Help, de zweefvlieg verdwijnt, en waarom dat erg is

Een zweefvlieg
Een zweefvlieg © ANP
Het gaat niet goed met de zweefvlieg. De populatie van het insect is de afgelopen veertig jaar met 80 procent afgenomen. Of dat erg is? Ja, zegt Casper van der Kooi, bioloog van de Rijksuniversiteit (RUG).
De zweefvlieg ziet er een klein beetje uit als een wesp. 'Alleen hebben ze twee vleugels, geen taille, en ze steken niet', zegt Van der Kooi.

Minder vliegen op de autoruit

Waaraan je zou kunnen merken dat er minder zweefvliegen zijn? 'Bijvoorbeeld aan de autoruit', zegt de bioloog. 'Als ik vroeger bij m'n ouders in de auto zat, moesten we geregeld stoppen bij een benzinestation om met de zwabber al die insecten er van af te halen. Maar tegenwoordig hoef ik de autoruit bijna nooit meer schoon te maken.'

Verstoring in het systeem

En zorg minder dus? Nee, integendeel, zegt Van der Kooi. 'Dat gaan we heus merken, want wat je dan vaak ziet is een verstoring in het systeem. Dus als het ene dier er niet meer is, kan het andere dier er dubbel en dwars voor terugkomen. Dat is zeker geen goede ontwikkeling.'
Wat het nut is van de zweefvlieg? 'Die is voer voor heel veel vogels, maar daarnaast zijn ze belangrijke bestuivers. Voor ieder stukje fruit, of het nou een appel is of een framboos, is een insect op een bloem geweest. Die heeft stuifmeel van de ene naar de andere bloem gebracht. Dus als er minder bestuivers zijn, is er ook minder fruit. En dat gaan we op den duur ook merken in de portemonnee.'
Bloemen aan de rand van een akker
Bloemen aan de rand van een akker © RTV Noord

Het is nog niet te laat

Ze zijn er nog wel, de zweefvliegen. Van der Kooi: 'Op de plekken wáár ze nog zijn, zijn ze ook met veel. In het Lauwersmeergebied bijvoorbeeld, of even buiten Haren. Maar je zult dat areaal moeten vergroten, want dan breidt die zweefvlieg zich ook wel weer uit. Het is ook nog niet te laat, maar zorgelijk is het wel.'
Van der Kooi pleit dan ook voor meer natuurgebieden. 'Natuur waar we met onze handen van afblijven. Minder pesticiden gebruiken helpt ook. En zorgen voor meer bloemrijke akkerranden en bermen.'