Desirée kreeg twee keer een doodgeboren kind: 'Nog steeds een taboe'

Desirée van Nieuwenhoven kreeg twee keer een doodgeboren kind
Desirée van Nieuwenhoven kreeg twee keer een doodgeboren kind © OOGtv/Beeldbewerking RTV Noord
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 1300 baby’s doodgeboren, ook wel stilgeboren genoemd. Een kindje overlijdt dan tijdens de zwangerschap in de buik van de moeder. Toch praten mensen hier maar moeilijk over, zeggen experts. De Groningse Desirée van Nieuwenhoven overkwam het twee keer: ‘De omgeving weet niet hoe ermee om te gaan.’
Het is nu vijftien en zestien jaar geleden dat haar zoontjes Tom en Tim ter wereld kwamen. Beide keren kreeg ze het HELLP-syndroom, waardoor haar zoontjes de zwangerschap niet overleefden. ‘Toch zijn ze er voor mij nog altijd’, vertelt ze. In de loop van de tijd merkte ze dat het onderwerp lastig bespreekbaar is. ‘In mijn directe omgeving kan ik altijd terecht, maar daarbuiten voelt het alsof er een taboe op ligt.’

Ongemak

Volgens Van Nieuwehoven weten mensen niet hoe ze ermee om moeten gaan. Het overkomt haar vaak dat mensen goedbedoelde, maar pijnlijke opmerkingen maken. Ze zeggen dan dingen als: ‘Je bent nog jong, er komt vast nog een kans’ of ‘als het een meisje was, was het misschien wèl goed gegaan.’ Ze noemt dit soort reacties 'ontzettend ondoordacht.'
Mensen maken vaak goedbedoelde maar pijnlijke opmerkingen
Desirée van Nieuwenhoven - kreeg een doodgeboren kind
Volgens Jan Jaap Erwich, hoofd van de verloskunde-afdeling in het UMCG, zijn dat soort opmerkingen ‘een ontkenning van het zuiverste water. Ook in deze tijd gebeurt dat helaas nog steeds.’
Dat de opmerkingen uit de omgeving hard kunnen zijn, herkent ook Mariëtte Noordenbos. Tot aan haar pensioneren vijf jaar geleden, werkte ze jarenlang als medisch maatschappelijk werker in het UMCG. Daar begeleidde ze ouders die babysterfte mee hebben gemaakt. ‘Ik begin altijd met de pijnlijkste opmerkingen, die zijn het makkelijkst’, zegt ze. ‘Gelukkig, je hebt nog een hond!’ of ‘Je hebt je strijkkamertje nog.’ Noordenbos blijft even stil. ‘Ja.., heb je even.’
Ik schrijf nog steeds brieven naar bedrijfsartsen, die niet doorhebben wat voor effect het heeft
Jan Jaap Erwich - Hoofd Verloskunde UMCG

Rouwen, maar dan anders

Babysterfte onderscheidt zich van andere vormen van rouwverwerking, legt Erwich uit. ‘Iedereen kent wel een bepaalde vorm van verlies. Een overleden opa of oma bijvoorbeeld, daar heeft iedereen herinneringen aan. Zij hebben voor de omgeving veel meer geleefd. Bij stilgeboorte is dat niet zo. Zo’n kindje heeft veel minder geleefd, of zelfs niet eigenlijk.’
Volgens de arts gaat de omgeving daardoor veel sneller over naar de orde van de dag. ‘Ik moet nog steeds wel eens brieven schrijven aan bedrijfsartsen, die niet doorhebben wat voor effect het heeft en hoe lang het herstel kan duren. Die mensen hebben een kindje verloren en dan wordt van ze verwacht dat ze na vier maanden weer aan het werk gaan alsof er niets gebeurd is. Zo werkt dat natuurlijk niet.’

Ongemak vermijden

Om te voorkomen dat de omgeving zich ongemakkelijk voelt, vermeed Desirée lange tijd de confrontatie. ‘Ik zei dan dat ik geen kinderen had’, vertelt ze. ‘Ik voelde me dan zo schuldig, want ik ben toch gewoon moeder van Tom en Tim?’ Ze besloot ermee te stoppen. ‘Als mensen mij nu vragen of ik kinderen heb, zeg ik dat ik moeder ben van twee stilgeboren jongens.’
Volgens Erwich en Noordenbos is het belangrijk om het gesprek aan te gaan. Vragen hoe het met iemand gaat, kan soms al voldoende zijn. Erwich: ‘Je moet mensen natuurlijk niet steeds met hun neus op de feiten te drukken. Mensen moeten hun eigen tempo hebben om erover te praten, maar die opening moet er wel zijn.’
In deze reportage van OOGtv vertellen Desirée van Nieuwenhoven, Jan Jaap Erwich en Mariëtte Noordenbos over hun ervaringen: