Volgend jaar minder bussen en treinen in de provincie: ‘Het zijn geen leuke keuzes’

Een Arriva-trein onderweg tussen Groningen en Sauwerd
Een Arriva-trein onderweg tussen Groningen en Sauwerd © Arie Hut/RTV Noord
Een groot deel van de statenfracties wil in gesprek met het OV-bureau en Arriva over de dienstregeling voor volgend jaar. Het kabinet wil de steunpakketten voor het openbaar vervoer vanaf volgend jaar niet langer aanvullen, zodat er vanaf 2023 zo’n 30 procent minder bussen en treinen actief zijn.
Onder aanvoering van de ChristenUnie willen de statenfracties GroenLinks, PvdA, CDA, D66, Groninger Belang, Partij voor het Noorden, Partij voor de Dieren, Ons Groningen en Forum voor Democratie hun wensen en bedenkingen voor het aanbod van openbaar vervoer volgend jaar kenbaar maken bij de vervoerspartijen.
Dat signaal komt een dag nadat de provincie Groningen met alle andere provincies en de vervoersregio’s Amsterdam en Rotterdam/Den Haag de noodklok luidt. Door de coronacrisis is het aantal reizigers in het openbaar vervoer flink afgenomen.

'Kabinet moet bijspringen'

Verwacht wordt dat pas in 2025 het reizigersaantal weer op het oude peil zit. Het Rijk en de provincies legden samen 3 miljard euro op tafel om in de afgelopen jaren en dit jaar voldoende bussen en treinen te laten rijden. Maar het kabinet stopt vanaf volgend jaar met haar bijdrage.
Dat zorgt voor boze reacties in de provincie. ‘Natuurlijk roepen we het kabinet op om alsnog financieel bij te springen’, zegt statenlid Fredric Geijtenbeek (ChristenUnie). ‘Maar tegelijkertijd willen we ook in gesprek met het OV-bureau over de busverbindingen en met Arriva over de treinverbindingen.’
Soms kan het ook een keuze zijn om een stadsbus minder te laten rijden
Fredric Geijtenbeek, ChristenUnie

Grootste risico voor dunbevolkte gebieden

De statenfracties willen de schade voor met name het platteland beperken. Wanneer het OV-bureau, dat over de busverbindingen gaat, gaat kijken welke bussen financieel het meest rendabel zijn, leggen de dunner bevolkte gebieden met weinig busverbindingen het direct af. De partijen willen dat voorkomen, zegt Geijtenbeek.
‘Soms kan het ook de keuze zijn om een bus die in de stad Groningen nog zes keer per uur rijdt, terug te laten gaan naar vier keer per uur. Op deze manier kun je de leefbaarheid in het platteland in stand houden door die bus nog wel twee keer per uur te laten rijden. Wanneer de bus op het platteland teruggaat naar één keer per uur, kan dat namelijk heel nadelig uitpakken. Het zijn geen leuke keuzes, maar wanneer er bezuinigd moet worden, praten wij liever mee aan de voorkant.’

'Wat valt er nu te kiezen?'

Dat Stad en Ommeland het gaan merken wanneer het kabinet niet bijspringt, staat voor Geijtenbeek vast. ‘Daarom willen we van het OV-bureau en Arriva ook weten: wat valt er nu eigenlijk te kiezen? Wij verwachten in mei of in juni met hen om tafel kunnen gaan.’