Martini Ziekenhuis gaat in beroep in zaak jongetje met GHB-vergiftiging

© Martini Ziekenhuis
Het Martini Ziekenhuis in Groningen gaat in cassatie (in beroep) tegen de uitspraak van de rechter om het Openbaar Ministerie (OM) toegang te geven in het medisch dossier van een 3-jarig jongetje met een GHB-vergiftiging.
Het kind werd in de nieuwjaarsnacht van 2021 in kritieke toestand binnengebracht. Het OM verdenkt de moeder van poging tot doodslag of zware mishandeling en heeft het dossier nodig voor het strafrechtelijk onderzoek.

Moeder herkent het flesje niet

In de woning van de vrouw lag een flesje GHB waaruit het kind mogelijk had gedronken. De vrouw herkende het flesje niet, toen zij er destijds mee werd geconfronteerd. Het OM wil het dossier inzien om te kunnen beoordelen in hoeverre de moeder verantwoordelijk kan worden gehouden voor de toestand van haar kind.
De rechter-commissaris (onderzoeksrechter) legde om die reden beslag op het dossier.

Recht op geheimhouding

Het Martini Ziekenhuis vocht deze beslaglegging aan bij de rechtbank in Assen. De rechter besliste dat het OM dat dossier mag inzien en wees de bezwaren van het ziekenhuis af. Martini Ziekenhuis stapt nu naar de Hoge Raad (het hoogste rechtsorgaan in Nederland).
Tijdens de zitting in Assen beriep het instituut zich op het verschoningrecht (het recht op geheimhouding van het medisch dossier). In dit geval zou de moeder, die zich tegen de inzage verzet, erop moeten kunnen vertrouwen dat de gegevens van haar kind veilig zijn binnen de medische instelling, is de mening van het ziekenhuis.

Proces van een jaar

Het ziekenhuis blijft bij dit standpunt en is dit de reden om het besluit van de rechter in Assen aan te vechten. Zolang de zaak opnieuw onder de rechter ligt, wil de instelling geen verdere mededeling doen. Een cassatieprocedure heeft een vaste opzet met verschillende fases en duurt tegenwoordig in totaal gemiddeld een jaar.