'Baas moet zorgen voor een gezonde pensioenstart van medewerker'

De een werkt het liefst zo lang mogelijk door, een ander stopt liever vandaag dan morgen. Steeds meer werknemers willen tegen het eind van hun loopbaan graag wat minder werken. Hoe regel je dat als werkgever?

Werknemers kunnen volop kiezen uit regelingen rond deeltijd, eerder met pensioen gaan of vertrek. Maar het is best ingewikkeld. De werknemer die door de bomen het bos niet meer ziet, zal er al snel voor kiezen zijn tijd nog maar even uit te zitten en blijven tot de AOW-leeftijd is bereikt.

De gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan neemt de afgelopen jaren enorm toe. De gemiddelde pensioenleeftijd ligt nu boven de 65 jaar. Dat was begin van deze eeuw wel wat anders. Van alle mensen tussen 55 tot 64 jaar had 38 procent een baan. De rest deed niet meer mee in het arbeidsproces. Een 55-plusser was vaak een eenling in het bedrijf. De meeste generatiegenoten waren al gestopt met werken.

Op dit moment is de situatie helemaal omgekeerd. Van de groep 55 tot 65 jaar is nu ruim twee derde aan het werk. Een derde werkt niet meer en 78 procent van de mannen uit deze leeftijdsgroep werkt nu. Van de vrouwen is dat 64 procent.

Het zal niet verbazen dat langer doorwerken consequenties heeft. Steeds meer oudere werknemers kunnen op een of andere manier niet meer meekomen of houden het niet meer vol.

Daardoor vallen ze uit, hun productiviteit daalt en ze hebben motivatieproblemen. Waardoor medewerkers mentaal al met pensioen gaan en hun tijd maar wat uitzitten. Maar met de huidige personeelskrapte in tal van sectoren kunnen we het ons niet eens veroorloven om grote groepen werknemers te laten afhaken.

De tekorten op de arbeidsmarkt zullen de komende jaren alleen maar verder oplopen. De babyboomgeneratie stroomt verder uit en zorgt niet alleen voor personeelsgebrek maar ook voor verlies van kennis en ervaring. Het is daarom tijd voor actie.

Doel van duurzame inzetbaarheid is dat werknemers tot het einde van hun werkzame leven gemotiveerd, gezond en productief kunnen werken. De overheid drukt werkgevers ook op het hart daar aandacht voor te hebben. Om werkgevers daarbij te helpen is een (tijdelijke) maatwerkregeling gemaakt rond duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden.

Mijn advies aan werkgevers is om niet te focussen op een flitsende eindsprint, maar op een gezonde start van het pensioen. Daarvoor moeten werkgevers met medewerkers in gesprek gaan over motivatie, gezondheid en productiviteit. Dan wordt duidelijk wat een werknemer nodig heeft om op een prettige en productieve manier de pensioendatum te halen en hoe zijn inzetbaarheid kan zijn.