Noordelijke lobby: beetje blaffen maar niet bijten

Bestuurders in Noord-Nederland geloven heilig in de kracht en potentie van de regio Noord-Nederland. Maar eensgezind optrekken richting Den Haag lukt ze zelden. En een stevig verhaal over wat de regio zelf precies wil, ontbreekt.
Vorige week bracht RTV Noord het verhaal over hoe Noord-Nederland de kloof met de rest van het land kan dichten. Want, zo zagen we eerder, Noord-Nederland zit altijd op de tweede rang. Dit verhaal gaat over wat de noordelijke bestuurders in Den Haag voor elkaar krijgen.
Het blijft een vervelende boodschap: Noord-Nederland presteert op vrijwel alle economische vlakken slechter dan de rest van het land. Kijk naar groei van de productie of het aantal banen, exportcijfers of innovativiteit door het bedrijfsleven. Alleen het werkloosheidscijfer is aardig gelijk getrokken, maar verder blijven de cijfers overal achter. En die regionale achterstand is alleen maar verder opgelopen de voorbije jaren.
Daar staat de optimistische taal van regionale politici, ondernemers en andere vooraanstaande noorderlingen tegenover. Daar heerst een rotsvast geloof in de plannen en de eigen kracht van de regio.
Het idee dat waterstof als heilige graal het Noorden dé impuls zal geven die het gebied nodig heeft bijvoorbeeld. Of de gedachte dat de komst van de Lelylijn een stroom nieuwe inwoners zal trekken.
Zuigeling aan de Haagse borst
Helaas mist de regio de economische kracht om de achterstanden op eigen houtje in te lopen. Waterstofplannen worden niet gerealiseerd zonder Haagse miljoenen en zonder miljarden van het kabinet geen snelle treinverbinding.
Wanneer de realisatie van dergelijke visionaire ideeën aan het initiatief van Den Haag - of Brussel - wordt overgelaten, dan kunnen Groningen, Friesland en Drenthe lang wachten op bloei van economie en samenleving.
Dat het Noorden hier zijn stem luid laat klinken, is hard nodig. Want de regio herbergt maar een kleine tien procent van de inwoners van ons land. Wanneer je je stem daarop aanpast, hoort niemand je.
Verwachten dat Tweede Kamerleden een stevige vuist maken voor deze regio, komt dichtbij een illusie. Heel Drenthe wordt door één Kamerlid vertegenwoordigd, Groningen door vijf en er zijn vier Friese volksvertegenwoordigers. Tweede Kamerleden zien bovendien regionale belangen niet als een prioriteit, want in Nederland worden Kamerleden niet gekozen op basis van geografische herkomst.
Weinig gewicht in de schaal
Juist omdat de noordelijke provincies weinig gewicht in de schaal leggen, hebben ze elkaar hard nodig, zegt voorzitter Sieger Dijkstra van werkgeversorganisatie VNO NCW Noord. ‘Den Haag verwacht ook dat ze met een gezamenlijk verhaal komen’, benadrukt Dijkstra. ‘Is dat er niet, dan komt ze dat in Den Haag wel goed uit. Kunnen ze de provincies wat tegen elkaar uitspelen. Willen we als Noorden wat bereiken, dan doen we er goed aan eensgezind te zijn.’
Beluister hier de podcast Voorwaarts Voorwaarts over de kloof tussen Noord-Nederland en de Randstad. Te gast zijn commissaris van de Koning René Paas en VNO NCW Noord-voorzitter Sieger Dijkstra. Zij gaan in gesprek met Loek Mulder en Martijn Folkers van RTV Noord. Klik hier voor de link naar Spotify.
Bestuurders blijven maar hameren op het waterstofverhaal
Een krachtig en doortimmerd plan
En dan komen we op het punt waar het knelt. Die eendracht mist. Waar blijft een krachtig, doortimmerd noordelijk plan? Een visie op waar het gebied naar toe zou moeten, hoe de ontwikkelingen in de regio kunnen bijdragen aan de welvaart van het land als geheel en op welke punten Den Haag zou moeten bijspringen.
