Rapport: over dertig jaar arbeidsmigranten nodig om noordelijke economie draaiende te houden

Meer noorderlingen moeten actief zijn op de arbeidsmarkt, zo blijkt uit onderzoek
Meer noorderlingen moeten actief zijn op de arbeidsmarkt, zo blijkt uit onderzoek © Niek Verlaan / Pixabay
Om over dertig jaar nog genoeg beschikbaar personeel op de arbeidsmarkt te hebben, moeten meer noorderlingen gaan werken. Anders zullen arbeidsmigranten nodig zijn om de noordelijke economie draaiende te houden.
Dat blijkt uit Economische Barometer Noord-Nederland 2021, een rapport dat in opdracht van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe is uitgebracht.
‘Evenals de totale bevolking zal ook de potentiële beroepsbevolking, inwoners tussen 15 en 75 jaar, de komende dertig jaar afnemen. Het Noorden telt in 2050 naar schatting circa zestien procent minder 15 tot 75-jarigen dan in 2020’, zo stelt het rapport. Landelijk stijgt de beroepsbevolking de komende dertig jaar met een kleine twee procent.

Functie elders

De provincies Groningen, Friesland en Drenthe stellen dat meer noorderlingen moeten meedoen aan de arbeidsmarkt of dat personeel van elders gehaald moet worden.
‘Om een voldoende omvang van de beroepsbevolking te houden, zal de arbeidsparticipatie de komende jaren verder moeten stijgen. Ook zal de vraag naar arbeidsmigranten wellicht gaan toenemen.’

Noorden krimpt in meerdere opzichten

Dat zal bepaald geen sinecure zijn, want de ontwikkeling van de beroepsbevolking liep in het Noorden de afgelopen tien jaar al achter op de rest van Nederland. ‘De afvlakking van de groei is een eerste teken van naderende krimp’, zo concluderen de provincies.
Naast de negatieve ontwikkelingen rond beschikbaar personeel is ook de banenkrimp ingezet. Al voor de coronacrisis, vanaf het jaar 2019, liep de werkloosheid op, zo leren cijfers uit het rapport. Bovendien zijn in Noord-Nederland de sectoren bouw, vervoer, nutsbedrijven en de energiesector de afgelopen tien jaar in omvang gekrompen.

Verdiepende studie

Gedeputeerde IJzebrand Rijzebol (CDA) wil een verdiepende studie naar onder meer de oplopende werkloosheid.
‘Ik ben niet echt geschrokken, maar ik vind het wel opmerkelijk’, stelt Rijzebol. ‘Het kan niet zo zijn dat we op het gebied van werkgelegenheid en de arbeidsmarkt een andere trend vertonen dan de rest van Nederland.’
Rijzebol wijst naar de toename van bedrijvigheid in Groningen, terwijl de werkgelegenheid niet in die mate meegroeit. Tussen 2011 en 2020 nam het aantal vestigingen van bedrijven met bijna negentien procent toe. Friesland is in het noorden koploper, gevolgd door Groningen en Drenthe.

Achterstand loopt op

De groei van bedrijvigheid loopt ook achter ten opzichte van de rest van Nederland. In dezelfde periode groeide het aantal bedrijfsvestigingen in de rest van het land met 35 procent.
De CDA-bestuurder vindt het niet logisch dat de bedrijvigheid wél toeneemt en de werkgelegenheid niet in die mate meegroeit. ‘Het is opmerkelijk dat de bedrijvigheid wél toeneemt. Dat is een discrepantie en die wil ik verklaard zien.’