Trudy Oosterhuis maakt kunst van Groninger klei, gras en trekkerolie

Ze maakt kunstwerken van kuilgras, klei en epoxy. Eerder deze maand won ze de publieksprijs van het Hendrik de Vriesstipendium van de gemeente Groningen.

Oosterhuis is geregeld met een grondboor in de weer op de landerijen rond haar atelier in Thesinge. Met de boor haalt ze Groninger klei naar boven vanuit verschillende dieptes. Het is het basismateriaal van haar kleikunstwerken.

‘Ik neem verschillende lagen aarde mee van het land. De bovenste laag is vrij donker, als je dieper graaft, ongeveer een halve meter, dan krijg je mooie grijze klei. Graaf je nog dieper dan krijg je een blauwige, zanderige, slikachtige grond’, vertelt Oosterhuis. Met de verschillende kleilagen gaat ze aan de slag in haar werkplaats achterin een oude koeienstal.

‘Ik ben altijd op zoek naar het mooie in allerlei materialen. Voor mijn eindexamen heb ik een kleed geweven van kuilgras. Nu ben ik vooral bezig met klei. Dat staat ook in nauwe verbinding met mijn achtergrond als boerendochter.’

Tijdens haar opleiding aan Academie Minerva raakte Oosterhuis zich meer en meer bewust van haar liefde voor materialen van rond de boerderij. ‘Ik begon te experimenteren met materialen als afgewerkte trekkerolie, slootwater, spinnenwebben, van alles had ik meegenomen naar de academie. Ik herinner me dat ik me tijdens een fietstochtje door de stad realiseerde dat dit is wat ik interessant vind, wat ik wil vertellen als kunstenaar.’

In haar atelier smeert Oosterhuis de natte klei uit over een plaat en laat het dan drogen. In de drogende klei ontstaat een patroon van barsten. ‘Dat is ook een belangrijke stap in het proces,’ legt ze uit. ‘Daarna giet ik er epoxy over en dan komen alle verschillende kleuren van de klei weer naar voren.’

Aan de muur van haar atelier hangen een aantal van haar ‘kleischilderijen’. Ook staat er een aantal modellen van zuilen van klei. ‘De klei heb ik in mallen gedrukt. Ook weer met aandacht voor de verschillende kleuren en structuren. Nadat ze gedroogd waren heb ik ze met epoxy bewerkt. Dit zijn eigenlijk maquettes van werk wat ik graag veel groter zou willen maken. Het zou tof zijn als ze een bij een, bij drie meter hoog zouden worden.’

Behalve kunstenaar is Oosterhuis ook docent. Ze geeft les in ruimtelijke vormgeving aan het Noorderpoortcollege. ‘Ik geef les aan studenten die ook iets met ruimtelijke vormgeving willen doen. Dat kan zijn met festivaldecoratie, winkelinrichting, theaterdecors.’

Ondertussen stelt het winnen van de publieksprijs van het Hendrik de Vriesstipendium haar in staat door te gaan met experimenteren met allerlei materialen van het platteland. ‘Daar ligt zeewier,’ wijst ze. ‘Dat kwam ik tegen achter de dijk. Daar ligt ook nog een mooi onderzoeksgebied voor mij.’