Alleen wanneer het gebied erin slaagt een heldere en krachtige visie op de toekomst van deze regio over te brengen, gecombineerd met plannen waarmee deze visie werkelijkheid kan worden, worden ze in de Randstad misschien een beetje warm.
‘Bestuurders blijven maar hameren op het waterstofverhaal’, zegt Jouke van Dijk, hoogleraar regionale arbeidsmarktontwikkeling aan de RUG en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Noord-Nederland.
Los van de twijfels die Van Dijk heeft over de kansen voor waterstof als motor voor de regio, zegt hij: ‘Ik mis een brede visie op hoe dit gebied er in 2050 uit moet zien, een integraal plan voor het Noorden. Dan kun je goed kiezen, hier deze ontwikkeling en daar die.’
Geen uitgewerkte plannen
Ontbreken van samen optrekken komt de regio regelmatig duur te staan, legt VNO NCW-voorman Dijkstra uit. Zo werden plannen afgewezen die de noordelijke provincies indienden om voor geld uit het Nationaal Groeifonds in aanmerking te komen. In dit Wobke-Wiebes-Fonds, ingesteld in 2020, zit twintig miljard euro voor goede toekomstplannen.
De noordelijke voorstellen waren echter niet goed uitgewerkt, vond het Groeifonds. Dijkstra: ‘Met meer coördinatie en betere onderlinge afspraken kunnen we echt meer bereiken.’

Brainport Eindhoven als voorbeeld
Op de burelen van Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) kijken ze wat dat betreft met bewondering en soms ook met jaloezie naar de lobby rond Brainport Eindhoven. Daar slaagden de lobbyisten er in het verhaal van Brabant om te buigen.
Brainport Eindhoven is voor SNN hét voorbeeld van een succesvolle regiolobby.
Evenals Noord-Nederland voelde Eindhoven zich onderbedeeld en worstelde de regio met gebrek aan aandacht, concludeerde hoogleraar journalistiek Bart Brouwers in een analyse over Brainport Eindhoven.
Het stukje Brabant boog die denkwijze om in een lobby vanuit kracht. Daarmee wist de regio in 2018 130 miljoen euro binnen te halen voor ontwikkeling van Brainport Eindhoven, ‘de slimste vierkante kilometer van Nederland’, zoals ze daar zeggen.
Ook Noord-Nederland worstelt - al decennia - met de kwestie: vraag je om aandacht, of denk je als regio vanuit kracht?
Uit de pas
Een verschil met Eindhoven is dat de belangen in Noord-Nederland soms ver uiteen lopen en bestuurders vaak niet eens hun best doen om te verbergen dat die verschillen er zijn. Zo zorgde de Friese commissaris Arno Brok in 2019 voor gefronste wenkbrauwen door op Prinsjesdag in de Leeuwarder Courant te zeggen dat krimp geen Fries maar een Gronings probleem is, dat zijn eerste loyaliteit bij Friesland ligt en dat het Noorden geen gezamenlijke entiteit is. Dodelijk voor het gezamenlijke verhaal.
Is het louter kommer en kwel, die noordelijke lobby? Volgens een onderzoek van Wepublic niet. Dat bureau concludeerde vorig jaar dat Noord-Nederland ‘de meest krachtige lobby’ van het land heeft. De regio haalde honderden miljoenen Europees geld binnen uit het Just Transition Fund om het verlies aan werkgelegenheid als gevolg van het einde van de gaswinning op te vangen.

Het Groninger Statenlid Leendert van der Laan trekt hier de noordelijke lobbykracht in twijfel. Hij wijst erop dat Europa de volle zeshonderd miljoen naar het Noorden wilde laten stromen. Dat werd uiteindelijk 438 miljoen Europees geld. ‘Daar werd door Den Haag gewoon bijna tweehonderd miljoen euro vanaf geplukt die elders in Nederland wordt besteed’, aldus Van der Laan. ‘Wat is dan die krachtige lobby?’
Het succes van de Lelylijn
Vaak wordt ook verwezen naar de Lelylijn als schoolvoorbeeld van noordelijk lobbysucces. De snelle spoorverbinding is opgenomen in het Regeerakkoord. Het kabinet wil drie miljard euro uittrekken voor de aanleg ervan.
