Zomercolumn: Geknok in de voortuin

Alice Buitenga
Alice Buitenga © RTV Noord
Deze zomer nam haagwinde onze Warffumse voortuin over. De urgentie om het onkruid weg te halen werd met de dag groter, maar ik vond het te warm. Daarna ging ik op vakantie en in de daarop volgende weken was ik te druk met werk inhalen.
Toen ik eindelijk tijd had voor de klus, was alles overwoekerd met frisgroene pijlvormige bladeren en witte pispotjes. Er was niks meer te zien van onze bodembedekker. En de in het voorjaar aangeplante kardinaalshoed en Japanse sneeuwbal zagen eruit als neef Itt uit de Addams Family.
Erik Hulsegge heeft vakantie. Zijn plek op de zondagmorgen wordt de komende weken ingenomen door medewerkers van RTV Noord. Vandaag is het de beurt aan Alice Buitenga.
Op een zondagmiddag in augustus stapte ik vastberaden de tuin in en begon met het wegtrekken van de windesluier. Na een half uur kwam huisgenoot M vragen hoe het ging en of ik dacht het te kunnen winnen van de winde. Ik keek eens om mij heen. Ik had nog maar een miniem hoekje van de tuin bevrijd. Huisgenoot verdween weer in huis - waarschijnlijk om belangrijkere dingen te doen - en ik ploeterde verder.
Aanspraak had ik genoeg. Passerende dorpsgenoten uitten hun medeleven.
‘O ja, dat spul. Heb ik ook in de tuin. Vreselijk.’
‘Is dit uw hobby?’
‘Meer een lasthof dan een lusthof, hè!’
‘Legt u zichzelf een taakstraf op?’
Een man met een radio op z’n schouder bleef staan.
‘Mevrouw, mag ik een grapje maken?’
Ik keek hem uitnodigend aan.
‘Dat onkruid dat u eruit trekt, is natuurlijk ook levend. Dus u bent eigenlijk een moordenaar. Hahaha, prettige dag nog mevrouw.’
Vrolijk liep hij verder, mij peinzend achterlatend.
Zo had ik het nog niet bekeken. Maar ja, dacht ik, de winde molt al mijn planten: die mag ik toch wel verdedigen? Ik trok en scheurde verder. Langzaam vormden zich bergen winde op de stoep en werd de oorspronkelijke voortuin weer zichtbaar.
Laat in de warme zomeravond was ik klaar. Ik snuffelde een beetje boven de winde. Kort geleden las ik in de krant dat planten een noodsignaal uitzenden als ze beschadigd worden. Ze produceren geurstoffen waarmee ze nuttige insecten lokken, die helpen in de strijd tegen de belagers. De geur van versgemaaid gras is bijvoorbeeld zo’n SOS-signaal. Had ik liever niet geweten trouwens.
Aan de verwoeste winde rook ik niks bijzonders. Winde heeft natuurlijk geen hulptroepen nodig, dacht ik, die redt zichzelf wel. De wortels liggen alweer in een hinderlaag voor volgend jaar. Deze slag is voor mij, maar de oorlog? Die gaat de winde winnen.
Alice Buitenga