Deze Dag: Wethouderschap en het huishouden? Dat gaat best samen!

Nieuwsblad van het Noorden via Delpher/fotobewerking RTV Noord (©
Er zijn binnenkort gemeenteraadsverkiezingen. Niet in Haren, want dat bestaat niet meer als zelfstandige gemeente. In Deze Dag blikken we terug op het college van burgemeester en wethouders van Haren in 1977. Want op 5 maart van dat jaar besteedde het Nieuwsblad van het Noorden in een uitgebreid artikel aandacht aan een bijzonder aspect van dit college: het bestond voor de helft uit vrouwen.
'Dat is tegenwoordig heel gewoon', schreef de krant, om vervolgens het tweetal vrouwen als een aap met zeven staarten te portretteren: 'Kijk eens wat bijzonder! Ze doet het huishouden, heeft drie kinderen en is wethouder!'
Mevrouw mr. O. Scheltema-de Nie en mevrouw mr. F.G. Groeneveld-Oost (geen voornamen in de krant van 1977!) waren wethouder voor D66 en de VVD in het college van Haren. Omdat de gemeente maar vier wethouders telde was de helft daarvan dus vrouw. Dat is tegenwoordig voor sommige gemeentes nog steeds het streven, en dus was dit best een verhaal in krant waard. Maar hoe werd er toen verslag over gedaan, en wat valt daarbij op? Kijken we tegenwoordig heel anders tegen vrouwen in de politiek aan of is er niet zoveel veranderd in 45 jaar? Laten we eens een paar citaten uit het artikel tegen het licht houden.
'Als wij een bespreking hebben met mensen die niet zijn verbonden aan het gemeentebestuur, willen ze het liefst om half vijf vergaderen. Dat is voor de mannen prettig, dan kom je om zes uur, half zeven thuis en staat alles klaar. Wij moeten echter om half vijf, vijf uur thuis zijn om het gezin op te vangen. Het is een eeuwige interactie tussen gezin en werk. Je wilt het allebei zo goed mogelijk doen', aldus wethouder Scheltema.
Hoe combineer je dat nou, een volledige baan en een huishouden met drie kleine kinderen? Daar draait het hele artikel om. En deze vraag zou tegenwoordig niet meer gesteld worden, omdat de geïnterviewde wethouders en de lezers van de krant onmiddellijk een tegenvraag zouden stellen: 'Goh, waarom vraagt u dat aan mij? Dat vraagt u toch ook niet aan een man, hoe hij zijn werk combineert met drie kleine kinderen en de zorgen voor het huishouden?'
Eigenlijk komt het erop neer dat het in 1977 prima is dat een vrouw fulltime gaat werken, ook in een verantwoordelijke baan als wethouder (Tsjonge, wat zijn we met z'n allen toch geëmancipeerd, het is tenslotte 1977.) Maar het huishouden en de kinderen moeten er niet onder lijden. En het bijzondere is: het zijn de vrouwelijke wethouders zelf die dat vinden!
Tegenwoordig zouden we zeggen: het huishouden en de kinderen zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van man en vrouw en dat moeten ze samen regelen en verdelen. (Ja zeggen hè, doen is weer wat anders.)
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1919 kon er voor het eerst op vrouwen gestemd worden. Dat was een heel bijzondere primeur, want vrouwen hadden toen nog geen stemrecht. Dat kwam pas een jaar later, maar ze konden al wel gekozen worden. En dat gebeurde ook, de uitsluitend mannelijke stemmers kozen in totaal 97 vrouwen in de gemeenteraden in Nederland. Dat lijkt een mooi begin, maar het was minder dan 1 procent van het aantal gemeenteraadsleden in die tijd.
Van die vrouwelijke gemeenteraadsleden werden er vier ook wethouder. Dat was ongeveer 0.1 procent van alle wethouders in ons land. In de loop der jaren zijn deze percentages gestaag gestegen, maar na de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2018 was 34 procent van de raadsleden vrouw en zo'n 22% van de wethouders. Dat Haren in 1977 50 procent vrouwelijke wethouders had, was dus best opmerkelijk en een verhaal in de krant waard
Wat opvalt is dat beide wethouders afgestudeerd zijn als jurist en 'import' zijn. Mevrouw Groeneveld zat in Amstelveen ook al in de gemeenteraad, maar verhuisde voor het werk van haar man naar Groningen. En mevrouw Scheltema was voor D66 fractievoorzitter in de gemeenteraad van Leidschendam. Later werd zij ook nog lid van de Tweede Kamer voor diezelfde partij en was ze ook nog rechter.
Kortom, het waren wel dames die iets in hun mars hadden en puur op hun kwaliteiten tot wethouder werden benoemd. Of, zoals mevrouw Groeneveld het zelf uitdrukte: 'Het begint natuurlijk in je eigen politieke partij, waar men je op een bepaald moment naar voren schuift om wethouder te worden. Ik heb nog nooit een keer gehoord: moet dat nu een vrouw zijn?'
In menig plattelandsgemeente was het wethouderschap in de jaren 70 nog een parttime baan, iets dat je er naast deed. Maar volgens wethouder Groeneveld is dat een achterhaald idee. 'In Haren is er niemand meer die het wethouderschap combineert met een andere werkkring'. Waar had je het als wethouder van Haren anno 1977 dan zo druk mee?
Wethouder Scheltema licht een tipje van de sluier op. Ze heeft onder meer elke maand spreekuur, waar mensen met problemen zich kunnen melden. 'Per keer komen daar toch vijftien tot twintig mensen. Bij sociale problematiek ga je als een soort raadsvrouwe optreden en wegen aanwijzen hoe er het beste door de mensen gehandeld kan worden. Als iemand een bepaalde huur niet kan betalen, hem toch overhalen een verzoek in te dienen voor huursubsidie, hoewel zo'n man daar in eerste instantie geweldige weerstand tegen heeft. Daar moet je wel veel geduld voor hebben.'
Kortom, de wethouder als maatschappelijk werkster en huurders die moeten worden overgehaald om huursubsidie aan te vragen. Kom daar anno 2022 nog maar eens om. Tijden veranderen, terug naar de onze. Woensdag 16 maart zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen.