Organisaties vrezen gevolgen nieuwe opzet jeugdzorg in Groningen

Speelgoed in een jeugdzorginstelling
Speelgoed in een jeugdzorginstelling © ANP
Het plan van de gemeente Groningen om de jeugdzorg onder te brengen in één nieuwe organisatie stuit op ernstige bezwaren van de organisaties die nu jeugdzorg bieden. De nieuwe organisatie, SAMEN, zou niet in staat zijn om de taak op zich te nemen.
De gemeente wil binnen twee jaar de welzijnsorganisatie WIJ Groningen omvormen tot de nieuwe organisatie SAMEN, die dan ook de jeugdzorg onder haar hoede heeft. De bestaande organisaties die jeugdzorg bieden, protesteren daar fel tegen. Accare, Ambiq, Bureau Lagro, Zorgkracht 12, Cedin, Cosis, Elker, Jonx en Molendrift schrijven dat kinderen en ouders de dupe worden van die hervorming van de jeugdzorg.

'Expertise gaat verloren'

SAMEN moet ook de specialistische jeugdhulp en jeugd GGZ-behandeling uitvoeren. De organisaties denken dat die vormen van hulp in de knel komen. Het 'dekkend zorglandschap' valt uiteen als het voormalige WIJ die uitvoert. Ook zou in de Ommelanden specialistische jeugdhulp mogelijk niet meer geboden kunnen worden. 'Expertise die door jarenlange ervaring is opgedaan, dreigt verloren te gaan', aldus de protesterende organisaties.

SAMEN niet berekend op grote taak

Ze vinden dat uit niets zou blijken dat WIJ Groningen in staat is om zo'n grote taak op zich te nemen. Zeker niet binnen de twee jaar waarin SAMEN vorm moet krijgen. Ook is de arbeidsmarkt daarvoor veel te krap.

Geen experimenten meer met jeugdzorg

Op zich kan het argument van de gemeente om de kosten van de jeugdzorg in de hand te houden door het aantal aanbieders te beperken, op begrip rekenen van de organisaties. Maar ze zijn van mening dat de gemeente te solistisch opereert en alleen gericht is op zorg binnen de eigen gemeente.
Er zou dan ook een visie ontwikkeld moeten worden in samenspraak met verwijzers, huisartsen, gemeenten, onderwijs en de zorgaanbieders zelf. Want, zo wordt geschreven: 'Zes jaar na de decentralisatie moet de tijd van experimenteren met de jeugdhulp, en dus met de Groninger jeugd en hun netwerk, voorbij zijn.'