‘Kloofdenken helpt het Noorden niet vooruit’

Voortdurend benadrukken van economische achterstanden werkt averechts. Het Noorden moet vanuit eigen identiteit en zelfbewustzijn plannen maken die de regio vooruit helpen. Dat zeggen vooraanstaande noorderlingen. 'Zonder goede strategie hou je eigenlijk alleen maar je hand op.'
Vorige week bracht RTV Noord het verhaal ‘Noord-Nederland: altijd op de tweede rang’. Dit verhaal is een vervolg: hoe dichten we de kloof?
Mede door decennialang ‘Randstadbeleid’ van opeenvolgende kabinetten is Noord-Nederland op een grotere economische achterstand gekomen. De boosheid over die dieper wordende kloof uitte zich onlangs in het fakkelprotest tegen opschroeven van de gaswinning, het casino rond de bevingssubsidies en het plan om de kinderhartchirurgie in het UMCG te sluiten.
Maar kom bij Harm Post niet aan met het idee dat Noord-Nederland op de tweede rang staat. ‘Ik ben het er hartgrondig mee oneens’, reageert Post, die als directeur van Groningen Seaports tot een paar jaar geleden meehielp de Eemshaven tot bloei te brengen en nu actief is in meerdere toezichthoudende functies in het Noorden.
Kijk naar levensgeluk
‘Ik kan zo een hele zwik ontwikkelingen noemen waarbij de regio juist voorop loopt’, aldus Post. ‘We zitten op twintig minuten rijden van het grootste ongerepte natuurgebied van ons land, het werelderfgoed Waddenzee. Het is vijftien minuten rijden naar de donkerste plek van Nederland, het Lauwersmeergebied, waar je nog echt naar de sterren kunt kijken. Om het maar over levensgeluk te hebben.’
Dat gevoel van welvaart telt zwaar, zegt Post. Het is voor hem belangrijker dan allerlei achterblijvende economische prestaties van de regio, zoals lagere groei van banen en bedrijven hier, achterblijvende exportprestaties, het aandeel hi-tech bedrijven, of de lagere inkomens van de mensen.
‘Meermaals ben ik benaderd voor directiefuncties in Amsterdam of Rotterdam. Ik zou er meer gaan verdienen. Ik heb telkens de afweging gemaakt: leef ik dan ook fijner, woon ik mooier? Het antwoord was: nee. Welvaart uitgedrukt in geld, zegt me helemaal niks. Het gaat erom wat je ermee kunt.’
Welvaart uitgedrukt in geld, zegt me helemaal niks. Het gaat erom wat je ermee kunt
Komt bij, aldus Post: ‘Google vond ons de beste plek in Nederland, Vattenfall ook, Vopak ook. En met de universiteit hebben we een top-opleidingsinstituut in huis, waar een enorme internationalisering vanuit gaat. Loop je vijfhonderd meter door de stad, dan hoor je vijf, zes talen spreken. Van zoiets fleur ik helemaal op. Ik herken me totaal niet in dat gevoel van ’we zijn altijd de klos’.’
In een slachtofferrol
Het sentiment bij veel noordelingen is anders. Marijn Molema, bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit aan de Rijksuniversiteit Groningen begrijpt de boosheid over achterstelling.
Maar, zegt hij. ‘Het brengt ons niet vooruit. Het is gemakkelijk om te zeggen dat de stad het weer wint van het platteland of de Randstad van Noord-Nederland. Maar je plaatst jezelf in de slachtofferrol. Zo wordt het moeilijk om zelfbewust een toekomstplan te maken.’
Molema gelooft in de kracht van de regio. ‘Samenwerkende gemeenten kunnen toekomstplannen maken die realistisch zijn, die verband houden met de sterke punten in het gebied. En daar moet financiering door het Rijk dan bij helpen.’
Onbedoeld zorgde Molema onlangs voor een stukje zelfbewustzijn en trots in Friesland. Hij aanvaardde eind januari zijn hoogleraarschap en hield zijn oratie in Franeker. Het was 180 jaar geleden dat er in die Friese plaats zo’n rede werd uitgesproken. De Groninger Molema ziet het als kleine les: ‘Wees je ervan bewust hoe je dingen doet in je eigen gebied.’
Weinig passie voor de regio
Dat Den Haag ‘weinig passie voor onze regio heeft’ zoals Harm Post het uitdrukt, is ook voor hem reden te meer om vanuit eigen kracht plannen te maken: ‘Dat kunnen we als drie noordelijke provincies uitstekend. Laat de Rijksoverheid dan op onderdelen onze plannen faciliteren met geld en regelgeving. Maar ik heb liever niet dat Den Haag voor ons bedenkt hoe we het hier moeten doen.’

