Noord-Nederland: Altijd op de tweede rang

Groningen als Duitse deelstaat
Welvaart steeds schever verdeeld

Achterstand wegwerken
De regio kreeg nog een zak met geld en moest zich maar zien te redden
Blindstaren op onjuiste groeigedachte

Nieuwe dynamiek
De tijd dat alles draaide om Schiphol, de Zuidas of de haven van Rotterdam is echt voorbij
Kritisch over Regiodeals
Brede welvaart als vertrekpunt

De achterstand van Noord-Nederland kent een historische oorzaak, zegt Marijn Molema, bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit en Dynamiek aan de Rijksuniversiteit. In 2011 publiceerde hij ‘Na-oorlogs sociaal-economisch beleid doorgelicht’, waarin hij de economisch-historische ontwikkeling van Noord-Nederland op een rij zet.
‘In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw zijn er mooie ideaalbeelden geschetst’, begint Molema. ‘Groningen en andere ontwikkelingskernen in onze provincie zouden net zo welvarend worden als heel Nederland.’
Stimuleren platteland
Aangespoord door snelle bevolkingsgroei ging de Rijksoverheid de economie op het platteland stimuleren. ‘Industriebedrijven werden gestimuleerd om zich buiten de Randstad te vestigen. Plaatsen als Drachten en Emmen zijn in die tijd ontwikkeld tot plaatsen met een regiofunctie. De arbeid trok inwoners.’
In de jaren 70 werd de lijn van de blik op de regio doorgetrokken, ware het niet dat de kabinetten Biesheuvel en Den Uyl verdere ingrijpende plannen bedachten. Het Rijk kwam met een ‘Integraal Structuurplan’, een soort deltaplan om de randen van Nederland te laten aanhaken op de welvaartsontwikkeling in de Randstad.
Luchtballon
‘Dit plan kwam vanuit de gedachte om Noord-Nederland voor eens en altijd goed aan te pakken. Het richtte zich niet alleen op de economie, maar ook op sociale voorzieningen. Het bleek uiteindelijk een luchtballon te zijn, wat leidde tot een kentering.’
De kentering werd vormgegeven door oud-Shell-topman Gerrit Wagner. Vanuit de gedachte ‘Don’t back de losers, pick the winners’ presenteerde een commissie onder leiding van Wagner het rapport ‘Een nieuw industrieel elan’.
Het bevatte verstrekkende adviezen aan het Rijk. Aandacht moest gaan naar economische kerngebieden als Schiphol en de havens. Het idee van regionale spreiding moest worden losgelaten. Spreiding van industriële ontwikkeling is ‘achterhaald’ schreef het rapport. De kabinetten Lubbers I tot en met IV namen die gedachtensprongen grotendeels over, mede aangezwengeld door de globaseringsgolf na de val van de Muur in 1989.
Competitief
‘In Nederland ontstond naast deze globaliseringsvreugde ook angst. Nu moesten we als klein landje ook economisch competitief blijven. Het beleid om de economische cashcows als de Rotterdamse haven en Schiphol nog sterker te maken heeft vanaf dat moment zo’n vijftien jaar lang overheerst. Dat ging ten koste van meer kwetsbare gebieden.’
Molema noemt het voorbeeld de regio Oldambt als slachtoffer van veranderende industrie en globaliseringsdrang. ‘Plaatsen als Emmen en ook Winschoten werden in de jaren 50 en 60 nog als ontwikkelingskern gezien, maar zijn nu totaal niet meer in beeld. De strokarton in de regio Oldambt is nagenoeg verdwenen.'
Oldambt en Okto
'Destijds werd het plan bedacht om in Winschoten een ultramoderne strokartonfabriek te bouwen, de OKTO. Dat is een finale mislukking geworden. De fabriek heeft alleen maar geld gekost en is uiteindelijk ontmanteld zonder ooit één cent winst te hebben gemaakt.’