Zomercolumn: Gezinsuitbreiding

Geert Jan Darwinkel
Geert Jan Darwinkel © RTV Noord
Wij wilden graag een hond. Misschien zelfs wel twee. Dat was ook één van de redenen om vorig jaar richting Oost-Groningen te verkassen: een eigen huis met een riante tuin. Dat laatste vooral ook met het oog op een hond, die de nodige ruimte verdiende.
Dik een jaar wonen we nu in Bellingwolde, in een fraai huis met een bult grond eromheen. Maar een hond hadden we - tot vandaag - nog altijd niet. Laat staan twee.
Erik Hulsegge heeft vakantie. Zijn plek op de zondagmorgen wordt de komende weken ingenomen door medewerkers van RTV Noord. Vandaag is het de beurt aan Geert Jan Darwinkel.
Lag helemaal aan onszelf hoor. We waren namelijk reuze kritisch. Op het zeikerige af. Beseften we zelf maar al te goed. Geen hond was goed genoeg.
We zijn namelijk wat verwend. Komt door onze vorige hond, Famke, een Friese stabij. Was de liefste hond van de hele wereld. Ik weet dat iedereen dat altijd zegt van z'n eigen hond, maar voor Famke gold dat écht.
Luisterde goed. Was nooit vervelend. Niet overmatig blaffend. Niet te druk, niet te doods. Altijd in voor een knuffel. Zelden ziek - behalve op het eind dan. Het laatste half jaar was een kleine martelgang, vooral voor haarzelf. Maar een lievere hond dan Famke konden we niet treffen. En tegen Famke werd elk nieuw potentieel gezinslid dus afgezet.
Het was geen wet van Meden en Perzen hoor, maar we keken de voorbije maanden vooral uit naar een stabij. Dat maakte de spoeling al weer een stuk dunner natuurlijk. Daarbij waren onze criteria ook niet mals.
Zo waren we wat huiverig voor pups. We weten namelijk héél goed wat er komt kijken bij het opvoeden van een hond. We zijn heus op het nodige voorbereid, maar een stabij-pup vanaf de basis opbouwen? Zo piep en kwiek zijn wij ook niet meer.
Hetzelfde geldt voor een hond met een rugzak(je). Famke was namelijk óók een herplaatser en zeker in het begin niet altijd even makkelijk. Er mag dan ook best het één en ander aan mankeren. Maar een hond die niet alleen kan zijn, of die bij het minste of geringste dat buiten gebeurt in de stress schiet, nee, toch maar liever niet. Ook zijn we beducht voor coronahondjes - in een opwelling gekocht tijdens de pandemie, maar die nu zonder opvoeding bij het grof vuil zijn gezet.
Gaandeweg onze zoektocht legden we de lat trouwens steeds een beetje lager. Verschillende criteria schaalden we, zij het af en toe knarsetandend, een tikje af. Oók retrievers, patrijzen, border collies, kooikers en kruisingen tussen bovenstaande rassen waren we intussen reuze schattig gaan vinden.
En met succes, want onze gezinsuitbreiding is aanstaande. Volgende week halen we haar op.
Het is natuurlijk nog even afwachten, maar het lijkt een hond uit duizenden. Het is een kruising tussen een stabij en een labrador, en ruim een jaar oud. Gitzwart en bloedmooi, met de kop van een stabij en het lijf van een labrador. Zo kritisch als wij op zoek waren naar een nieuw maatje, zo kritisch waren de huidige eigenaren in hun zoektocht naar een nieuw mandje voor hun oogappeltje. Dat klikte dus helemaal en voelde meteen hartstikke goed.
Pak van m'n hart: ik hoef me dus niet langer louter te vergapen aan de talloze honden die hier in Bennewolle rondlopen. Al blijf ik de ontelbare koddige hondenfilmpjes op het onvolprezen internet gewoon bekijken (en delen). Wellicht straks ook die van eigen makelij.
Geert Jan Darwinkel