’Sneeuwbaleffect’ in rijke regio’s zet Groningen steeds verder op achterstand

De haven van Delfzijl
De haven van Delfzijl © Koos de Wit
De ongelijkheid tussen regio’s neemt alleen maar verder toe. Rijke landsdelen zoals de Randstadregio worden ten opzichte van minder welvarende delen zoals Noord-Nederland steeds rijker. Corona heeft de verschillen extra vergroot.
Dat concluderen economen van RaboResearch in een rapport over regionaal economische ontwikkelingen. Verschil tussen regio’s in welvarendheid is van alle dag, aldus de Rabo-onderzoekers. Maar binnen Nederland nemen de regionaal-economische verschillen steeds verder toe doordat de sterkste regio’s harder groeien dan de rest.

Sneeuwbaleffect

Dit sneeuwbaleffect, waarbij economisch sterke regio’s alleen maar meer bedrijvigheid trekken, is geen goed nieuws voor Noord-Nederland. De drie noordelijke provincies worden ten opzichte van de rest van het land economisch steeds minder belangrijk.
Het aandeel van Groningen, Drenthe en Friesland in de nationale economie is nu gedaald naar negen procent. De economische ‘big five’, de regio’s Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Zuidoost-Brabant (Brainport Eindhoven) zijn samen goed voor bijna vijftig procent.

Na corona meer ongelijkheid

Tot 2008 liep de ongelijkheid gestaag op. De financieel-economische crisis in 2008 zorgde voor een surplace, maar daarna namen de verschillen steeds sneller toe. Tijdens de recente coronacrisis in 2020 veranderde er kortstondig niet zoveel in de situatie. Maar dit bleek tijdelijk, want de meest recente prognoses door RaboResearch laten zien dat het herstel na corona de regionale ongelijkheid weer verder vergroot.
Kortgeleden kwam RUG-hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse Jouke van Dijk ook al tot een vergelijkbare conclusie. Hij rekende voor dat de achterstand in het aantal banen in het Noorden in ruim twee decennia is toegenomen van 43.000 naar 68.000.

Periferie verliest

Door de groeiverschillen is de voorbije 25 jaar in Nederland de verdeling van de economie over het land heel anders geworden. ‘Er is een nieuwe geografie van onze economie ontstaan’, aldus de Rabo-deskundigen.
Iets dat sociaal geograaf Floor Milikowski ook al uiteenzette in haar boek Een klein land met verre uithoeken. Zij legt de oorzaak ervan voor een belangrijk deel bij het Rijksbeleid dat - ook nu nog - erop is gericht rijke regio's te versterken.
Er zijn regio’s die voortdurend aan aandeel winnen in de Nederlandse economie. Dat zijn bijvoorbeeld de noordkant van de Randstad, ruwweg de regio Amsterdam - Utrecht, en de regio Brainport Eindhoven.
Andere gebieden, vooral die in de periferie, verloren over het algemeen aandeel. Dat geldt zowel voor het aandeel in het totaal aantal banen als voor het aandeel in wat ze toevoegen aan de nationale economie.

Wel verlies van aandeel, maar geen krimp

Niet dat het daardoor per se slechter gaat in die ’verliesregio’s’, of dat ze krimpen, nuanceren de economen van RaboResearch. Gebieden als Noord-Nederland hebben een kleiner aandeel gekregen in een economie die als geheel wel is gegroeid. Want alle regio’s zijn in de voorbije 25 jaar in omvang toegenomen. Op de regio Delfzijl na, daar is het aantal banen in absolute zin gedaald.

Roestige raderen

De verklaring voor het sneeuwbaleffect zoals de Rabo-onderzoekers het noemen, zit volgens hen vooral in het ondernemerschapsklimaat: de regionale omstandigheden zoals bereikbaarheid, de aanwezigheid van universiteiten en hogescholen en het woon- en werkklimaat: ‘De raderen van de groeimotor versterken elkaar, of de motor loopt niet soepel, als de raderen roestig zijn.’
Ook het soort bedrijvigheid zorgt voor verschillen. Zo groeien regio’s met veel dienstverlenende bedrijven verhoudingsgewijs harder omdat dit soort ondernemingen sterker stegen in productie en banen dan bijvoorbeeld maakbedrijven of ondernemingen in de logistiek.

Kijken naar brede welvaart

Om de zaak wat gelijker over het land te verdelen moet volgens de Rabo-economen gekeken worden naar ’brede welvaart’. Oververhitte regio’s kunnen wel wat afkoeling gebruiken en in andere regio’s is juist een economische impuls nodig om brede welvaart te stimuleren.