Door de mand: Kees Vlietstra breekt een lans voor darters

Kees Vlietstra
Kees Vlietstra © RTV Noord
The Flying Scotsman, The Machine, Bully Boy of Snakebite: wie wordt wereldkampioen darts? Heb als achter-achtergrondjournalist keihard door moeten werken afgelopen twee week. Darts gevolgd. Nogmaals, dat was puur beroepsmatig.
Heb namelijk niet zo veel met dat pijltjes gooien. Vind die hele wereld eromheen wel weer interessant. De show, het mentale spelletje, de shirts, de mastercaller (one hundred and eighty!!), het carnavalspubliek, de hilarische serieuze analyses, het bier drinken en vooral de bijnamen. Want kom op hé, Bully Boy, dan ben je toch al een champ? Of een sjomp.
Iets anders. Of eigenlijk ook niet, want het heeft toch ook weer veel raakvlakken met die bijnamen in dat darten. Afgelopen oud en nieuw stond ik na middernacht bij het vreugdevuur in Engelbert. De jeugd van het dorp had verstand van dorst. De oudere Engelberters wensten elkaar veul haail en zegen in t neie joar.
Opeens zag ik hem staan. Hij mij ook.
Moi Keessie.
Moi Brinkie.
We hadden elkaar al een tijdje niet gezien. Het was al snel weer vertrouwd. Dom lullen verleer je niet. Keessie en Brinkie. Dat waren onze bijnamen in het derde van Engelbert. Net zoals op het veld waren we ook buiten de lijnen niet heel creatief. Geen originele bijnamen in het derde. Wel veel vervoegingen van voor- of achternamen. De uitgang -ie was populair. Bossie, Sjakie, Hekkie, Knolllie, Sjonnie en Brinkie. De rest werd aangesproken met 'Hé', 'Lul', Piemel' of 'Sjomp'. Die bijnamen rouleerden. De mooiste bijnaam was voor Marcel. Die noemden we Geen Lontje. Geen Lontje speelde, tenminste als hij niet geschorst was, op het middenveld. Geen Lontje was geen liefhebber van kunstgras en al helemaal niet van de studentjes van Forward.
Voordat Geen Lontje bij Engelbert kwam voetballen heeft hij gespeeld bij Lewenborg, De Vogels en had hij een vast contract bij de Z-Side van de FC. Geen Lontje deed zijn bijnaam eer aan. Geen Lontje was zo'n speler waar je liever mee dan tegen speelde. Mooie kerel.
Het werd een mooie Engelberter nacht. Heb samen met Brinkie een rondje gelopen door het dorp en in woonkamers, tuinhuisjes en skihutten het nieuwe jaar ingeluid. Brinkie was in vorm.
Zaterdag en zondag stonden in het teken van herstel. En tijdens dat herstel veel live-wedstrijden voet-, basket- en football gekeken. En darts dus. Door de jaaroverzichten op de verschillende (sport)zenders dwaalde ik ook regelmatig af naar mijn eigen Geheugenbalkon. De beste wedstrijd ooit van Brinkie. Schreef daar eerder al eens over. Het is namelijk al heel lang geleden.
Noem hem conservatief of omslachtig, het maakt hem allemaal niets uit. Brinkie is en blijft een man van tradities. Zo heeft hij drie uitgesproken principes.
Één: met kerst koop je een echte kerstboom, zo één met naalden en een kloede, en nooit maar dan ook nooit een kunstkerstboom.
Twee: barbecueën doe je op kolen en niet op gas.
Drie: voetballen doe je op zwarte voetbalschoenen. Geen moderne roze, kekke, neonschoentjes. We zijn hier op een voetbalveld. Niet in de Golden Arm.
Zo is René nou eenmaal. Verder was Brinkie op zijn best in de kantine en in Harry's Café. Wat minder in het zestienmetergebied.
Gek op bier en hij gruwelt dan weer van borstverkleining bij vrouwen. Kortom, een man zoals er zoveel rondlopen in Engelbert en omstreken.
Zijn beste wedstrijd speelde hij tegen Farmsum 3. De mannen uit Noordoost-Groningen hadden de avond voor de wedstrijd een barbecue gehad. Op kolen. En een feestavond. En u weet hoe dat gaat op een feestje in die contreien: Vol gas. Dat feestje dan hè, niet die bbq.
De meeste spelers van Farmsum 3 hadden het niet gehaald om om 10.00 uur in Engelbert aan de aftrap te staan. Ook de keeper niet. Die werd een dag later uitgeteld teruggevonden in het babybassin van de zeehondencrèche in Pieterburen.
Ze kwamen met elf man en een grensrechter. Afzeggen kon je niet maken, vonden ze. Er moest een veldspeler op de goal. En daar wist Engelbert 3 wel raad mee. Brink begon tot zijn grote verbazing én teleurstelling én woede op de bank. Die frustratie kwam de tweede helft tot een ontploffing. In de zestienmeter voor het MFC. In de spits. René Brink scoorde de ene goal na de andere. Zijn derde was een beauty. Met een dubbele sleep. Michael Laudrup 2.0.
Na afloop was hij de gevierde man in het MFC. Uitslag 20-1. Hij had maar liefst vijfmaal gescoord. Dat was hem in zijn hele carrière, meer dan veertig jaar in het groen en wit van VV Engelbert, nog nooit gebeurd. Het hoogtepunt van Brinkie was tot zondag een doelpunt, een intikkertje, na voorbereidend werk van oud FC Groningen-speler Barend Beltman tijdens het jaarlijkse Sport & Spel Weekend. 'Eindelijk een speler die me begrijpt', was het droge commentaar van Brinkie na afloop.
Mooie tijden. Terug naar de onze(kere). Terug naar het WK darten. Maandag is de finale.
Darts is eigenlijk hoofdrekenen met pijltjes. Het is verbazingwekkend hoe snel die darters weten wat ze moeten gooien. Tip voor de nieuwe minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf: neem darts als nieuw vak op in het lesprogramma van de PABO. Fijne motoriek met hoofdrekenen.
Verder hoort dat darten thuis op de World Games. Dat zijn de Olympische Spelen voor niet olympische sporten. Net als kastje biljarten, bluffen onder de beker, klaverjassen, beerpong, flipperen, paling roken, reddend zwemmen, stoeprandje en dwergwerpen.
Nee, nee, nee, stop de tijd. Voor ik alle hardcore darters over me heen krijg, darts is topsport. Jampie, een kameraad van me uit Sappemeer, ging in de begintijd van Barney (bijnaam) ook een potje gooien. Tegen een vriend. Met een slokkie op. Ze spraken af 'best of twenty' te spelen. Wie is de beste? Bij de twintigste set, drie dagen later, kwamen ze erachter dat ze niet zo goed konden darten. En niet zo goed konden hoofdrekenen. Eindstand 10-10.