Een Groninger met Joodse, Indonesische en Ghanese roots vertelt het verhaal van zijn voorouders

Charles Goudsmit tijdens de voorstelling
Charles Goudsmit tijdens de voorstelling © Reinder Smith/RTV Noord
'Het is een verhaal over liefde en over hoop', zegt Charles Goudsmit. 'Mijn voorouders hebben allemaal de liefde gevonden, vaak in uiterst moeilijke omstandigheden. Want als ze de liefde niet hadden gevonden, dan was ik hier niet geweest. Daarom heet mijn voorstelling ook: 'Staand op de dijk zie ik bloemen', want ik wil vooruitkijken naar een betere maatschappij waarin inclusiviteit centraal staat.'
Onder de naam Bitterzoet Erfgoed wordt deze zomer overal in onze provincie stilgestaan bij het koloniale en slavernijverleden van Groningen.

Groningens koloniaal verleden

Zondagmiddag was er in de synagoge aan de Folkingestraat in Stad daarom een bijzondere voorstelling van theatermaker Charles Goudsmit. Hij kwam in 1965 vanuit voormalig Nederlands-Indië naar Appingedam.
Zijn vader was Indonesisch, zijn grootvader Joods en zijn overgrootvader een Ghanees, die als soldaat voor de Nederlanders in Indië vocht. Kortom, weinig Groningers hebben zo'n multicultureel verleden en zo'n zonnige kijk op de toekomst als Charles Goudsmit.

Drie lege stoelen

Ondanks de warmte moesten er in de synagoge stoelen bij worden geplaatst voor de toeschouwers die niet gereserveerd hadden.
Ik heb hem nooit meer levend gezien
Charles Goudsmit
Maar centraal in de voorstelling, een combinatie van verhalen en muziek, staan drie lege stoelen op het podium. Het zijn plaatsen voor drie gasten die er niet zijn, maar aan wie de voorstelling is opgedragen: Goudsmits vader, grootvader en overgrootvader. Alle drie hebben ze een leven gehad dat gevormd werd door het kolonialisme.

Geen daders en slachtoffers, maar een systeem

De overgrootvader van Charles Goudsmit was een Ghanees, een Afrikaanse man die rond 1830 in dienst trad bij het Nederlandse leger in Indië. 'Hij hielp de Nederlanders mee om Indonesiërs te onderdrukken', legt Goudsmit uit. Tegelijkertijd werd hij zelf ook onderdrukt, want omdat hij zwart was, telde hij niet mee voor de Nederlanders.
Desondanks vond hij de liefde in Indonesië, trouwde daar en kreeg kinderen. Een van zijn kinderen trouwde met Salomon Goudsmit, een Nederlandse Jood die in Indonesië woonde, maar na de geboorte van zijn kinderen weer naar Nederland vertrok en de kinderen liet opgroeien in een internaat.
De voorstelling in de synagoge in Stad
De voorstelling in de synagoge in Stad © Reinder Smith/RTV Noord
Een van die kinderen was de vader van Charles. Tijdens de oorlog werd hij door de Japanners opgesloten omdat hij geen zuivere Indonesiër was en gezien werd als Nederlander.
Na de oorlog vertrok de familie naar Nederland omdat de vader ernstig ziek was geworden. 'We kwamen aan in Nederland en vader ging gelijk het ziekenhuis in. Ik heb hem nooit meer levend gezien. Hij overleed aan een ziekte die hij opliep tijdens zijn gevangenschap in de oorlog.'

Een nieuw verhaal bouwen op het oude

'Je moet altijd op zoek zijn naar hoop. De voorstelling heet dan ook niet voor niets Staand op de dijk zie ik bloemen, zegt Goudsmit. 'Want hoe erg de geschiedenis ook is, er is altijd hoop. Staand op het verleden en op het oude verhaal moeten we een nieuw verhaal maken, gebaseerd op één woord: inclusief.''