Post is allerminst somber over de (economische) toekomst van de noordelijke regio. ‘De plannen voor Hydrogen Valley zijn omarmd in Den Haag en door Europa. Grote bedrijven staan klaar om gigantische bedragen te investeren in de aanleg van windparken en de productie van waterstof.’
Hoezo achterstand?, verklaart Post, het Noorden ligt hier juist op kop: ‘De regio heeft eerst Nederland rijk gemaakt met gas en zal nu het land helpen in grote stappen te verduurzamen en daarin met de waterstofeconomie een voorbeeldrol spelen. Ik geloof sterk in dat soort grootschalige projecten, ondersteund door grote industriële conglomeraten. Meer dan in beleidsplannen vanuit Den Haag.’
Noordelijke lobby krachtiger en eensgezinder
Dat het economisch wiel in de Randstad harder draait is helaas van alle tijden, verklaart directeur Dina Boonstra van de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden (NOM). ’Maar redeneer je vanuit eigen kracht of benadruk je voortdurend dat je op het tweede plan komt? Ik doe liever dat eerste’, zegt Boonstra.
‘Je moet zorgen dat je een visie hebt en plannen en voorstellen klaar hebt liggen’, aldus Boonstra. ‘Niet pas een plan maken wanneer ergens een subsidie voor in het leven wordt geroepen.’
Helaas, zegt Boonstra, hebben Groningen, Friesland en Drenthe hier de voorbije jaren steken laten vallen. Het lobbyen kan een stuk eensgezinder en krachtiger, vindt ze.
De rest van het land heeft Noord-Nederland hard nodig
Zeker ook om duidelijk te maken dat de rest van het land Noord-Nederland hard nodig heeft, aldus Boonstra: ‘We kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de stap die we zetten naar een duurzame en circulaire samenleving, in de transitie naar positieve gezondheid en in de digitalisering van de industrie.’
‘In de vergroening van de chemie lopen de bedrijven hier voorop. Heel Nederland kijkt naar wat er in Delfzijl gebeurt. En vanuit de lifescience-sector is het plan opgezet voor Pharma NL (medicijnfabricage, red), dat zich richt op heel Nederland en niet op Noord-Nederland alleen.’
Overtuigend verhaal mist
De woorden van Post en Boonstra ten spijt, mist onderzoeker Otto Raspe nog altijd een eensgezind en overtuigend noordelijk verhaal. Raspe doet voor RaboResearch veel onderzoek naar de economische kracht van regio’s: ’Nodig is een plan waarvan ze in Den Haag echt enthousiast worden, waar men samen met de regio aan wil werken. Zonder doordachte strategie hou je eigenlijk alleen maar je hand op.’
Raspe vindt dat de regio hier tekortschiet: ‘Maak een goed verhaal en vertel duidelijk waar hulp nodig is om het verschil te maken. De drie provincies kunnen scherp kiezen voor een eigen koers. Er zijn regio’s in Nederland die dat doen, maar het Noorden blijft op dit punt achter.’
Tegelijk is ook een ander regionaal beleid nodig, zegt de Rabo-onderzoeker. ‘Nu is dat voor alle regio’s hetzelfde, terwijl de opgaven in het Noorden totaal anders zijn dan die in Amsterdam of Eindhoven. Wat ontbreekt is een gebiedsgericht instrumentarium. De aandacht moet gaan naar wat er in een regio nodig is voor bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, ondernemerschap of innovatie door bedrijven.’
Tot bloei komen
Dat is ook wat Floor Milikowski wil. Ze is sociaal geograaf en schrijver van het boek ‘Een klein land met verre uithoeken’ waarin ze beschrijft hoe welvaart steeds schever over het land verdeeld is geraakt. De Randstad is rijker geworden en de perifere gebieden zijn erop achteruit gegaan.

‘Gemeenten of provincies weten heel goed wat er moet gebeuren om bij hen de boel tot bloei te laten komen’, stelt Milikowski. ‘De ene plek zit met bouw- en sloopopgaven, elders is mobiliteit een knelpunt of blijft het onderwijs achter. Kennis daarover is lokaal aanwezig in de politiek, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Daar moet Den Haag beter naar luisteren en dan zo stimuleren dat óveral de brede welvaart toeneemt.’
De hulp aan regio’s die het minder voor de wind gaat kan veel slimmer en fijnmaziger, zegt Milikowski, zelf woonachtig in Amsterdam. ‘Wijs niet één gebied als Brainport, maar zie heel het land als een Brainport, waarbij alles nauw met elkaar is vertakt en met elkaar samenwerkt.’