Hoe het Oekraïense avontuur van de Groninger industrieel W.A. Scholten mislukte

De fabriek van Scholten in Tarnopol
De fabriek van Scholten in Tarnopol © Groninger Archieven
In de Oekraïense stad Ternopil staat nog een klein stukje Groninger erfgoed. Het gebouw is tegenwoordig in gebruik als restaurant, maar het was ooit een Groninger aardappelmeelfabriek. De fabriek werd gesticht door de beroemde ondernemer W. A. Scholten (1819- 1892) die in zijn tijd met afstand de rijkste Groninger was.
Zijn aardappelmeelfabrieken in Groningen leverden zoveel geld op dat Scholten ook ging investeren in bedrijven over de grens. Eerst in Duitsland, toen steeds verder weg, tot in Rusland aan toe. In 1870 kocht hij een stuk grond in de Oekraïense stad Ternopil om daar ook een aardappelmeelfabriek te beginnen, maar dat werd geen succes. De Oekraïners werkten niet erg mee.

Restaurant is laatste restant

Restaurant Shynok ziet er gezellig uit en de oorlog is hier in Ternopil, een stad in het westen van de Oekraïne, nog ver weg. Het restaurant ligt in een parkje in het centrum, aan de oevers van een groot meer. De menukaart bevat een aantal aardappelschotels, maar verder herinnert niets eraan dat dit ooit een Groninger aardappelmeelfabriek was. Maar volgens de Groninger historicus Jaap Ekhart is het restaurant het laatste overgebleven restant van de aardappelmeelfabriek die W.A. Scholten in 1870 liet bouwen.

Tien aardappelmeelfabrieken in het buitenland

Willem Albert Scholten begon in 1841 een aardappelmeelfabriek in Foxhol. Na de nodige aanloopproblemen kwam het bedrijf tot grote bloei en Scholten begon steeds meer aardappelmeelfabrieken te bouwen. Hij werd rijker en rijker en investeerde ook in suiker- en strokartonfabrieken. Op zijn hoogtepunt bezat Scholten veertien verschillende fabrieken in Nederland.
Historicus Dorien Knaap promoveerde in 2004 op een onderzoek naar de bedrijven van Scholten en publiceerde daarover het boek 'Voor geld is altijd wel een plaats te vinden.' Een van de zaken die uit het onderzoek naar voren komt, is dat Scholten niet van concurrentie hield. Toen Scholten zijn aardappelmeelfabrieken een succes bleken, begonnen veel meer ondernemers aardappelmeel te maken. Scholten ging niet harder werken of slimmer ondernemen in Nederland, maar hij stichtte aardappelmeelfabrieken in landen waar deze vorm van industrie nog niet bestond. Eerst over de grens in Duitsland en toen steeds verder weg, tot in Rusland aan toe. Historicus Jaap Ekhart schreef daarover het boek 'Van Groningen tot Oekraïne' en telde in totaal zo'n tien buitenlandse fabrieken.
W.A. Scholten en zijn fabrieken
W.A. Scholten en zijn fabrieken © Groninger Archieven
Ternopil ligt tegenwoordig in Oekraïne, maar toen Scholten er in 1870 een fabriek bouwde, lag het in Galicië, dat onderdeel was van het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Het heette toen Tarnopol, wat een Poolse naam is. De stad is ook een aantal jaren Russisch bezit geweest. Kortom: de vraag tot welk land Oekraïne behoort, is niet nieuw. Het gebied kent een lange en bloedige geschiedenis en is onderdeel van de zogenaamde 'Bloedlanden', een term geïntroduceerd door de Amerikaanse historicus Timothy D. Snyder die daarmee het gebied in Oost-Europa bedoelt waar Stalin en Hitler tussen 1933 en 1945, 14 miljoen burgers vermoorden.

De ideale plaats voor een fabriek

Scholten reisde 's winters met de trein door Oost-Europa. Hij bezocht dan zijn buitenlandse vestigingen en was op zoek naar nieuwe locaties om een fabriek te stichtten. De meest oostelijke plaats waar hij terechtkwam was Tarnopol, zo'n 1200 kilometer van Groningen.
Scholten streek hier neer, omdat dit het meest aardappelrijke gebied van Galicië was. Verder was er een spoorlijn voor de afvoer van het aardappelmeel en was er een groot meer met schoon water. Scholten liet zijn fabriek middenin de stad, pal naast dit meer bouwen. De plaatselijke bevolking was niet enthousiast over de komst van de fabriek, want ze vreesde - terecht - voor stankoverlast. Dat probleem werd opgelost door de hoofdingenieur van de gemeente die over de bouwvergunningen ging, om te kopen zodat de bouw direct in 1870 kon beginnen. Eerst in hout, omdat dat sneller was en later in steen. Een stoommachine om de fabriek aan te drijven, had Scholten toevallig nog bij de hand, omdat hij ook geïnvesteerd had in een bedrijf dat naar olie boorde in Galicië. Scholten was een dynamische man met weinig geduld en hij was van alle markten thuis. Als er maar geld te verdienen viel.

