Peter Dijkstra zit bij Vera op z'n plek, maar moet geduld opbrengen om droom te laten uitkomen

Vera-programmeur Peter Dijkstra
Vera-programmeur Peter Dijkstra © René Walhout/RTV Noord
Sinds oktober staat hij aan het roer van misschien wel het meest eigenzinnige poppodium van Nederland, maar Peter Dijkstra (1986) heeft door de coronapandemie nog maar weinig kunnen genieten van zijn rol als programmeur van Vera.
Live-muziek heeft zwaar te lijden onder de pandemie en dat merkt Dijkstra ook in het poppodium aan de Oosterstraat in de stad Groningen.
Woensdag 13 oktober; de kersverse programmeur herinnert zich die dag nog scherp. ‘We hadden toen met The Bobby Lees de eerste Amerikaanse band in huis sinds corona. Het was mijn tweede concert als programmeur en herinner met het gevoel wanneer je die grote zaal van Vera binnenkomt. Die mocht toen voor 75 procent procent vol zijn en dat was-ie ook. Dat moment was wel dat ik dacht: dít is waarvoor Vera er is.’
Nog geen maand later moest Vera opnieuw de deuren sluiten door nieuwe coronaregels. ‘Nu ben ik vooral aan het omboeken, verplaatsen en alternatieven aan het ontwikkelen. Maar de energie die je daarvoor terugkrijgt is nihil vergeleken bij zo’n zaal vol enthousiaste mensen en een goeie band', vindt Dijkstra.

'Nog geen droom die uit is gekomen'

Begin dit jaar solliciteerde Dijkstra naar de functie die op dat moment ruim veertig jaar in handen was van Peter ‘Mister Vera’ Weening. De in het Duitse Nienburg am Wezer geboren Dijkstra - ‘m’n vader was daar gelegerd als militair’ - begon zijn carrière als programmeur bij het podium Asteriks in Leeuwarden.
‘Vera was voor mij toen een club waar ik mezelf graag aan spiegelde. Ik bewonderde de manier waarop de dingen daar gingen, zoals de eigen vormgeving van de affiches. Vera was in mijn ogen geen eenheidsworst en iedereen is er welkom. Dat imago probeerde ik ook in Leeuwarden te creëren.’
Ik kan me voorstellen dat dat voor sommige artiesten ontmoedigend is om door te gaan
Peter Dijkstra - Progammeur poppodium Vera
Na een korte tussenstop als programmeur van Simplon in Stad, staat hij nu aan het roer van Vera. ‘Het is door corona nog geen droom die is uitgekomen, maar heb wel het gevoel hier op mijn plek te zijn. Ik kijk vooral uit naar het nieuwe seizoen, naar de bands die ik daar al voor heb geprogrammeerd. Gelukkig heb ik een paar drukbezochte shows meegemaakt. Zoals van Spinvis, De Kift en The Bobby Lees. Na zo’n show kom ik met veel adrenaline thuis en kan ik er weer even tegenaan.’
The Bobby Lees afgelopen oktober in Vera
The Bobby Lees afgelopen oktober in Vera © René Walhout/RTV Noord

Live-popmuziek staat wereldwijd onder druk

Door de pandemie, waardoor de club aan de Oosterstraat de afgelopen twee jaar vaker dicht dan open is geweest, is de popmuziek wereldwijd onder druk komen te staan. Volgens Dijkstra zijn de gevolgen van de crisis inmiddels duidelijk te merken.
‘Je ziet nu dat artiesten die zich digitaal heel goed weten te presenteren, het beter doen dan bands die het van live-optredens moeten hebben. Als je kijkt naar de eindejaarslijst van muzieksite 3voor12, dan zie je in de top-20 vooral artiesten die digitaal goed over het voetlicht komen. Daar staat geen enkele band bij die het moet hebben van goede liveshows.'
'Voor de pandemie zag je dat een band die het goed deed op festivals en op een clubtour vaak hoog eindigde in zulke lijstjes. Het zijn juist dat soort bands waar Vera een belangrijke plek voor is en ik kan me voorstellen dat dat voor sommige artiesten ontmoedigend is om door te gaan’, constateert Dijkstra.

'Bands moeten vlieguren kunnen maken'

Ook de lokale popmuziek maakt volgens Dijkstra moeilijke tijden door. ‘De afgelopen tijd zijn er ontzettend veel plekken verdwenen waar beginnende bands kunnen spelen. Het Platformtheater, Lola en eerder waren we De Spieghel al kwijtgeraakt. Kroegen die nog weleens een band laten optreden hebben het zwaar.'
De tijd zal leren of we straks een verloren generatie artiesten hebben
Peter Dijkstra - Progammeur poppodium Vera
En dat terwijl je die plekken juist nodig hebt, meent Dijkstra. 'Bands moeten vlieguren kunnen maken voordat je klaar bent voor het podium van Vera. De tijd zal leren of we straks een verloren generatie artiesten hebben.’ Naast popmusici maakt Dijkstra zich vanuit eigen perspectief vooral zorgen over de vrijwilligers van Vera. De club draait voor een groot deel op onbetaalde krachten.
‘Onze vrijwilligers draaien allemaal mee voor de fun, omdat ze zich hier fijn voelen. Financieel levert ze dat niks op. Dus als je geld verdient met een andere baan, bijvoorbeeld in de horeca, en die baan verdwijnt door corona, dan moet je op zoek naar iets anders en dan kan dat best iets zijn buiten Groningen. We merken dat nu nog niet echt, maar ik maak me daar wel zorgen over als dit allemaal langer gaat duren.’
Poppodium Vera aan de Oosterstraat in Stad
Poppodium Vera aan de Oosterstraat in Stad © René Walhout/RTV Noord

Marsmuziek en opera-dramatiek

Ondertussen hoopt Dijkstra dat 2022 een beter jaar wordt en is hij enthousiast over de bands die hij inmiddels heeft geboekt. ‘Deze week hebben we Shortparis uit Moskou vastgelegd. Dat vind ik typisch een band met een verhaal. Ze zijn kritisch op het Poetin-bewind. Je hoort bij hen Russische marsmuziek gecombineerd met opera-dramatiek.’
Voor ons publiek en voor onze vrijwilligers zijn we voor een groot deel afhankelijk van studenten
Peter Dijkstra - Progammeur poppodium Vera
De programmeur denkt dat het komende jaar bands uit de rest van Europa belangrijker voor Vera gaan worden. ‘Voor Amerikaanse en Australische bands wordt het steeds lastiger om een tour door Europa te plannen. Overal zijn andere coronamaatregelen. Het risico dat je tour vastloopt is te groot, dus veel bands wachten nog af. Vandaar dat ik ook kijk naar wat er in Oost-Europa en de Balkan gebeurt op het gebied van popmuziek.’

Studenten zijn er zomers niet

Dat corona ook in 2022 van grote invloed zal zijn op het programma van Vera, is voor Dijkstra vrij zeker. Hij verwacht dat hij ’s winters vaker te maken krijgt met beperkende maatregelen. Maar om zijn programmering vooral op de zomerperiode te richten ziet hij niet als een oplossing.
‘Voor ons publiek en voor onze vrijwilligers zijn we voor een groot deel afhankelijk van studenten. Die zijn er in de zomer niet. Dan zijn er wel overal festivals, dus dan ga je daarmee concurreren. En dan nog is het de vraag of mensen, als het mooi weer is, trek hebben om naar Vera te gaan.’