Vlietstra scoorde ook een buzzerbeater (herplaatsing)

Kees Vlietstra
Kees Vlietstra © RTV Noord
'Nederlandse basketter maakt korf van het jaar' kopte vorige week de Belgische krant Het Nieuwsblad. Wat was het geval? Donar-speler Jason Dourisseau scoorde in de tweede play-off-wedstrijd tegen Leiden een fenomenale buzzerbeater.
'Twee seconden voor de pauze gooide hij de bal vanonder zijn eigen basket in het netje helemaal aan de andere kant van MartiniPlaza. De beelden van de treffer gingen de hele wereld over, tot België aan toe.
'Nederlandse basketter maakt korf van het jaar.' Vind ik mooi, een basketballer heet in Vlaanderen een basketter, een doelpunt een korf. Een bounce pass noemen ze een botsbal.
Een gouwe ouwe
Door omstandigheden vanavond op deze plek geen nieuwe column van Kees Vlietstra. In plaats daarvan een herplaatsing (8 mei 2016) van deze gouwe ouwe over een buzzerbeater van Jason Dourisseau, die zaterdagavond werd bijgezet in de Hall of Fame van Donar. Volgende week gewoon weer een nieuwe Door de Mand.
Als korfballer probeerde ik afgelopen week 'de worp van Jason' in historisch perspectief te plaatsen. Ik heb namelijk in mijn tak van sport het officieuze wereldrecord 'Verste Afstand Korf Ooit' in bezit.
In 1993 maakte ik mijn debuut in Oranje. We speelden in Dordrecht. Op gras. Wat schieten betreft hanteerde ik al mijn hele carrière dezelfde strategie. De eerste bal die ik kreeg, schoot ik altijd van heel ver. Kon daar geen buil aan vallen. Was het schot mis dan vond iedereen dat logisch, het was immers wel van heel ver. Als het verre afstandsschot echter een voltreffer werd, dan was ik dé man. 'Wat kan die gozer schieten zeg' hoorde je het dan gonzen. Dat deed ik dan ook in mijn eerste interland. Mega ver, tegen de zon in. 37 meter. BAM!
Dourisseau scoorde van basket naar basket, een slordige 25 meter. Ook BAM! 'Lucky. Eens in de honderd of duizend keer raak je zo'n bal', zei Worthy de Jong, speler van tegenstander Leiden na afloop. Zeer kinderachtige en jaloerse reactie van Worthy. Als tegenstander moet je zo'n actie waarderen. Ervan balen mag, maar zeker naar de buitenwacht getuigt het van groot sportmanschap als je zo'n schot de hemel in prijst.
Net als Worthy de Jong kon ook Louis van Gaal het niet opbrengen om een tegenstander te prijzen. Leicester City werd vorige week maandag kampioen van de Premier League. In plaats van collega coach Ranieri een veer in zijn reet te douwen, trok Louis de credits weer naar zichzelf.
Louis, en Louis alleen, had natuurlijk al heel lang geleden voorspeld dat Leicester kampioen zou worden. Onderwijl gaf hij ook aan waarom de sensatie van het jaar kampioen kón worden. Volgens Louis, en Louis alleen, speelden de Foxes minder Europese- en bekerwedstrijden dan de concurrentie en waren daardoor fitter.
Daar heeft Louis en Louis alleen wel een punt maar dat zal ik dan weer nooit toegeven. Claudio Ranieri maakte Leicester kampioen door de meeste punten te halen. Net als Atlético Madrid en Engelbert 3 hebben ze de bal meer niet dan wel. Bij Atlético en Leicester zit daar een gedachte achter. Bij Engelbert 3 vooral onkunde. Als Leicester de bal onverhoopt wel heeft, dan gaat dat ding zo snel mogelijk richting de goal van de tegenstander. Katapult, Vardy, BAM! Bij balbezit van Engelbert 3 gaat het meer van 'Katapult naar voren, BAM zweepslag, bal op naastgelegen ijsbaan.'
