Column: 15.000 vrouwen

Erik Hulsegge
Erik Hulsegge © RTV Noord
Ik wil het hebben over vrouwen. 15.000 vrouwen. Vijftienduizend in letters is dat. Stel je eens voor dat er bij jou in de straat vijftienduizend vrouwen zouden staan. In mijn straat passen ze niet eens. Kortom: vijftienduizend vrouwen zijn heel erg veel vrouwen.
De Belgische schrijver Georges Simenon, die van Commissaris Maigret waar aan het Jaagpad in Delfzijl een standbeeld van staat, heeft het ook over veel vrouwen gehad. Volgens Simenon zelf had hij in zijn leven het bed gedeeld met tienduizend vrouwen. Daarnaast schreef hij in datzelfde leven zo’n vijfhonderd romans.
Dan zijn tienduizend vrouwen ook heel erg veel. In huidige tijden zou Simenon waarschijnlijk met pek en veren de wereld uit zijn gedragen. Je denkt nu misschien waar gaat dit heen.
Nou, ik ga het opnemen voor vrouwen. Niet voor die tienduizend van Simenon, want daarvan is zeer waarschijnlijk niemand meer in leven. Maar ik hoop wel - en zeker voor de Delfzijlster vrouwen waarmee de schrijver in de bedstee heeft gelegen - dat ze een fijne tijd met de Belgische vrouwenverslinder hebben gehad.
Nee, ik ga het opnemen voor vijftienduizend andere vrouwen. Beter gezegd: vijftienduizend moeders. Een van die vijftienduizend moeders is Trudy Scheele-Gertsen. Op haar 21e werd ze smoorverliefd op een knappe jongen. De ongebreidelde liefde werd ongebreideld bedreven. Op een dag werd Trudy niet meer ongesteld en bleek ze zwanger.
En veranderde haar wereld van een liefdevolle hemel in een verlaten hel.
Vriendje keer haar de rug toe. En van haar ouders hoefde ze niet meer thuis te komen. Ze stond met een volle buik alleen in de wereld. Opgevangen door de nonnen dacht ze een plek te hebben gevonden om in alle rust haar zwangerschap te kunnen voltooien. In de maanden voor de bevalling breide ze, zich verheugend op haar kind, alvast de babykleertjes.
Hoe dichterbij de bevalling kwam, hoe vaker haar werd gevraagd of ze haar kind niet wilde afstaan. Telkens was het antwoord van Trudy een beslist nee. De vraag werd geen vraag meer en steeds meer een gebod hoe ze het kind ging afstaan. Enkele dagen voordat haar kind ter wereld kwam kreeg ze de keus: of haar kind ging naar een inrichting of het ging naar een adoptiegezin. Een andere keus had Trudy niet. Haar kind houden was geen optie.
Een keus die ze niet wilde maken, maar een keus die voor haar werd gemaakt. Meteen na de geboorte werd haar zoon bij haar weggehaald. Ze moest zichzelf omhoog hijsen om een glimp van hem op te kunnen vangen, want de nonnen wisten niet hoe snel ze de baby weg moesten dragen. Het leven van Trudy zou nooit meer hetzelfde zijn.
Deze gruwelijke scheiding van haar zoon vond plaats in 1968. Nooit heeft Trudy het kunnen verkroppen wat haar is aangedaan. Decennia later begon ze een rechtszaak tegen de staat, tegen de Raad voor de Kinderbescherming voor genoegdoening, voor gerechtigheid. In haar kielzog 14.999 andere vrouwen die tussen 1956 en 1984 min of meer hetzelfde hebben meegemaakt.
Deze week ging het een tikje geruisloos voorbij, in mijn krant stond het niet eens. Maar de rechtbank heeft uitspraak gedaan in de kwestie. Volgens de rechter kon de Nederlandse staat en de Raad voor de Kinderbescherming niet aansprakelijk worden gesteld voor wat haar en alle andere ‘afstandsmoeders’ is aangedaan.
Volgens de rechter was de kwestie verjaard en kon niet worden gezegd dat de Raad voor de Kinderbescherming onrechtmatig heeft gehandeld. ‘De juridische beoordeling die de rechters hebben gemaakt doet niets af van uw verdriet’ had de rechter er fijntjes aan toegevoegd.
Vijftienduizend piepjonge moeders zijn in al die jaren bezweken onder de druk van maatschappelijk werkers en werksters, nonnen, huisartsen, Kinderbescherming en andere zogenaamde hulpinstanties. Let op het woord zogenaamd. Trudy zag haar zoon na vijftig jaar terug. Vijftig jaar elke dag aan haar verloren zoon gedacht. Nooit zal ze voor dat leed genoegdoening krijgen.
‘Mensonterend, een schande’ sprak zij over deze afgrijselijke miskleun in de geschiedenis.
Ik ken ook iemand als Trudy. Dat is mijn biologische moeder. Ook zij draagt al meer dan 54 jaar lang een ondraaglijk leed met zich mee. Ook zij bezweek onder de druk van maatschappelijk werk, ouders en Kinderbescherming.
Ook zij is een van die vijftienduizend vrouwen, een van die vijftienduizend afstandsmoeders. Die hadden allemaal een kind. Vijftienduizend kinderen. Ik bedenk me dat het zeker 15.001 moet zijn, want mijn biologische moeder moest een eeneiige tweeling afstaan.
Ik, als misschien wel kind 15.001 heb die rechtszaak van Trudy vanaf de zijlijn ook gevolgd. Ik vroeg me af bij deze idiote draaimolen van het leven, bij deze onbegrijpelijke dwaling van de mensheid, en dat doe ik eigenlijk al heel erg lang:
Waarom?

Erik Hulsegge

Ik wil hierbij alle mensen bedanken die vorige week een reactie hebben gestuurd naar aanleiding van mijn oproep voor een Gronings woord voor spinnenwiel. Het was overweldigend!