Groningse huisartsenpraktijken: ruimtegebrek is grootste probleem

Huisartsen in de provincie lopen er tegenaan dat hun praktijken te klein zijn. Daardoor hebben ze geen ruimte voor extra personeel en kunnen nieuwe patiënten zich niet inschrijven.
Driekwart van de huisartsen ervaart één of zelfs meerdere nadelen van de huisvesting van hun praktijkruimte. Daardoor lopen ze tegen grenzen aan. Dat blijkt uit een peiling van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Ruimtegebrek staat bovenaan de lijst en dat heeft vervelende gevolgen voor de patiënt én het personeel.
Geen patiëntengroei mogelijk
In bijna de helft van de gevallen is geen patiëntengroei mogelijk omdat de praktijk daar niet geschikt voor is. Ook kan 39 procent van de huisartsenpraktijken geen extra personeel aannemen om de toestroom van nieuwe patiënten op te vangen. En ruim een derde van de praktijken kan geen co-assistenten opleiden omdat daar geen plek voor is.

Bron: Onderzoek Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).
De behoefte aan uitbreiding is groot. Huisartsen krijgen het steeds drukker en moeten meer zorgtaken uitvoeren. Dit komt doordat taken van de tweede naar eerste lijn verschuiven.
Ook vergrijzing speelt een belangrijke rol. Ouderen wonen langer zelfstandig, maar moeten wel makkelijk een huisarts kunnen bezoeken. Dan is het belangrijk dat de huisarts niet te ver weg zit.
Huisartsen die willen verhuizen, verbouwen of uitbreiden lopen tegen grote belemmeringen aan
Kenmerkend voor huisartsen in Groningen is de relatief grote behoefte om te verhuizen naar een ander pand, zo blijkt uit de cijfers van de LHV. Maar het vinden van passende huisvesting is niet eenvoudig.
‘Huisartsen die willen verhuizen, verbouwen of uitbreiden lopen tegen grote belemmeringen aan en worden regelmatig van het kastje naar de muur gestuurd. Bovendien zijn de huur- of koopprijzen vaak veel te hoog en worden ze geconfronteerd met commerciële tarieven’, zegt LHV-voorzitter Mirjam van ’t Veld. Per patiënt ontvangen huisartsenpraktijken een vaste vergoeding van de Nederlandse Zorgautoriteit, maar die vergoeding weegt meestal niet op tegen de huidige vastgoedprijzen.
Huisvesting slechts tijdelijk
Een geschikt pand is vanzelfsprekend ruim genoeg en toegankelijk voor iedereen. Maar niet elke locatie die aan die eisen voldoet, is per definitie geschikt. Huisartsenpraktijken willen zich in de regel voor langere tijd op een locatie vestigen. In sommige gevallen zijn er wel panden in de regio beschikbaar, maar is huisvesting slechts tijdelijk mogelijk, blijkt uit een rondvraag. In die gevallen zet de zoektocht zich alsnog voort.
Er worden duizenden nieuwe woningen gebouwd, maar er is geen plek voor een huisartsenpraktijk
De LHV maakt zich vooral zorgen om nieuwbouwwijken. Bij de bouw van nieuwe woningen zou er onvoldoende rekening gehouden worden met maatschappelijke voorzieningen, zoals een huisartsenpraktijk. ‘Er worden dan in een gemeente duizenden nieuwe woningen gebouwd, maar er is geen plek voor een huisartsenpraktijk’, zegt Van ’t Veld.
Bij Huisartsenkring Groningen zijn die signalen nog niet binnengekomen, laat voorzitter en huisarts Harry Bulk weten. ‘Maar dat wil zeker niet zeggen dat dit probleem hier niet speelt. Ik kan me voorstellen dat huisartsen dit op lokaal niveau met gemeenten oplossen voordat de signalen bij de vereniging belanden.’
Balans tussen voorzieningen
‘We vinden het juist belangrijk dat een wijk een leefbare wijk is met voorzieningen voor de inwoner’, zegt de gemeente Groningen daarover. Binnen de gemeente zijn de afgelopen tijd meerdere zorgcentra bijgebouwd, waaronder in Oosterhaar, bij het Stationsplein en het Nesciopark in Haren.
Toch is de gemeente voorzichtig: ‘Wij zijn terughoudend bij transformatieverzoeken die bij ons binnen komen functiewijziging van een bestaand gebouw, red.), van maatschappelijke functies omzetten naar wonen in de woonwijken, omdat we deze waarden graag willen behouden in de woonwijken’, aldus een woordvoerder.
Oplossing
Volgens LHV-voorzitter Van ’t Veld moeten gemeenten, zorgverzekeraars en huisartsen samen optrekken om de huisvestingsproblematiek op te lossen. ‘Samen met deze partners moeten we zorgen dat de problematiek wordt aangepakt. Ik roep daarom de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op om met ons tot een plan van aanpak te komen.’