Ministerie hield versnelling boostercampagne Groningse huisartsen en GGD tegen

Een boosterprik wordt gezet
Een boosterprik wordt gezet © ANP
De plannen om sneller en meer Groningers een boosterprik te geven lagen al klaar, maar op het laatste moment stak het ministerie van Volksgezondheid er een stokje voor. Daardoor liep het plan van de GGD Groningen en de Groningse huisartsenkring een week vertraging op.
Op zaterdag 18 december kondigen demissionair minister-president Rutte en minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge in Den Haag met een ‘somber gemoed’ de tweede lockdown af. Het is van het grootste belang om de boosterprik zo snel mogelijk te zetten, zegt De Jonge. ‘Het is alle hens aan denk.’
In verschillende regio’s geven huisartsen gehoor aan die oproep. In Groningen wordt al even nagedacht over de inzet van huisartsen in de boostercampagne. De GGD en de huisartsenkring hebben elkaar een paar weken eerder gevonden in een intensieve samenwerking om kwetsbare Groningers thuis te prikken. Dat is een complexe klus voor de GGD maar een koud kunstje voor de huisartsen. Maar als het aan GGD Groningen en de huisartsen ligt wordt dat uitgebreid. Die plannen zijn al in voorbereiding en in de dagen na de persconferentie definitief gemaakt.

'Geen GGD-tje spelen'

De huisartsen gaan de GGD helpen met het vaccineren van 60-plussers en alle patiënten die normaal gesproken ook een griepprik krijgen. Een aanzienlijke groep Groningers wordt daardoor zo snel mogelijk beter beschermd tegen de opkomende omikronvariant.
Maar maandagmiddag fluit het ministerie van Volksgezondheid huisartsen terug: zij mogen alleen de niet-mobiele kwetsbare groep patiënten thuis opzoeken, de rest valt onder de verantwoordelijkheid van de GGD. Huisartsen moeten ‘niet voor GGD-tje gaan spelen’, zegt minister Hugo de Jonge in de Tweede Kamer.
Frustrerend, vindt Trudy Oldenhuis. Ze is als voorzitter van de huisartsenkring Groningen volop betrokken bij de plannen. ‘We willen allemaal onze schouders eronder zetten, maar dan is het heel vervelend dat je plannen maakt en dat het op het laatste moment allemaal weer verandert. Dat maakt het wel heel ingewikkeld.’
Het ministerie houdt voet bij stuk en wil dat de vaccinatie van de massa bij de GGD’s ligt. Dat is overzichtelijk en daarmee is ook zeker dat de registratie van de gezette vaccins goed en centraal verloopt, meent Den Haag.

'Groningen gaat te ver'

Het ingrijpen van het ministerie zorgt voor verwarring onder de huisartsen: wat mag nou wel en niet? In Grijpskerk nodigt huisarts Paul Rademaker zijn hele patiëntenbestand uit. Alle 18-plussers zijn welkom. Een huisarts in Winsum doet hetzelfde.
Ondertussen proberen de Groningse GGD en de huisartsenkring uit alle macht duidelijkheid te krijgen. De vraag die voorligt: hoe passen ze de al gemaakte afspraken zo aan dat ook het ministerie tevreden is.
Er wordt die maandagmiddag druk heen en weer gebeld tussen de landelijke GGD, de GGD Groningen, de huisartsen en Den Haag. ‘s Avonds laat verschijnt er een persbericht op de website van het ministerie. Daarin staat dat huisartsen de GGD mogen helpen op de bestaande vaccinatielocaties, kwetsbare patiënten opzoeken en ongevaccineerden benaderen. Maar zover als ze in Groningen willen gaan, is en blijft niet te bedoeling.
Wij doen al meer dan wat de landelijke afspraken zijn
Jos Rietveld - GGD Groningen
GGD Groningen en de huisartsen staan niet helemaal met lege handen. Ze klampen zich vast aan één zin in dat persbericht waarin staat dat bestaande afspraken tussen GGD’s en huisartsen wel mogen worden uitgevoerd. Eigenlijk hebben de GGD Groningen en de huisartsen geluk dat ze hun afspraken zo snel definitief hebben gemaakt eerder die dag - anders was het hele plan in het water gevallen.
Maar de houding van het ministerie zorgt voor nervositeit in Groningen. De plannen die al klaar lagen, worden nog eens goed onder de loep genomen. Belangrijkste struikelpunt: de registratie van de gevaccineerden.
Daarvoor gebruiken de huisartsen al een systeem bij het opzoeken van de ‘niet-mobiele kwetsbaren’, maar dat volstaat volgens het ministerie niet. Eerder was er probleem met de registratie van een klein percentage van de gevaccineerden. ‘Dat dat nu opeens een probleem was voor het ministerie heeft me wel verbaasd’, zegt Oldenhuis. ‘Want dat wisten we al een half jaar en eerder en toen was het wel toegestaan.’
Uiteindelijk kost het de GGD Groningen en de huisartsen bijna vijf dagen om alles opnieuw te regelen, te controleren en af te stemmen. Vrijdagochtend publiceren ze een afgeslankte versie van hun plannen.
‘Wij doen al meer dan wat de landelijke afspraken zijn’, vertelt GGD-directeur Jos Rietveld. Maar dat is ook nodig, vindt hij. ‘Juist de optelsom van de massa-vaccinatie aan onze kant én dat fijnmazige werk van de huisartsen is heel interessant. Gister heeft de GGD 7500 prikken gezet en de huisartsen 1800, dat zijn grote getallen en ik voorspel dat het aandeel van huisartsen richting de 3000 per dag gaat.’

Huisartsen willen meer prikken

Die combinatie vinden ook de huisartsen belangrijk. ‘Dat is écht cruciaal. Zo fijnmazig werken is de kracht van huisartsen, wij kennen onze patiënten. Maar het ministerie kiest daar niet voor’, zegt Trudy Oldenhuis. ‘Terwijl je door die samenwerking de vaccinatiegraad echt kunt verhogen.’
Groningen wilde en kon meer mensen sneller prikken, bevestigt Rietveld. ‘Zeker, zeker - dan was het sneller gegaan.’ Maar toch begrijpt hij de voorzichtigheid van het ministerie wel. ‘We moeten het wel zo organiseren dat er duidelijke regie is. Het moet overzichtelijk blijven voor de Groningers en het kan niet zo zijn dat in Grijpskerk iedereen wordt uitgenodigd, maar een dorp verderop niet. Dat zorgt voor verwarring.’
De komende weken concentreren de GGD Groningen en de huisartsen zich dus op het vaccineren van kwetsbaren, ongevaccineerden en mensen die normaal gesproken een griepprik krijgen. Maar als het aan hen ligt, wordt dat straks wel uitgebreid.
‘Ik hoop dat ik straks wat meer ruimte voel’, zegt Rietveld, doelend op de beperking uit Den Haag. Oldenhuis vult aan: ‘Dat was ons plan ook. We wilden kijken of we stap voor stap misschien meer konden gaan doen.’