Dit was 2021: Fijne straat

Cunera van Selm
Cunera van Selm © RTV Noord
‘Kijk eens wat ik in heb?’ Ik fiets een eindje op met Tiny, die verderop in de straat woont. Trots toont ze me het gehoorapparaatje achter haar linkeroor. ‘Net gekregen. Maar ik denk dat ik ‘m buiten niet meer in doe, veel te veel lawaai.’
Ik woon in een fijne straat en ben niet van plan daar ooit weer weg te gaan. Kennelijk ben ik niet de enige die er zo over denkt want er wonen heel wat oude mensen, die zich zo goed en zo kwaad als het gaat nog zelfstandig redden. Een aantal van hen leerde ik beter kennen tijdens de eerste lockdown.
Ook vandaag schrijft in 'Dit was 2021' een medewerker van RTV Noord over het afgelopen jaar. Op deze laatste dag van het jaar is de beurt aan Cunera van Selm.
Zoals Dirkje, waar ik over schreef toen ze vanwege de corona haar man Sjoerd niet meer mocht bezoeken in het verpleeghuis. De twee gingen ‘kapot van heimwee’. En hoewel Sjoerd als parkinson- patiënt veel zorg nodig had, haalde Dirkje hem naar huis. Gelukkig konden ze kort daarna terecht in een zorgappartement waar ze nog een aantal jaren samen hoopten te zijn. Het werden 15 maanden. ’Geen goed nieuws’, appt ze me in oktober, ‘Sjoerd is gisteren overleden.’
De man van Tiny is ook overleden, net als haar zoon. Haar enige dochter woont in Amerika, elke dag hebben ze online contact. Tiny is dol op fietsen, in flink tempo, zonder accu. Haar oren worden minder maar aan haar ogen mankeert niks; vanuit haar stoel houdt ze de straat scherp in de gaten en zwaait iedereen vrolijk toe.
Als ik Dirkje bezoek springt bij de deur een wit-bruin hondje tegen me op. Famke, een verjaarscadeau van de kinderen ‘om de benen er weer onder te krijgen’. Ze vertelt hoe ze Sjoerd met een uitvaartbus naar z’n laatste rustplaats brachten, de hele familie aan boord, z’n kist door de kleinkinderen beschilderd. Liefde, daarover ging het bij het afscheid in het oude kerkje. ‘Want’, zegt ze, ‘hoe beroerd hij ook was, hij kon nog steeds verliefd naar me kijken. Deut, noemde hij me dan, een koosnaampje’.
Twee ‘straatgenotes op leeftijd’ heten Gé. De ene loopt begin december ineens achter een rollator. ‘Ik ben gevallen toen het zo glad was’, vertelt ze me, ‘m’n hele been bont en blauw en nu mag ik niet meer fietsen van de kinderen. Maar als het lente is wil ik zo’n fiets met vier wielen, ik heb de folder al in huis.’ Als ik zeg dat ook Jean Pierre Rawie op een vierwieler rijdt lacht ze hartelijk: ‘Dan ben ik in goed gezelschap!’
De andere Gé en haar man Ubel fietsen al langer niet meer. Met veel hulp van hun kinderen, thuiszorg en tafeltje dekje lukt het ze nog net om zelfstandig te wonen, maar de vraag is hoelang dat nog kan. Hij is vrijwel blind en zij heeft ook allerlei gezondheidsklachten. Ze slijten hun dagen veelal aan de keukentafel, luisterend naar Radio Noord.
Toen ‘Gé 2’ 85 werd, kreeg ze na een oproep in de buurtapp van de hele straat verjaarskaarten. Net als oud-dirigent en violist Sybrand een paar huizen verderop. Op z’n 90ste verjaardag zongen de kinderen uit de straat hem toe en werd z’n hek versierd met kerstballen. Ook voor Grieta, voor zover ik weet met haar 95 jaar de oudste hier, werden verjaarskaarten geschreven. Een overbuurman zamelde ze in, want ‘Grieta houdt niet van vreemden op haar paadje naar de voordeur’.
Een kerstboom, lichtjes in huis, daar heeft Dirkje nog geen zin in. Haar hoofd kan wel beredeneren dat 80 een mooie leeftijd is en dat ze 56 jaar een prachtig leven hadden samen. Maar haar lichaam wil er niet aan, elke nacht wordt ze wakker met buikpijn. Toch denkt ze soms heel voorzichtig alweer een beetje vooruit. Verheugt ze zich erop om op pad te gaan met de kleinkinderen, de jongste werd in september geboren. ‘Ik wil nog iets betekenen voor anderen’, zegt ze, ‘en ik denk dat ik daar uiteindelijk wel weer de kracht voor krijg. Kom Famke, we gaan naar buiten.’
Ik wens iedereen, oud en jong, en Tiny, Dirkje, Gé, Gé, Ubel, Sybrand en Grieta in het bijzonder, een heel gelukkig 2022. En kijk alsjeblieft allemaal een beetje naar elkaar om!