Wat het kampioenschap van Leicester City FC ons leert is dat we moeten blijven dromen. Als kleine provincieclub is het mogelijk om een nationale titel te halen. Het kan dus ook met onze FC Groningen. Voorwaardelijke ingrediënten: juiste spelopvatting (naar voren), snelle sterke fitte spelers en een humoristische coach die een beetje normaal doet.
Het is een zegen dat FC Groningen de play-offs heeft gehaald. Tv-gelden komen goed van pas om een rappe spits te kopen. Om volgend seizoen echt jacht te maken op het kampioenschap moeten we de play-offs nu wel laten lopen. Geen gekloot half augustus in een voorronde van een voorronde ergens ver weg in donker Oezbekistan. Nee, alles voor kampioenschap. Hup Ernest.
Semper eadem is het motto van de stad Leicester. Dat staat voor 'altijd hetzelfde'. 'T is nait aal doage kovvie mit kouke. Hopelijk blíjven ze ook een beetje normaal doen. Niet zoals Ronaldo in je eentje met een achterlijke kickbockser in ontbloot bovenlichaam kaviaar vreten op een jacht in de Middellandse Zee, maar met de gehele selectie feestvieren in de keuken van de spits. En de reservekeeper moet na afloop afwassen.
Toch ben ik bang dat ook Leicester rare dingen gaat doen. Het schijnt dat de mascotte van de club, Filbert Fox heet dat beest, een schoenencontract heeft getekend met Puma. 'Filbert loopt de komende twee jaar op schuimrubberen versies van de nieuwste Puma EvoSpeed.' Weg semper eadem. Dat hele Amerikaanse mascotte-gedoe moeten alle sportclubs trouwens per direct afschaffen. De toegevoegde waarde van zo'n nepbeest rondom sportwedstrijden is mij geheel onduidelijk. Erger me eigenlijk alleen maar aan zo'n werkstudentje in een bloedheet pak met een masker zonder gezichtsuitdrukking. Mijn afkeer van die mascottes komt door een vervelend akkefietje dat ik jaren geleden had met Gorilla, de mascotte van NBA team the Phoenix Suns.
In oktober 2006 gingen we met wat (basketbal)vriendjes naar Keulen voor twee demonstratiewedstrijden: Philadelphia 76ers tegen CSKA Moscow en Phoenix Suns tegen Maccabi Tel Aviv. Voor aanvang van de wedstrijden hadden we ons eigen Oktoberfestje op het plein voor de Kölnarena, Bratwurst und Bier.
Omdat er een hele lange rij bij de mobiele toiletten stond, en de nood enorm was, glipte ik langs een bewaker een grand café aan het plein binnen. In de lege zaak, wat mij toen al bevreemde, had ik de toiletten snel gevonden. Terwijl ik heerlijk stond te wateren hoorde ik plots vrouwenstemmen. Amerikaanse vrouwenstemmen. Onmiskenbaar het Arizona dialect.
Ik liep terug de zaak in en zag achttien bloedmooie vrouwen in strakke danspakjes op de vloer staan. Ze glimlachten naar me. Tenminste dat dacht ik. Ik probeerde mijn gulp dicht te ritsen.
Holy shit, dit zijn de Phoenix Suns Dancers. Er kwam muziek uit de boxen. YMCA van de Village People. Mijn meisjes begonnen te dansen. Het was de generale repetitie voor later in het stadion. Langzaam liep ik de dansvloer op. Ik kende het nummer. De dames bleven glimlachen.
In de line up vond ik een plekkie tussen Brooke en Amanda. Wild gooide ik mijn armen in de lucht. YMCA. Twee tellen later lag Amanda op de grond. Bloedneus. Mijn meisjes glimlachten niet meer. Ze waren verdrietig. Weer twee tellen later stond die mascotte, de Phoenix Suns Gorilla, voor mijn neus. Had ik ineens een bloedneus. BAM!