Provincie bestraft Arriva voor uitgevallen treinritten

De provincies Groningen en Friesland gaan treinvervoerder Arriva niet betalen voor de uitgevallen treinritten van de afgelopen maanden. Mogelijk worden er ook boetes opgelegd.
Vanwege een personeelstekort rijden er al maanden minder Arriva-treinen. Zo rijdt de sneltrein tussen Groningen en Winschoten structureel niet, net als de helft van de treinen naar Veendam en Delfzijl op zaterdag.
Ook rijdt er op zaterdag ieder uur maar één sneltrein van en naar Leeuwarden. Dat zijn er normaal gesproken twee. Verder vallen incidenteel ritten uit omdat er op het laatste moment geen personeel beschikbaar blijkt te zijn.
Geen vergoeding voor niet-gereden ritten
Voor de ritten die Arriva niet heeft gereden ontvangt de vervoerder geen vergoeding van de provincies. Een woordvoerder van de provincie Groningen kan nog niet zeggen welk bedrag Arriva hierdoor misloopt. ‘Dat wordt pas volgend jaar bekend.'
‘We zijn op dit moment samen met de provincie Fryslân met Arriva in gesprek over de treinuitval. We beraden ons of we boetes willen opleggen. Onze eerste inzet is om te zorgen dat Arriva voldoende personeel heeft om de dienstregeling conform contract uit te voeren’, laat de woordvoerder weten.
Sancties in Limburg
Ook de provincie Limburg legt Arriva sancties op. Daar verzorgt Arriva het regionale trein- en busvervoer, en kampt het bedrijf ook met een tekort aan personeel.
Vanaf komende week voert Arriva de dienstregeling in Groningen weer iets op. De sneltrein tussen Groningen en Winschoten gaat weer rijden. De uitgeklede zaterdagdienstregeling naar Delfzijl, Veendam en Leeuwarden blijft voorlopig wel gelden.
'Logisch dat er volgens contract wordt gehandeld'
Arriva reageert bij monde van een woordvoerder laconiek op de vergoeding die wordt ingehouden en de boetes waarmee gedreigd wordt.
‘De provincies en wij houden elkaar aan de gemaakte afspraken. Het is logisch dat er volgens contract wordt gehandeld. Dat zou ook gebeuren als wij meer zouden doen dan afgesproken: in dat geval zouden wij juist meer van de provincies krijgen. Verder richten we ons de komende tijd op de oplossingen die we kunnen vinden voor de huidige personeelstekorten.’