Eigenaar Lopster supermarkt draagt winkel over aan kinderen: 'Ik ben zo dankbaar'
Even de groentes controleren. Een klant helpen die iets zoekt. Eigenaar Jan-Willem Scheffers van de Albert Heijn in Loppersum is elke dag in zijn winkel te vinden. Over drie weken gaat dat veranderen. Dan nemen dochter en schoonzoon Eline en Niels van der Wolde de supermarkt van hem over.
Het is een besluit dat Jan-Willem (61) met een dubbel gevoel moest nemen. Hij is dankbaar dat zijn dochter en schoonzoon de zaak over willen nemen, maar het liefst was hij nog jaren doorgegaan. Doordat hij ernstig ziek is, is dat niet mogelijk.
‘Ik ben klaar om God te ontmoeten, maar ik ben nog niet klaar om te sterven’, vertelt de Lopster supermarkteigenaar in een openhartig gesprek.
Van slager naar supermarkt
Jan-Willem, die graag bij zijn voornaam genoemd wil worden, is een ondernemer pur sang. Hij begint op zijn 21e met een slagerij in het Noord-Hollandse Haarlem. Vlees snijden, worsten maken, alles doet hij zelf. Elke ochtend om zes uur op en pas in de avond weer naar huis.
Op zijn dertigste komt hij in aanraking met de kruidenierswereld. ‘Een vriend van mij was supermarktmanager. Hij heeft er anderhalf jaar over gedaan om mij te overtuigen die wereld in te gaan, maar ik heb er geen moment spijt van gehad.’
Jan-Willem wordt aangenomen bij Albert Heijn en groeit snel door. Hij wordt manager bij vestigingen in Zaandam, Alkmaar, Purmerend en Schagen. ‘Soms moest ik wel naar drie winkels in één jaar tijd, maar je kunt mij niet gek krijgen. Ik vond het heerlijk.’
Dochters krijgen bijbaan
Samen met zijn vrouw Mirjam krijgt hij twee dochters en een zoon. Ook zij worden enthousiast voor de supermarktwereld. Zo gaat dochter Eline vanaf haar zestiende op de broodafdeling werken bij de vestiging in Heerhugowaard.
Toeval of niet, na een jaar wordt Jan-Willem manager van diezelfde supermarkt, waar Eline dan nog steeds werkt. ‘Heel eerlijk gezegd heb ik het een tijdje volgehouden dat niemand het wist’, vertelt Eline. ‘Natuurlijk, het management wist het wel, maar mijn collega’s wisten het niet. Ik wilde geen voorkeursbehandeling krijgen.’
‘Op een gegeven moment zei ik per ongeluk ‘hé pap’, en toen keken collega’s me allemaal aan. Wat zeg je nu! Toen werd duidelijk dat ik zijn dochter was’, vertelt ze met een lach.
Jan-Willem vond het een hele fijne tijd. Ook zijn oudste dochter werkte er. ‘Ik vond het heerlijk om ze bij me te hebben. Het is zo vertrouwd. Ik was best streng, misschien wel strenger voor mijn eigen kinderen dan voor de rest van de medewerkers. Ik ben trots op ze, maar ze moesten wel aan de gang.’
Die gedrevenheid kan Eline zich ook goed herinneren: ‘Het is wel gek dat je vader zegt dat je sneller moet. De ham moest bijvoorbeeld binnen vijf minuten op het plankje liggen. Maar ik wilde geen voorrang op anderen, hij moest het doen zoals hij het bij iedereen doet.’
Naar Groningen
Jan-Willem en Mirjam leren de provincie Groningen kennen als hun oudste dochter gaat trouwen met een man uit Siddeburen. ‘We vonden de mentaliteit hier heel prettig. In de winkel maak je een praatje en krijg je koffie', vertelt zij.
Hij vult aan: ‘Iedereen zegt hier ‘moi’ tegen elkaar. Ik dacht eerst: wat is er zo mooi, waar hebben ze het over? Dus ik moest wel wennen aan het Groningse gebeuren, maar het is hier fantastisch.’
Jan-Willem heeft het naar zijn zin in dienst bij de grootgrutter, maar het liefst begint hij weer een eigen zaak. Een paar jaar lang mag hij een kijkje in de keuken nemen bij twee filialen aan de Rijksweg in Groningen, in eigendom van franchisers. Die zijn eigenaar van de winkel en voeren de naam van de bekende supermarktketen. Dat wil Jan-Willem ook.
Het is eind 2008 als zich die kans aandient. Jan-Willem en zijn vrouw nemen de C1000 in Loppersum over en bouwen hem om tot Albert Heijn. Dat was nog op de oude, kleine locatie aan de Hogestraat: ‘De winkel bestond uit twee huizen met een schuur ertussen. Het was een hele kleine zaak’, vertelt Mirjam.