De Oekraïners werkten niet echt mee

Er werden in de streek rond Tarnopol inderdaad veel aardappelen verbouwd, maar het lukte niet om die in de fabriek van Scholten te krijgen. De boeren vonden de prijs die Scholten betaalde, te laag en ze hadden ook al een andere bestemming voor hun oogst: de aardappelen werden gebruikt om alcohol, oftewel Schnaps, van te stoken. In een paar kilometer omtrek rond de fabriek stonden maar liefst 25 branderijen die op aardappels draaiden.
Soms viel de aardappeloogst groter uit dan de stokerijen konden verwerken; andere jaren was de prijs van de Schnaps te laag en stonden de branderijen stil. Maar de aardappelen kwamen niet naar de fabriek van Scholten. De Oekraïners lieten ze liever verrotten in de grond of voerden ze aan de varkens; alles beter dan ze aan Scholten te verkopen voor een lage prijs.

Scholten neemt zijn verlies en vertrekt

Scholten stelde een Nederlandse directeur aan om de fabriek te leidden en die kreeg strikte instructies mee. Alleen de dagelijkse praktijk bleek anders dan in Groningen bedacht was en Scholten zat te ver weg voor regelmatig overleg. Het lukte niet om de fabriek succesvol te laten draaien en de verliezen stapelden zich op. Scholten had de beslissing om in Tarnopol een fabriek te bouwen, te snel en zonder een goed onderzoek naar de lokale omstandigheden genomen en dat wreekte zich. In 1875 trok Scholten de stekker uit het project en verkocht het fabrieksgebouw aan het stadsbestuur dat het ging gebruiken als theater en kazerne.

Uitgemoord in 1941

Na het vertrek van W.A. Scholten duurde het tot 1941 voordat er weer Nederlanders opdoken in Tarnopol, zoals de stad inmiddels heette. In juli van dat jaar werd de stad veroverd door de grotendeels uit Nederlandse vrijwilligers bestaande SS-divisie Wiking. De Joodse inwoners van de stad werden gemarteld, verkracht en doodgeschoten. Er kwamen vijfduizend mensen om het leven. De Nederlandse SS’ers beschrijven in de dagboeken talloze manieren waarop ze de Joden vernederden. 'Hoe mooi was het om in Tarnopol een opperrabbijn aan de toren van zijn synagoge op te hangen en toen de synagoge in brand te steken', schreef een van hen. De stad Marioepol waar nu zo hard om gevochten wordt, werd in oktober 1941 door dezelfde 'Nederlandse' SS-divisie veroverd. De dertienduizend Joodse inwoners waren een paar dagen later allemaal dood.
Restaurant Shynok
Restaurant Shynok © Mykhailo Yanytskyi via Google Earth

Restaurant Shynok

Hoe het verder is gegaan met het fabrieksgebouw in Tarnopol is niet helemaal duidelijk. Volgens historicus Dorien Knaap die in 2004 promoveerde op een onderzoek naar het bedrijf van W.A. Scholten, werd het gebouw in de Eerste Wereldoorlog zwaar beschadigd en in de Tweede Wereldoorlog totaal verwoest. Maar historicus Jaap Ekhart deed onderzoek naar de tien buitenlandse fabrieken van Scholten en bezocht ze in de jaren 90 allemaal.
Exact op de plaats waar volgens kaarten de fabriek moet hebben gestaan, ontdekte hij een gebouwtje dat als twee druppels water lijkt op de enige afbeelding die van de fabriek bewaard is gebleven. Bewijs dat het inderdaad een stukje oude aardappelmeelfabriek was, viel niet te leveren. Maar ook de plaatselijke archivaris was er van overtuigd dat het een restant is van Scholten zijn fabriek. Een kleine zoektocht op Google Earth wijst uit dat het gebouwtje nu in gebruik is als restaurant Shynok. Hopelijk overleeft het gebouw ook deze oorlog en kunnen we er in de toekomst een keer gaan eten.