Column: De visser van De Bult

Erik Hulsegge
Erik Hulsegge © RTV Noord
Ik weet niet of u ‘m nog heeft, maar ik wel. Ik heb de krant nog. Ik ben lid, om het zo maar te zeggen. Elke morgen glijdt de krant bij mij in de bus. Niks mooiers om aan tafel met een kop koffie, broodje kaas en een vers geperst sinaasappelsapje knisperend het nieuws te lezen.
Het eerste wat ik lees is de Dirk Jan op de achterkant en dan blader ik meteen naar de rouwadvertenties. Even kijken of er nog bekenden zijn die het tijdelijke voor het eeuwige hebben verwisseld.
Dat klinkt morbide en dat is ook wel zo, maar ik weet zeker dat er net als ik bosjes mensen zijn die dat ook doen. En zelfs de strip overslaan en als eerste de rouwadvertenties opzoeken.
Ik heb iets met rouwadvertenties. Ik bedoel dan de teksten. Doden die geëerd worden met pareltjes van poëzie. Van de week kwam ik deze nog tegen: ‘Achter elke traan van verdriet schuilt een glimlach van herinnering…’
Achter de teksten schuilt natuurlijk een enorme verdriet maar dat maakt het tegelijkertijd ook weer mooi. En soms ook grappig, zoal de rouwadvertentie van Fons Jansen, de schrijver en cabaretier die in 1991 overleed:
Lieve stervenden en stervelingen:
Door omstandigheden zal de voorstelling
‘Wie het laatst lacht’ door
FONS JANSEN
In de hemel worden gespeeld.
Wij betreuren het zeer, hier niet bij aanwezig te kunnen zijn.
Soms is de dood dus ook om te lachen. Gelukkig maar en dat brengt me bij het verhaal van Appie, de visser van De Bult. U kent Appie waarschijnlijk niet maar De Bult zou u kunnen kennen.
De Bult is een buurtschap met drie huizen en twee boerderijen in de driehoek met Oudeschans en Koude Hoek. Voor de mensen van ‘aander kaant pervinzie’: als je de A7 afrijdt naar Bad Nieuweschans ligt het aan de rechterkant aan het water een paar honderd meter voor Klein Ulsda.
Op De Bult woonde Stille Held Jan Kolder die samen met zijn vrouw Aaltje in de oorlog tientallen mensen liet onderduiken op hun boerderij. De verzetsheld had als motto ‘Aander lu binnen ook lu...’ Hij heeft het waarschijnlijk zelf niet gewild, maar inmiddels is er een boek over hem geschreven (Haven in de Mist) en wordt momenteel een toneelvoorstelling (Over de Grens) over hem gespeeld
Eeuwen voor de heldendaden van Kolder was De Bult een wierde waar de Westerwoldse Aa de Pekel Aa meenam naar de Dollard. En nog steeds komen de Aa’s daar bij elkaar. Bij de sluis en de stuw is het goed toeven, ook voor vissers.
Dat dacht Graddus Bultena zo’n veertig jaar geleden ook. Graddus woonde drie dorpen verderop, ‘aander kaant Aa’. Maar ooit was zijn familie ook van De Bult geweest. Zijn familienaam Bult en A, Bultena, was daar het glasheldere bewijs van.
Als het maar even visweer was, Graddus was een mooiweer-visser, reed hij via Klein Ulsda Koude Hoek en dan rechtsaf de Bultsterweg naar De Bult. Immer vergezeld door buurman en kameraad Appie.
Ze woonden al veertig jaar naast elkaar in hun arbeidershuisje. Appie en Graddus waren meer familie dan al hun broers en zussen bij elkaar. Dat zei wel wat, want in totaal hadden ze er elf. Appie vier en Graddus zeven.
De twee kameraden deden bijna alles samen en dan vaak met vrouwen Grietje en Geesje er ook bij. Maar vissen gingen ze altijd met z’n tweeën, op De Bult aan de Aa. Er werd altijd wel wat gevangen, maar als het een keer niet zo was, was het geen ramp. 't Was altijd gezellig met een fles jonge Dalson in de viskoffer.
De band tussen de twee werd verbroken, toen Graddus plotseling overleed. Hij zat voor de tv samen met Grietje naar Sonja te kijken toen zijn hart stil bleef staan en hij dood in de stoel lag. Appie was maanden van slag geweest. Zijn vrouw Geesje had gezegd dat hij maar er eens weer moest gaan vissen.
En Appie toog, waar anders, naar De Bult. Elke zaterdag zat hij aan de Aa uit eerbetoon aan Graddus, zo vertelde hij aan iedereen die het maar weten wilde. Zijn vrouw Geesje en ook weduwe Grietje vonden het een prachtgebaar van Appie.
Tot aan die ene zaterdag in juli. Wat niemand wist is dat Appie en misschien daarvoor ook al met Graddus, altijd na het vissen een bezoekje bracht aan Klein Ulsda. beter gezegd aan het Widde Hoeske, de sekstent van Jan Bik.
Elke visdag besloot Appie met een wip in Ulsda. Maar die zaterdag in juli ging er iets flink mis. Appie deed het met het nieuwste meisje van 't Widde Hoeske en dat is hem slecht bekomen, want tijdens zijn hoogtepunt begaf het hart van Appie het.
Politie en hulpdiensten kwamen te laat. Appie lag dood in bed. Plietsie Molema moest het droevige en pikante nieuws overbrengen. De hele familie en buurvrouw Grietje waren in schok over deze schande.
De dinsdag erop slaat Plietsie Molema in alle vroegte aan tafel met kop koffie en broodje kaas de krant open en dan meteen de rouwadvertenties. Het eerste wat hij ziet is de advertentie van Appie. Bovenaan staat een getekende visser aan de waterkant. En meteen daaronder:
‘Tijdens het uitoefenen van zijn favoriete hobby is plotseling overleden….’

Erik Hulsegge