Woonlasten stijgen dit jaar minder dan vorig jaar
De woonlasten in de grootste gemeenten van Nederland zijn dit jaar niet zo sterk gestegen als vorig jaar. Volgens onderzoekscentrum COELO van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) komt dat vooral omdat huishoudens met een koopwoning minder extra hoeven te betalen voor de afvalstoffenheffing.
Die steeg dit jaar gemiddeld zo'n 7 euro, waar er vorig jaar 31 euro extra neergeteld moest worden.
Gezinnen betalen ongeveer 25 euro meer
Alles bij elkaar zijn gezinnen nu zo'n 25 euro meer kwijt, oftewel 2,9 procent extra. Het gaat om een veel kleinere stijging dan in 2021 toen de woonlasten 6,7 procent opliepen. Destijds sprak COELO van de grootste stijging van de woonlasten in jaren. Het betekent dat huiseigenaren nu in doorsnee 876 euro betalen aan onroerendezaakbelasting (ozb), afvalstoffen- en rioolheffing. De bedragen kunnen wel sterk verschillen per gemeente.
Van de onderzochte veertig grootste gemeenten zijn de woonlasten het hoogst in Leiden met 1162 euro. In Tilburg zijn de koopwoningbezitters met 687 euro het voordeligst uit.
Cijfers voor huurders zijn anders
Voor huurders liggen de cijfers iets anders. Hun gemeentelijke woonlasten stijgen dit jaar 1,5 procent, wat eveneens een beduidend kleinere toename is dan vorig jaar. In een huurwoning moet je alleen de afvalstoffenheffing betalen en in sommige gemeenten ook rioolheffing, maar geen ozb. In de grootste gemeenten gaat het gemiddeld om 400 euro. Dat is 6 euro meer dan vorig jaar.
