Door de mand: voor Kees Vlietstra is het glas meer dan halfvol

Kees Vlietstra
Kees Vlietstra © RTV Noord
Woensdag 21 november 2018, Groninger Forum Helperplein, uitslagenavond gemeenteraadsverkiezingen. Burgemeester Peter den Oudsten betreedt het podium. Hij gaat de definitieve verkiezingsuitslag bekend maken. Voor dat podium staan mijn collega's van de SportPartij aan een pokertafel in spanning te wachten. Gaan we een zetel halen?
Ik sta bij de bar. 'Hé San, hoeveel van die apparaten moeten er komen?', schreeuw ik over de GroenLinks-fractie heen. Sandra van Bergen steekt twee handen omhoog. Ik knik, draai me om, maak contact met het meisje achter de bar en plaats mijn bestelling: 'Moi laiverd, mag ik wel tien cola? En die glazen hoeven niet helemaal vol hoor.'
Op het moment dat de burgemeester bekendmaakt dat onze SportPartij bijna één zetel heeft behaald zet ik het volle dienblad met halfvolle glazen cola op de pokertafel. Sandra schenkt de glazen bij uit haar zelf meegenomen fles Berenburg. Gevalletje glas halfvol. We proosten op onze nederlaag. Over vier jaar nieuwe ronde nieuwe kansen, roept Joop Gall. De burgemeester kijkt hoofdschuddend op ons neer.
Die nieuwe ronde is komende week. Weer gemeenteraadsverkiezingen. Er is in die vier jaar veel gebeurd. Aanpak Ring Zuid, corona, afscheid van Hans Nijland bij de FC, oorlog in Oekraïne. Moest door de komende gemeenteraadsverkiezingen en die gore oorlog in Oekraïne veel aan Joop Gall denken. Hoe zal Gall als ex-trainer van FC Stal kijken naar die oorlog? Jopie kennende heeft hij ongetwijfeld vrienden in Oekraïne gemaakt. Hoe zal het met die vrienden gaan?
Politiek en sport. Sport en politiek. Ze zijn niet te scheiden. Hoe graag het IOC dit ook wil. Er is net zo goed politiek in de sport als er onsportieve politiek is. In vredestijd is voetbal oorlog. In oorlogstijd is de voetbalwereld voor vrede.
Zo was oud-FC Groningen-speler Evgeniy Levchenko afgelopen week vaker op de nationale tv dan Wierd kwakdeuze Duk. Beide als analist om de oorlog te duiden. Duk met zijn snavel. Lev met zijn hart.
Taal is essentieel in dit verhaal. In mijn speurtocht naar de precieze plaats in Oekraïne waar het FC Stal van Joop Gall zijn thuiswedstrijden speelt (Dniprodzerzjynsk) kwam ik al surfend op de site van menterwolde.info.
Gall vlak voordat hij afreisde naar Oekraïne: 'Ik kom straks in een andere cultuur. Dat is een uitdaging. De voertaal wordt Engels, al zijn er spelers die geen woord Engels spreken. Er is continue een tolk aanwezig die ons helpt als dat moet. Ze praten er Russisch. Oekraïens ook wel, maar dat is net als Fries hier.'
En op RTV Drenthe: 'Ik wil gevoel en emotie overbrengen om zo mijn spelers beter te maken. Dat is met een tolk erbij heel erg lastig.'
Taal en gevoel. Gevoel voor taal. Het ligt inderdaad heel gevoelig. Afgelopen week nog was Ajacied Dušan Tadic boos omdat zijn interview met de NOS over zijn vriend Overmars verkeerd vertaald zou zijn. 'Ik ben erg boos. Ik wil geen miscommunicatie hebben. Als je in jullie taal spreekt, klinkt het misschien anders.'
Gall en Tadic. Had toch meer van ze verwacht. Eigenlijk moeten ze zich doodschamen. Beetje verschuilen achter je tolk. Fout. Je moet je tolk gebruiken in je voordeel. Eigenlijk een beetje misbruiken. Anekdote uit mijn Geheugenbalkon: Als wisselgeld voor het organiseren van de start van de Giro d'Italia 2002 in Groningen werden wij als korfbalclub Nic. zijnde door het Centro Sportivo Italiano uitgenodigd om in Rome de korfbalsport te promoten. Dat promoten bestond uit een demonstratiewedstrijd tussen Nic.1 en Nic.2 in een park op een zondagochtend. Het tweede won. Lange Bassie uit het tweede werd door het publiek, een man die zijn hond uitliet, gekozen tot MVP. Bastiaan was zo onder invloed en indruk van zijn glansrol dat hij later op die dag niet door had dat hij geraffineerd werd gerold in de metro.
Die nacht hebben we Rome laten zien dat we niet alleen behoorlijk kunnen korfballen maar ook mee kunnen op Champions League-niveau cola-berenburg drinken. Gevalletje volle glazen. Na de afterparty had ik moeite om mijn eigen kamer in het klooster te vinden. Het feit dat mijn contactlenzen in de cola-berenburg dreven maakte de zoektocht naar mijn eigen bed niet makkelijker. Na een half uur over de gangen te hebben gespookt, en braille voelen aan de kamernummers, begon ik uit pure wanhoop mijn roomie te roepen. 'Mikie, woar bist verdomme!'
Een deur zwaaide open. Een vage gedaante in een nachtpon. Ze begon te vloeken. 'Silenzio mongolo! Bastardo!'
Drie uur later. Ontbijt. De teammanager vertelde dat ik geacht werd een presentatie over de korfbalsport te houden. In een volle conferentiezaal met sporters, pers en de minister van Sport van het Centro Sportivo Italiano. Enigszins verdwaasd nam ik plaats achter het spreekgestoelte. In de collegebanken zaten mijn teamgenoten. Met koptelefoons op de kop. Boven in de zaal zaten in glazen cabines meerdere tolken die niet alleen mijn presentatie maar ook die van andere vertegenwoordigers van uitgenodigde sporten dienden te vertalen in het Engels, Italiaans en het Gronings.
Ik moest als eerste. Lullen over korfbal. Normaal een kernkwaliteit, nu een mistige onderneming.
Buongiorno, mijn naam is Kees Vlietstra, aanvoerder van korfbalclub Nic. uit Groningen. We zijn het Centro enorm dankbaar dat we hier in Rome&.
Rumoer in de zaal. Ploeggenoten slaan op de bankjes, hebben tranen van het lachen. Koptelefoons op de kop. Lange Bassie steekt een duim naar me op. Ik heb geen idee wat er aan de hand is. Onzeker neem ik een slok water. Halfvol glas. Hakkelend maak ik mijn verhaal af. Ploeggenoten geven staande ovatie. De minister hield het bij een beschaafd applausje.
Na afloop kwam de scimmia uit de manica. Vlak nadat ik me had voorgesteld hoorden mijn ploeggenoten op hun koptelefoons de vertaling van de tolk vanuit de cabine bovenin de zaal.
'O, jij bent dus Formaggio Vlietstra die vanochtend om zes uur bij me aan de deur stond te lallen. Bastardo!'