Deze dag: De Grunneger toal verdwijnt. Of toch niet?

Is de Grunneger toal nog te redden?
Is de Grunneger toal nog te redden? © Sjors Visscher/Nieuwsblad van het Noorden
Anja Brandsma wist het zeker. De conclusie van haar doctoraalscriptie ‘In richt- en slichte toal’ luidde: het Gronings is gedoemd te verdwijnen. Ze deelde die voorspelling met alle Groningers op deze dag, 15 januari 1989.
Anja onderzocht de kennis van het Gronings onder mannen en vrouwen van verschillende leeftijden in Warffum. Die nam af. In rap tempo. Op school werd het spreken van dialect destijds steeds meer als ‘boers’ beschouwd. Radio en TV kwamen meer en meer op, ‘waardoor behalve Nederlandse, ook Engelse woorden het Gronings verdrongen’.
Daarnaast maakten steeds meer mensen volgens haar maatschappelijk carrière en die gaan vervolgens Nederlands spreken: ‘Dat geeft meer aanzien, vinden ze’. Onderzoeker Brandsma deed tenslotte de voorspelling dat van het Gronings in de toekomst ‘nog slechts het knauwend accent zal bestaan.’
Ruim dertig jaar later in de tijd zijn we inmiddels. Collega Erik Hulsegge, gevierd RTV Noord-columnist en maker van ‘Noordmannen’ op zondagochtend, staat met enige regelmaat voor een klas vol Groningse kinderen. Veel vingers gaan de lucht in, als Erik vraagt wie van de grootouders er Gronings spreken. En de ouders? Het zijn er nog een paar.
De kinderen zelf spreken de taal helemaal niet meer, blijkt dan steevast. Het Gronings verdwijnt. Op deze dag in 1989 was dat al de voorspelling. Anja Brandsma onderzocht het, kwam tot die conclusie en vond dat jammer, ‘omdat de taal past bij de bevolking, bij mensen die eerst de kat uit de boom kijken.’
En toch. Uitgerekend Siemon Reker, de enige echte professor in de Groninger taal en cultuur die we gehad hebben, houdt een kleine slag om de arm. De man die voor de radio 'Sloaperstil' en 'Station Noord' maakte, ziet ook wat er gebeurt en hoe snel het Gronings afkalft. Maar zegt niettemin: ‘Als we het zouden willen, is dit te stoppen.’
Groningers kunnen zelf de taal letterlijk in leven houden, betoogt hij. Dat gebeurt bijvoorbeeld niet eens zo ver bij ons vandaan: ‘In Wales is precies dat aan de hand. Mensen willen het, spreken het, de taal overleeft.’ Juist in een tijd waarin volgens sommigen het eigene van onze provincie sterker dan ooit wordt benadrukt, kan de taal daarin een rol spelen.
Neerlandica Anja Brandsma publiceerde op deze dag in de geschiedenis, 15 januari 1989, haar onderzoek naar de toekomst van het Gronings. Ze deed dat ‘in richt- en slichte toal’, een citaat uit het Grönnens laid, zoals Geert Teis dat in 1919 schreef:
Doar woont de dege degelkhaaid,
de wille, vast as stoal,
Doar vuilt t haart, wat tonge sprekt,
in richt- en slichte toal.
Klare taal, duidelijke taal betekent het. Wie weet kan het Gronings nog een verbindende rol spelen in onze provincie, de komende jaren. Als we het zelf willen.