NAM wil kleine gasvelden verkopen: 'Dit is géén truc om van Groningen af te komen'

© Siese Veenstra/ANP
De NAM zet haar kleine gas- en olievelden en de daarbij horende infrastructuur in de etalage. Het bedrijf gaat komend jaar kleine velden op land en zee onderbrengen in vier nieuwe bv's, zodat ze op termijn in de verkoop kunnen. Het besluit is ingegeven door de sluiting van het Groningenveld.
Het grote Groningenveld en de ondergrondse gasopslagen in Norg en Grijpskerk maken géén deel uit van de herstructurering, zo laat het bedrijf weten. Zij blijven volledig onderdeel van de NAM.

Te weinig investeringsruimte

De NAM heeft door de aanstaande sluiting van het Groningenveld te maken met een nieuwe realiteit. Olie- en gaswinning in Nederland heeft niet langer de prioriteit van NAM-aandeelhouders Shell en ExxonMobil, wat zorgt voor minder investeringsruimte voor de NAM in olie en gas.
'We hebben de afgelopen jaren ontzettend hard gewerkt om ons aan te passen aan de nieuwe situatie', zegt directeur Johan Atema. 'Maar de ruimte om te investeren in kleine velden is op dit moment beperkt bij NAM. We denken dat het daarom goed zou zijn wanneer de kleine velden op termijn worden overgenomen door een operator die meer investeringsruimte heeft.'

Schoonebeek en Waddenzee

De onderdelen die ondergebracht worden in vier aparte bv's en later te koop worden gezet, zijn (1) de gasvelden en infrastructuur in Friesland en de Waddenzee, (2) het olieveld Schoonebeek en de omliggende gasvelden en infrastructuur in Oost-Nederland, (3) de offshore velden en infrastructuur, inclusief de gasbehandelingsinstallatie in Den Helder en (4) de kleine velden en infrastructuur in Noord- en Zuid-Holland.
Qua grootte worden de vier bv's vergelijkbaar, zegt Atema. 'Ze zijn redelijk gelijkwaardig. Je moet denken aan 200 tot 300 fte aan personeel en 100 tot 200 olie- of gasputten per bv. Het is geen klein bedrijf waar we het over hebben.'
Philips vertrok ook uit Eindhoven, en werd daar niet minder van
Johan Atema, directeur NAM

Historisch besluit

Met name de eventuele verkoop van het olieveld Schoonebeek is er een met historische waarde. De oorsprong van de NAM ligt namelijk in Schoonebeek, omdat de oprichting van het bedrijf in 1947 een rechtstreeks gevolg is van de ontdekking van het olieveld bij het Drentse dorp. Sindsdien zijn daar vele miljoenen vaten olie opgepompt met de zogeheten ja-knikkers.
'Als Schoonebeek verkocht wordt, dan is dat wel een markeerpunt', erkent Atema. 'Maar we doen dat met de intentie dat de mensen die daar werken meer profijt zullen hebben van een partij die investeert en Schoonebeek heeft investeringen nodig. Er zit daar nog voor dertig jaar olie onder de grond, maar je zult de oliewinning wel moeten vergroenen door te investeren.'
'Emotioneel gezien is het wel een ding dat je na 75 jaar je geboortegrond verlaat, maar als je puur logisch kijkt is het oké. Philips vertrok ook uit Eindhoven en werd daar niet minder van.'
Dit zou goed zijn voor werkgelegenheid in de regio's
Johan Atema, directeur NAM

Geld niet nodig voor Groningen

De overheid wil vanwege de sluiting van het Groningenveld de kleine gasvelden zo veel mogelijk in productie houden in verband met de leveringszekerheid. Volgens de NAM past het besluit van het bedrijf in dat streven van de overheid. 'Daarnaast zou dit goed zijn voor de aan de kleine velden gekoppelde werkgelegenheid in de regio’s. De mogelijke verkoop van de kleine velden maakt NAM bovendien meer robuust in de afwikkeling van de sluiting van het Groningenveld.'
De opbrengst van de verkochte bv's zou namelijk rechtstreeks naar de bankrekening van de NAM gaan en niet naar aandeelhouders Shell en ExxonMobil. Maar dat geld is niet nodig om aan verplichtingen te kunnen voldoen, verzekert Atema.
'Groningen staat hier helemaal los van. Alle verplichtingen laten we in stand binnen de NAM bv. Dit is géén truc om van Groningen af te komen, die garanties blijven gelden. We lopen niet weg voor Groningen. We hebben reserveringen die dekkend zijn en verkoop is niet nodig om aan die verplichtingen te kunnen voldoen.'
Dit proces van herstructureren kost zeker een jaar, misschien wel langer
Johan Atema, directeur NAM

Is er interesse?

De grote vraag is wel: is er belangstelling om een van die vier bv's over te nemen? De NAM-directeur zegt geen flauw idee te hebben. Er is geen marktverkenning gedaan. 'Dit proces van herstructureren kost zeker een jaar, misschien wel langer', zegt Atema. 'Er moeten honderden overeenkomsten, licenties en vergunningen worden aangepast. Dat is monnikenwerk. Pas als de herstructurering klaar is, kijken we of er partijen zijn die de bv's over willen nemen.'
'De kans dat we ze niet verkopen is reëel', nuanceert Atema de verwachtingen. 'Er is de afgelopen jaren weinig verkocht, maar we willen het wel proberen. Komt er een koper, dan is het een grote koper die gaat investeren. Als het niet wordt verkocht zullen we met de aandeelhouders een nieuwe strategie moeten maken en dan moeten we zelf investeren.'
'We hebben daarvoor geen grens in de tijd getrokken, maar dit mag geen vijf jaar duren. In de praktijk is de tijd dat een bv in de gas- en oliesector te koop staat maar een paar weken tot een paar maanden.'