Analyse: Lockdown of niet? Het komt aan op ons gedrag

RTV Noord-verslaggever Eva Hulscher
RTV Noord-verslaggever Eva Hulscher © RTV Noord
Ons gedrag moet voorkomen dat we in een echte lockdown terecht komen. Dat is de boodschap van het kabinet. We moeten de basisregels volgen, maar dat doen we in minder dan de helft van de gevallen. Waarom is dat zo? Een analyse.
In Groningen heeft de GGD nog altijd testcapaciteit genoeg, kortom: iedereen kan terecht voor een test. De praktijk is weerbarstiger. Wie een telefonische afspraak maakt moet vaak lang wachten. Online gaat sneller, maar een testlocatie dichtbij vinden is niet altijd makkelijk. Het zal niet helpen om mensen tot een test te verleiden.

Liever een zelftest dan door de mallemolen

Wie klachten heeft moet zich laten testen, maar wanneer heb je echt klachten? Een beetje keelpijn, een snotneus valt nog wel te negeren. Immers, zodra je vindt dat je serieuze klachten hebt moet je in quarantaine en je laten testen. Eenmaal in die mallemolen kost het je behoorlijk wat tijd. De test kan pas de volgende dag en de uitslag laat ook nog eens 36 uur op zich wachten. Al die tijd mag je het huis niet uit. Dat is een weinig aantrekkelijk vooruitzicht, ook voor mensen die in principe wel bereid zijn zich te laten testen.
Het huidige systeem maakt gesjoemel verleidelijk en haast begrijpelijk
Eva Hulscher - Verslaggever RTV Noord
Daarbij is de zelftest een aantrekkelijk alternatief. Officieel niet bedoeld voor iemand met klachten, maar wel een stuk handiger. Je steekt het wattenstaafje in je neus, wacht een kwartiertje en je kan alsnog naar je werk als de uitslag goed is. Blijkbaar gewoon een verkoudheidje, constateren mensen gerust. Dat de foutmarge bij zelftests groter is dan bij de GGD-tests weten veel mensen niet of ze nemen het op de koop toe.
En zo zoekt iedereen zijn eigen rechtvaardiging voor het lichtzinnig omgaan met de testregels. Een niet fit kind dat de volgende dag op school toetsen heeft, test thuis negatief. Moet je dan echt nog een afspraak maken of loopt het wel los? Een vader zit met corona thuis, maar het kind heeft een negatieve zelftest. Dan kan zwemles toch wel gewoon? Het huidige systeem maakt gesjoemel verleidelijk en haast begrijpelijk.

Sneltesten moeten terugkomen

Kan het anders? Ja, natuurlijk. Testen moet laagdrempeliger: zonder afspraak, dicht bij huis en met een snelle uitslag. Sinds de zomer doet de Groningse GGD geen sneltesten meer bij volwassenen. Dat was destijds misschien te begrijpen, want het aantal besmettingen lag relatief laag. Nu is het anders: sneltesten bij de GGD moeten per direct terugkomen, het liefst op iedere straathoek. Ze zijn minder betrouwbaar dan de PCR-test, maar dat is op de koop toe te nemen als we daardoor massaal gaan testen. Het Outbreak Management Team (OMT) adviseert inmiddels zelfs om ook bij klachten zelftesten in te zetten. Als het kabinet wil dat we ons beter gedragen, moet testen simpelweg sneller en makkelijker kunnen dan nu.

