Schaakclub Staunton bestaat 150 jaar: 'We zijn trots op het verleden'

Het is veruit de oudste schaakclub van Groningen. Schaakgezelschap Staunton bestaat 150 jaar en dat wordt zaterdag gevierd in het clubhuis in de stadswijk Helpman. 'Staunton heeft de naam een club van notabelen te zijn.'
De 89-jarige clubicoon Henk Seijen, oud-biochemicus uit Paterswolde, is al 65 jaar lid en is zaterdag benoemd tot erelid, net als oud-voorzitter Piet Mulder. Seijen heeft veruit de meeste partijen ooit voor de club gespeeld. Hij is nog steeds elke dag met schaken bezig en een trouw bezoeker van de clubavond, elke maandag aan de Groenesteinlaan. Seijen geniet zichtbaar op dit feestje van zijn club.
Koninklijke Erepenning
De vereniging als geheel krijgt de Koninklijke Erepenning uit handen van wethouder Inge Jongman. 'Staunton is een van de oudste schaakclubs van Nederland en absoluut de oudste van Groningen. En daarbij zijn ze een actieve vereniging die midden in de maatschappij staat met allerlei activiteiten, deze Koninklijke Erepenning is meer dan verdiend', aldus de wethouder. De vereniging is vernoemd naar de Britse topschaker Howard Staunton, die halverwege de 19e eeuw als sterkste schaakspeler ter wereld werd beschouwd.
'De laatste jaren is Staunton iets minder prominent aanwezig als het om het schaken op de hoogste niveau gaat, maar we zijn nog steeds een actieve vereniging met veel jeugd', schetst voorzitter Erwin van Pelt zijn club, die bestaat uit zo'n veertig senior- en twintig jeugdleden.

Oprichting, verval en fusie
Schaakgezelschap Staunton is opgericht in 1871. 'De eerste jaren schaakte er vooral de gegoede burgerij. Het niveau op de club was in die tijd niet enorm hoog', zegt Van Pelt. Tot begin jaren '60 van de vorige eeuw was Staunton de grootste club van Groningen. 'Daarna trad het verval een beetje in en werd de club overvleugeld door Groningen en Unitas. We hebben nog wel lang in de eerste klasse gespeeld.'
Zaterdag is het vooral een hartelijk weerzien van leden en oud-leden. Er wordt een korte film getoond over de geschiedenis van Staunton, gemaakt door Beno Hofman; de wethouder krijgt het jubileumboek overhandigd en op het biljart zijn oude krantenartikelen, borden, klokken, jubileumboeken en andere zaken uitgestald, die doen herinneren aan het roemrijke verleden. Aan het eind van de middag krijgt het programma een wat informeler karakter, met een drankje, een potje schaak en een pubquiz.
De fusie was noodzakelijk voor het voortbestaan
'Het is toch altijd wel een beetje een 'club op stand' geweest, en dat heeft Staunton in de jaren '60 en '70 ook wel parten gespeeld', vertelt Van Pelt. 'De club ging toen niet mee met de veranderingen in de maatschappij en dat kostte leden. Staunton fuseerde in 1984 met Schaakclub Helpman, en dat was eigenlijk een gezondere verenging dan Staunton op dat moment. Die fusie was dus noodzakelijk voor het voortbestaan.'
Rijke geschiedenis
In het jubileumboek, samengesteld door prominent lid Poppe Dijkhuis, zijn illustere verhalen over het verleden van de club opgetekend. Over de fusie schrijft Dijkhuis dat 'Staunton de kwaliteit leverde en Helpman de kwantiteit'. Uit de oorlogsjaren zijn er in het boek verhalen opgenomen over P. Jungman, de foute secretaris van de KNSB in de jaren '40, en over het foute lid en vijfvoudig clubkampioen J.A. Wolthuis. Maar ook verzetsstrijders Nicolaas Huiting, Jan Roothaan en Piet Roelf Roelfsema krijgen een prominente plek in het boek.
Ook het bezoek van wereldkampioen Emanuel Lasker in 1909 wordt vermeld. De Duitse grootmeester gaf een simultaanseance aan 25 schakers uit Stad en Ommeland, iets dat uitvoerig beschreven stond in de krant van de volgende dag.
Iets recenter springen de gambiettoernooien in het oog. In de jaren '80 en '90 organiseerde de vereniging deze populaire toernooien, waar tijdens elke editie een andere, niet-alledaagse schaakopening (een gambiet) het verplichte begin van de partijen was.
Staunton Wereldtoernooi in 1946
Maar het absolute hoogtepunt van de club blijft het Staunton Wereldtoernooi in 1946, in de gebouw van de Harmonie in de stad Groningen. Van Pelt: 'Het was het eerste grote schaaktoernooi na de oorlog en betekende de definitieve doorbraak van het Sovjetschaak.'
Aan het toernooi deden twintig topschakers mee, die allemaal tegen elkaar speelden. Iconen uit de schaakgeschiedenis waren aanwezig zoals de wereldkampioenen Max Euwe, Mikhail Botwinnik en Vasili Smyslov, en bijvoorbeeld de sterke grootmeesters Ossip Bernstein, Miguel Najdorf en Arnold Denker. Op dag dat de Nederlander Euwe en de Rus Botwinnik de degens kruisten, kwamen meer dan tweeduizend toeschouwers op het toernooi af. 'Op dat toernooi zijn we als vereniging nog steeds heel trots', zegt de voorzitter.