'Dan staat je wereld compleet stil'
Ze zijn pas drie maanden op weg in Loppersum als Jan-Willem erachter komt dat hij ernstig ziek is: ‘Een klant van ons was een baby verloren. Ik wilde bij de uitvaartdienst in de kerk zijn. Ik moest nog even naar het toilet en toen plaste ik bloed.’
In de week van Pasen krijgt hij de diagnose kanker. ‘Dan staat je wereld compleet stil. Zeker als je net begint in een dorp waar je zoveel jaren wil blijven leven. Ik dacht: ik ga naar mijn hemelse Vader toe. Maar je ziet het, ik ben er nog steeds.’
De behandeling slaat aan en Jan-Willem wordt op den duur schoon verklaard. Eén keer per jaar moet hij nog voor controle naar het ziekenhuis. ‘Elk jaar was het schoon, schoon, schoon. Tot het laatste gesprek na tien jaar in 2019. Toen zeiden ze: je hebt weer kanker. Nu intensiever, op acht plekken. Dan staat je leven weer stil.'
Steun krijgt Jan-Willem van zijn gezin, van zijn medewerkers en klanten en van zijn geloof: ‘Ik weet dat mijn naam in Zijn hand staat. Dat zorgt voor emotie, maar geeft ook zekerheid’, vertelt hij met een traan in zijn oog.
Ook personeel en klanten steunen hem, waar hij dankbaar voor is: ‘Als ik ‘s morgens in de winkel ben, moet ik ‘s middags even een paar uur slapen. Als ik terugkom, vragen medewerkers niet waarom ik er niet was, maar zeggen ze dat ze me missen. Ze leven mee, ook klanten, dat is goud.’
Dochter en schoonzoon komen over
Ondertussen zijn Eline (36) en Niels (37) ook naar de provincie Groningen verhuisd. Ze waren beiden acht jaar lang leraar, maar verruilden hun baan voor de klas voor het supermarktleven. ‘Ik vind leraar nog steeds een heel mooi beroep, maar er zit veel papierwerk achter. Dat stoorde ons op een gegeven ogenblik', zegt Eline.
Voordat Jan-Willem voor de tweede keer de diagnose kanker kreeg, hadden Eline en Niels al besloten om de supermarkt over te nemen. In 2015 is het nieuwe filiaal geopend, schuin tegenover de oude winkel, veel groter en bevingsbestendig. Niels wordt klaargestoomd om ooit de rol van Jan-Willem over te nemen. Hij moest nog wel het nodige leren:
‘Ik had alleen ervaring op de zuivelafdeling als bijbaan vroeger, verder helemaal niet’, vertelt Niels, die in Loppersum binnenkwam als bedrijfsleider. ‘Ik heb dus nog wel wat jaren nodig gehad om het allemaal onder de knie te krijgen.’
Jan-Willem is dankbaar dat zijn dochter en schoonzoon de zaak, met bijna 120 medewerkers, willen overnemen. Niels gaat de zaak runnen, Eline helpt hem (om gezondheidsredenen) vooral mee op de achtergrond: ‘Niels houdt van mij en ik houd van hem’, zegt Jan-Willem met een snik in zijn stem. ‘Alleen al dat hij om me heen is en ervoor vecht om dit in Loppersum neer te zetten, is geweldig.’
Eline: ‘Op deze manier kunnen we mijn vader en moeder meer vrijheid geven. Ze kunnen op weg met de camper, want ze houden van de zon. Zolang hij niet naar het ziekenhuis hoeft, kunnen ze op pad. Wij regelen de supermarkt.’
Loslaten
Op woensdag 7 september is de officiële overname. Die dag nemen Jan-Willem en Mirjam afscheid van hun klanten. Daarvoor zijn in de ochtend en in de middag momenten gepland. Of de supermarkteigenaar zijn klanten écht los kan laten, is de vraag: ‘Ik denk dat het wel lastig zal zijn’, vertelt vrouw Mirjam. ‘Hij is heel betrokken bij wat hier gebeurt. Er zal een tijdje overheen gaan om alles los te laten.’
Eline: ‘Als pap vroeger op vakantie was, belde hij elke dag om te vragen hoe het gaat. Dat is nu niet meer zo. Hij heeft meer rust dan een paar jaar geleden. Toen dachten we dat hij het nooit los zou kunnen laten. Nu wel.’
Jan Willem wil samen met zijn vrouw dit najaar graag een mooie reis maken naar Rome. De vooruitzichten met zijn ziekte blijven ongewis: ‘Hij is met zijn laatste medicijn bezig met dit soort kanker. Dat is wel spannend. Hoelang dat werkt, weet niemand’, vertelt Mirjam. Eline: 'Het kan heel lang goed gaan, maar ook snel over zijn. Elk moment telt wel.'
Jan-Willem: ‘Ik ben in Gods hand. Ik merk aan mijn energie dat het goed is om het aan Niels over te laten. Ik ga ze missen, de klanten, de medewerkers. Maar het is goed zo.’