We begrijpen de regels niet

Wat ook niet meehelpt is het woud aan maatregelen waarin we inmiddels verstrikt zijn geraakt. Wie het allemaal nog snapt, mag het zeggen. Sinds de vaccinaties hoefden huisgenoten van een met corona besmet iemand niet meer in quarantaine. Nu we weer donkerrood kleuren als land moet het wel weer, kondigde het kabinet onlangs aan. Vervolgens gaven de GGD’s nog een week lang verouderde info uit, want het was allemaal nog niet formeel aangepast. Het helpt allemaal niet mee.
Inmiddels gelden de aangescherpte regels, dus mocht je het niet weten: als je partner corona heeft, blijf jij ook binnen. Dat geldt alleen voor huisgenoten en niet voor andere nauwe contacten. Stel, op vrijdagavond had je partner een etentje met vrienden en nog in het weekend blijkt zijn opkomende keelpijn inderdaad corona te zijn. Wat moeten die vrienden dan? Niks, zo blijkt, tenminste als ze zijn ingeënt. Ook al is de kans meer dan aannemelijk dat je man het ofwel opliep bij het etentje ofwel anderen daar heeft besmet, zij hoeven geen test te doen.
Een QR-code na een test
Een QR-code na een test © ANP

Met QR of zonder QR?

En dan de QR-code en de mondkapjes; het vraagt nogal wat denkwerk op een dag wat je waar moet doen. Neem een jonge moeder op een vrije dag. Ze gaat winkelen met een vriendin, met mondkapje en zonder QR. Daarna drinken ze koffie met QR en zonder kapje en shoppen ze verder zonder QR en met mondkapje. Aan het einde van de middag brengt ze haar kind naar zwemles met QR-code en zonder kapje, doet daarna boodschappen met mondkapje en zonder QR en haalt de oudste op van voetbal zonder kapje en zonder code, daar moet ze simpelweg buiten het hek van het sportpark blijven. ‘s Avonds gaat ze nog naar de sportschool met code en zonder kapje. De regels mogen stuk voor stuk uitlegbaar zijn, maar een stuk lastiger toepasbaar in het dagelijks leven.

Gebrek aan handhaving

En ja, we zijn het allemaal meer dan zat. We houden niet van al die van bovenaf opgelegde beperkingen die nu al ruim anderhalf jaar duren. Daarbij was ons beloofd dat het na de vaccinaties voorbij zou zijn, zo is het gevoel. Waarom moeten we nu dan weer al die ellendige maatregelen volgen? Het draagvlak is aan het afkalven en als de politiek iets eng vindt is het wel om vervelende besluiten te nemen, waar de kiezer je op af zal kunnen rekenen.
Een kind eet toch ook direct zijn groente op als je zegt dat het goed is voor zijn gezondheid?
Eva Hulscher - RTV Noord
Datzelfde lijkt aan de hand met de handhaving van de maatregelen, of beter: het gebrek eraan. Het maakt niet populair en dus wagen zowel kabinet als burgemeesters zich er liever niet aan. Veiligheidsregio’s weten dat de QR-code lang niet overal naar behoren wordt gecheckt, maar zeggen hardop alleen bij excessen in te grijpen. Iedere binnenstadbewoner weet dat studenten ‘s avonds feestjes thuis organiseren en de kantoortuinen zijn lang niet zo leeg als ze zouden moeten zijn. We sjoemelen wat af en niemand die ons er op afrekent.
We moeten ons gedrag veranderen, willen we een lockdown voorkomen. Demissionair premier Rutte en demissionair minister De Jonge blijven het maar herhalen. Misschien dat het als vanzelf gebeurt als ze het maar vaak genoeg zeggen, lijken ze te denken. Het is immers voor ons eigen bestwil, dus dan luisteren we wel. Een kind eet toch ook direct zijn groente op als je zegt dat het goed is voor zijn gezondheid?
Als we deze metafoor doortrekken zien we dat het zo moeilijk niet is. Iedere ouder weet dat opvoeden begint met heldere regels en dat waarschuwen zinloos is als het kind weet dat de straf nooit volgt. Kortom: geef ons voldoende mogelijkheden om ons te gedragen, geef aan wat wel en niet mag en sta daar dan ook voor. Ieder kind wil eigenlijk niets liever dan het goed doen. Dat zal voor de meeste volwassenen niet veel anders zijn.