Snikke Dieverdoatsie vaart weer met publiek: ‘Je moet ervan genieten’

Helemaal vol is het nog niet, maar de Dieverdoatsie verwelkomt tientallen inwoners uit Stadskanaal en omstreken. In verschillende tijdsblokken tussen half elf ‘s ochtends en drie uur ‘s middags kunnen mensen meevaren. Een geste van de stichting De Snikke, met dank aan een subsidie van de gemeente Stadskanaal.

‘We konden een bijdrage krijgen uit het coronaherstelfonds’, vertelt voorzitter Jaap Duit van stichting De Snikke, de club vrijwilligers die ervoor zorgt dat het schip weer vaart. ‘We willen deze bijdrage gebruiken om de inwoners van Stadskanaal opnieuw kennis te laten maken met de Dieverdoatsie.’

Duit weet waarover hij praat. De Dieverdoatsie werd in 1987 gebouwd en Duit was er toen bij betrokken. ‘Het schip is toen gebouwd door jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt om ze zo ervaring te laten opdoen.’

De oud-wethouder heeft iets met schepen. Jarenlang zette hij zich onvermoeibaar in voor de Jatrie, een Groninger steilsteven die enige jaren geleden ook kopje onder dreigde te gaan. Maar ziedaar, op de dag dat de Dieverdoatsie bij de Eurobrug in Stadskanaal de loopplank heeft uitgelegd, pruttelt de motor van de Jatrie. Beide schepen trekken veel bekijks.

Tijdens iedere rondvaart stappen er zo’n twintig tot dertig passagiers aan boord, om voor deze keer gratis en voor niets te proeven van een rondvaart. Henk en Suzan Weijer zijn er ook. ‘Ik ben een echte Knoalster’, zegt Henk Wijer. ‘We lazen het in de krant. We kunnen nu nog mee, mijn vrouw heeft de ziekte van Parkinson. Je moet niet bezig zijn met morgen, maar met vandaag. Je moet ervan genieten en dat doen we vandaag ook.’

Dat genieten gebeurt middels een rondvaart in Stadskanaal. De Dieverdoatsie vaart eerst naar de Buinerbrug, maakt dan een ommezwaai en vaart dan richting de Gasselterbrug, pal nabij het Refaja Ziekenhuis. Ook daar wordt een zwaai gemaakt, zodat het schip weer kan aanleggen bij de Eurobrug in hartje Stadskanaal. De Dieverdoatsie maakt geen haast, je bent met de vaartocht van enkele kilometers zo een uurtje zoet.

Ondertussen worden de passagiers bijgepraat door gids Bé Knigge. ‘Ik ben een echte Knoalster, geboren aan de Kniggekade’, vertelt hij. Knigge deelt allerlei weetjes met zijn toehoorders. ‘Kijk, daar stond vroeger een machinefabriek’, wijst hij. ‘Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er munitie geproduceerd.’

Knigge heeft zich goed ingelezen, zegt hij. ‘Heel veel weetjes heb ik uit boeken gehaald.’ Ter hoogte van de Stationsstraat wijst hij nog eens. ‘Hier was vroeger het centrum van Stadskanaal. Hier zat de bioscoop en je had Frascati.’ Een oudere man zucht: ‘Hadden ze het maar zo gelaten...’

Vlak voordat de Dieverdoatsie weer aanlegt, heeft voorzitter Duit nog een nieuwtje. ‘We hebben nu ook arrangementen met museumspoorlijn STAR. Eerst een ritje met de stoomtrein, daarna lekker met ons varen.’ De preses is helder: de Dieverdoatsie kan er weer flink tegenaan.