Schadevergoeding betekent bijna einde
Het toernooi betekende tegelijkertijd bijna de ondergang van Staunton, vertelt Van Pelt. ‘De club is er financieel bijna aan ten onder gegaan. Dat kwam niet door de organisatiekosten, maar omdat schaker Lodewijk Prins een rechtszaak was begonnen tegen Staunton. Omdat de Sovjets met een schaker minder kwamen en het toernooi uit een even aantal deelnemers moest bestaan, besloot de organisatie Prins op het laatste moment uit te sluiten van deelname.
Staunton heeft alleen maar kunnen overleven omdat een aantal notabelen geld in de club heeft gestoken
Prins pikte dit niet en spande een rechtszaak tegen organisator Staunton aan, die hij in hoger beroep won. De rechter wees hem een voor die tijd zeer hoge schadevergoeding van drieduizend gulden toe. Een bedrag dat kan worden gezien als equivalent van 40.000 euro in de huidige tijd. Van Pelt: 'Staunton heeft alleen maar kunnen overleven omdat een aantal notabelen eigen geld in de club heeft gestoken. Tot decennia later liet de rechtszaak van Prins z'n sporen na. Het 100-jarig bestaan in 1971, met voorzitter Henk Seijen, moest heel sober worden gevierd.'

Tijdens het 125-jarig bestaan in 1996 was inmiddels meer mogelijk en werden de zeven nog in leven zijnde schakers van het toernooi uit 1946 naar Groningen gehaald. 'Dat was een enorme klus, vooral Piet Mulder heeft dat toen geregeld. Dat is een van de redenen waarom we hem erelid hebben gemaakt. Hij verdient echt alle credits daarvoor.'
Beestenbende van SISSA
Van Pelt: 'Staunton heeft nog steeds de naam een club van notabelen te zijn. Bij iemand als Poppe Dijkhuis merk je dat ook nog wel. Zo van: wij zijn Staunton en we moeten het goede voorbeeld geven. 150 jaar geschiedenis kijkt op ons neer.'
Eén keer per jaar naar de Walrus hoort erbij, maar het moet niet veel vaker gebeuren
Het cultuurverschil met sommige andere Groningse schaakclubs is er wel degelijk. 'Er werd nog weleens wat uitgevochten tussen Staunton en de beestenbende van SISSA (de schaakclub uit Stad met vooral studenten en jongeren als lid, red.). Dat was vooral in de jaren '90, toen SISSA in de rokerige, door drank overgoten sociëteit de Walrus speelde. Of zoals Dijkhuis het zegt: één keer per jaar naar de Walrus hoort erbij, maar het moet niet veel vaker gebeuren.'

Trots
Het 150-jarig jubileum werd twee keer uitgesteld door corona. 'Door die onzekerheid vieren we het nu redelijk bescheiden. Later in het jaar organiseren we misschien nog een toernooi of een simultaanseance', aldus Van Pelt.
Is Schaakgezelschap Staunton nog steeds die nette schaakclub met de uitstraling van notabelen? 'Het valt mee hoor, al is het nog wel een beetje zo. Maar we zijn vooral een vereniging die trots is op het verleden. Dat bewustzijn is er zeker.'
Beno Hofman heeft voor Staunton een film gemaakt over de geschiedenis van de schaakvereniging:
Schaakgezelschap Staunton bestaat 150 jaar: een rijke geschiedenis