Maar die lobby werd in gang gezet door de noordelijke werkgevers, die een belang zagen. Friesland en Flevoland reageerden enthousiast, voor Drenthe hoefde de lijn aanvankelijk helemaal niet en het duurde lang voordat Groningen aanhaakte.
‘Wij hebben het altijd al gezegd: De overheid heeft niet het beste met Groningen voor, je moet het bevechten’, zegt Van der Laan.
‘De Partij voor het Noorden is juist opgericht om dit onrecht te bestrijden. Ik zeg wel eens tegen politici van landelijke partijen: kom op, maak ons overbodig en doe het beste voor Groningen en het Noorden. Ik schrijf de opheffingsvergadering zó uit. Maar we bestaan nog steeds, omdat Den Haag ons op achterstand houdt.’ Dat vraagt om een stevige lobby vanuit Noord-Nederland, stelt Van der Laan.
'Geloof in je eigen verhaal'
Maar tussen de werkelijkheid van Van der Laan en die van de lobbyisten van Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) zit een groot gat, zegt woordvoerder Geerte de Jong namens de lobbyorganisatie voor het Noorden. De ‘mes-dwars-in-de-bek-strategie’ van Van der Laan klinkt voor de man op de straat misschien aantrekkelijk, maar in Den Haag bereik je er niet zoveel mee.
‘Het is juist belangrijk dat je een verhaal hebt waar de kracht van de regio vanaf straalt. We benadrukken de positieve ontwikkelingen in onze regio, waar de kansen liggen en waar Noord-Nederland voor staat. Het helpt niet als je alleen naar Den Haag afreist om je hand op te houden. Wij willen juist Noord-Nederland als de regio van de kansen laten profileren. Dáár geloven wij in.’
Het zelfbewuste verhaal van het Noorden dat SNN wil uitdragen, is in een notendop samen te vatten: de ontwikkeling van de waterstofeconomie als dé economie van de toekomst met bijbehorende banenstroom, het inzetten op een circulaire economie en het Noorden als voorloper in de ombouw van gaswinning naar duurzame energie. Het Noorden heeft de ruimte, de kennis en de kunde om dat tot een succes te maken.
Het helpt niet als je alleen naar Den Haag afreist om je hand op te houden
Dat verhaal mag er dan zijn, zegt hoogleraar en voorzitter van de noordelijke Sociaal-Economische Raad Jouke van Dijk, wat mist is een goede uitwerking. ‘De SER Noord-Nederland heeft een investeringsagenda uitgebracht. Daar moet een vervolg op komen vanuit een visie: Waar wil deze regio naar toe? Dat verhaal moet helder worden en we willen het graag met de drie provincies ontwikkelen.’
Het Deltaplan voor het Noorden, waarin de regio belooft 220.000 woningen extra te bouwen in ruil voor aanleg van de Lelylijn is wat Van Dijk betreft nauwelijks een visie te noemen. Hij pleit voor een breder en meer toekomstgericht noordelijk verhaal.

Druk op de lobby groeit
Ruimte om op lobbygebied te verslappen is er zeker niet. Kijk alleen al naar de Lelylijn. Want hoewel met name bestuurlijk Groningen en Friesland stonden te juichen toen die spoorverbinding afgelopen najaar in het coalitieakkoord van Rutte IV werd genoemd, is er nog een lange weg te gaan voordat-ie er ligt. Er is drie miljard euro gereserveerd door het kabinet, terwijl de lijn zeven en misschien wel negen miljard gaat kosten.
In hoeverre is die drie miljard een mooi lobbyresultaat? Het kabinet kan met een gerust hart het bedrag toezeggen, want de regio heeft de missende miljarden niet en Brussel legt dat geld ook niet zomaar op tafel, want op de Brusselse toekomstkaart van snelle treinverbindingen is de Lelylijn niet ingetekend.
Om de benodigde miljarden binnen te slepen zullen de bestuurders zich het vuur uit de sloffen moeten lopen. Lukt dat niet, dan is Noord-Nederland terug bij af: de diepe kloof van de eeuwige achterstand.