Aanvragers krijgen vanaf juli drie jaar de tijd voor SNN-subsidie van tienduizend euro

In januari stonden tienduizenden Groningers in de digitale wachtrij voor de subsidie. Nog eens honderden stonden in de kou in rijen bij gemeentehuizen. De helft van de mensen kon uiteindelijk geen aanvraag doen, omdat het geld op was. Nog dezelfde week trok het kabinet de portemonnee en kwam er 250 miljoen euro extra, zodat alle ongeveer 53.000 gerechtigden hun subsidie kunnen krijgen.

Op voorstel van SNN wordt de derde ronde van de regeling per gemeente opengesteld, te beginnen in de Drentse gemeente Aa en Hunze. Daarna volgen de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Oldambt en Westerkwartier. In Eemsdelta, Groningen en Midden-Groningen wordt het zelfs in twee stappen gedaan.

Iedere huiseigenaar moet binnen drie maanden een aanvraag kunnen hebben gedaan, maar als dat niet lukt hebben ze uiteindelijk drie jaar de tijd om de aanvraag te doen.

‘Uitgangspunt is dat Groningers in alle rust een subsidieaanvraag kunnen doen zodat ongewenste situaties zoals bij de ronde van januari worden voorkomen’, schrijft staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw aan de Kamer. ‘Deze werkwijze heeft niet alleen als voordeel dat eigenaren rustig de tijd kunnen nemen om een aanvraag in te dienen, maar het zorgt er ook voor dat de afwikkeling van de aanvragen over een grotere periode wordt gespreid.’

De subsidieronde is onderdeel van een bestuursakkoord dat in november 2020 werd gesloten tussen onder meer de provincie, het Rijk en de aardbevingsgemeenten. Het Groninger Gasberaad en de Groninger Bodem Beweging wilden zich niet aan dat akkoord verbinden. Een van de redenen daarvoor was de discussie over de subsidie.

De maatschappelijke organisaties waarschuwden voor het feit dat er te weinig geld was voor de oorspronkelijke regeling. Bovendien wezen ze op het belang van het spreiden van de aanvragen.

Bij de Groninger Bodem Beweging noemen ze de uitvoering van de derde subsidieronde een goede oplossing. 'Maar het is wel veel te laat', zegt Merel Jonkheid van de GBB. 'Ze konden in november 2020 al weten dat het niet goed zou gaan. Daar hadden ze op moeten anticiperen.'