Horecaondernemer loopt voor de troepen uit en gooit de deur open
25 januari 2022, 17:02 • 2 minuten leestijd
Ondernemer Arjan Kenter heeft de deuren van zijn broodjeszaak in Winschoten geopend. Tegen de regels in, hij weet het. Maar Kenter is het wachten zat.
Over de situatie waarin hijzelf en andere horecaondernemers zitten, zegt hij: ‘Wil je dat ik het netjes verwoord, of met een woord van drie letters?’
Deuren open
Kenter is eigenaar van twee ondernemingen in Winschoten: een snackbar en een broodjeszaak. In de snackbar zijn geen zitplaatsen, in zijn broodjeszaak kan hij normaal gesproken zo’n twintig klanten kwijt. Buiten op het terras een soortgelijk aantal. Maar klanten mocht hij de afgelopen maanden niet ontvangen.
Horecaondernemer is het wachten zat
Kenter: ‘Het is waardeloos, echt waardeloos. Ik denk dat een heleboel horecaondernemers inmiddels eigendom zijn van de Belastingdienst. Die hebben achterstallige belastingen en noem allemaal maar op.’
Ik was gisteren open en vandaag ook. Tja, een beetje ondeugend. Maar het heeft lang genoeg geduurd
Hij vervolgt: ‘Natuurlijk, er was een situatie waarin de ziekenhuizen vol lagen met coronapatiënten. Logisch dat er toen iets moest gebeuren. Maar op dit moment is de verhouding zoek. Het aantal besmettingen neemt enorm toe, maar in de ziekenhuizen merken ze daar weinig van. Dan kun je dus alles weer opengooien.'
Voor de troepen uit
Naar alle waarschijnlijkheid gaat het kabinet dinsdagavond bekendmaken dat onder andere de horeca onder voorwaarden weer open mag. Maar Kenter wilde geen dag langer wachten.
‘Ik was gisteren open en vandaag ook. Tja, een beetje ondeugend. Maar het heeft lang genoeg geduurd. En volgens mij maakt het voor de besmettingen niet uit of ik een dag eerder of later open ben.’
Of hij het spannend vindt? ‘Spannend, spannend... Ja, weet je. Wat is het grootste risico? De gemeente kan langskomen en zeggen: dit vinden wij niet leuk, je moet echt dicht. Ik zou het flauw vinden, maar dan halen we alles toch weer naar binnen?’
Je wil zelf je brood verdienen en niet steeds je hand ophouden
Zover komt het niet. Kenter heeft van 10.00 uur in de ochtend tot een uur of 17.00 zijn deuren open. En het is een komen en gaan van klanten.
Appelgebakje
‘Bist open?’, vraagt een vrouw op straat. ‘Zeker!’, antwoordt Kenter. ‘Ah kiek, dan parkeer ik eem mien fietse.’ Een minuut later staat mevrouw binnen en bestelt ze een kop koffie.
Op het terras zitten ondertussen zes mensen en is Kenters personeel druk in de weer met kopjes koffie en broodjes. ‘Dit is toch wat je wil? Hiervoor ben je ondernemer geworden. Je wil zelf je brood verdienen en niet steeds je hand ophouden. Hier word ik vrolijk van!’
