NAM wilde na ‘Huizinge’ vooral draagvlak behouden en doorwinnen

Na de aardbeving bij Huizinge in 2012 deed de NAM er alles aan om het draagvlak voor de gaswinning te behouden. Dat zei oud-directeur Bart van de Leemput woensdag tijdens zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie.
Zijn medewerkers staken na de beving ‘de handen uit de mouwen’, vindt Van de Leemput. Er kwamen meer mensen voor de schadeafhandeling, er werden huizen opgekocht of versterkt en er werden schoorstenen van huizen gehaald.
Daarmee hoopte Van de Leemput het draagvlak te behouden en door te kunnen gaan met de gaswinning zoals dat was afgesproken. De NAM dacht, ook na Huizinge, dat de problemen onder controle waren. ‘We zagen het als maakbaar, een schadeprobleem dat opgelost moest worden, maar dat Groningen (het gasveld, red.) geproduceerd kon worden.’
We hadden wakkerder moeten zijn
Ook als het Staatstoezicht op de Mijnen aan de noodrem probeert te trekken en de gaswinning wil verminderen, ziet Van de Leemput de ernst niet in. ‘We hebben te laat de urgentie gevoeld’, zegt hij daarover. ‘Alle credits hiervoor gaan naar Staatstoezicht op de Mijnen. U zegt terecht dat we daar nieuwsgieriger naar moesten zijn. We hadden wakkerder moeten zijn, dat staat als een paal boven water.’
Er werd kritisch naar elkaar gekeken, maar je moet samen door
Die reflectie geeft hij niet zonder erbij te vermelden dat ‘iedereen, ook de provincie en andere instanties’ dachten dat de aardbevingen maar beperkte problemen zouden opleveren. Pas toen in de jaren erop schoorvoetend werd erkend dat de toezichthouder gelijk kon hebben, werd de veiligheid van Groningers een serieus aandachtspunt.
Het verminderen of stoppen van de gaswinning was niet de oplossing van het probleem, vond de NAM toentertijd. Het zou bevingen slechts vertragen, maar niet verminderen of stoppen.
Geld voorop
De NAM luisterde dus niet naar het Staatstoezicht, maar de overheid ook niet, bleek uit het verhoor van Stan Dessens. De voormalig topambtenaar zat jarenlang op cruciale posities in het gasgebouw, waar de overheid en betrokken bedrijven besluiten nemen over de gaswinning. Die publiek-private samenwerking was ‘spannend en pittig’, zei Dessens. ‘Een verstandshuwelijk, je moet er met elkaar uitkomen. (...) Er werd kritisch naar elkaar gekeken, maar je moet samen door.’

Voor Dessens ging de aandacht vooral uit naar de financiële belangen van de Staat en de leveringszekerheid. Met veiligheid hield hij zich niet bezig, dat was aan de toezichthouder. Maar toen die vond dat de gaswinning drastisch naar beneden moest kon Dessens dat niet geloven.
‘Het ging mij te snel’, zegt hij daarover. ‘Het advies komt met nogal wat buskruit, dat was niet mis natuurlijk. Het ging om substantieel zo snel en zo veel als realistisch mogelijk naar beneden brengen van de winning.’
Dessens had zijn oordeel snel klaar: ‘Jemig nog aan toe, dat kan helemaal niet! Wie heeft dan naar de effecten van exportcontracten en leveringszekerheid gekeken? Ik stond aan de kant van de bedachtzamen die zeiden: daar zou je wat grondiger op moeten studeren.’
In het slot van zijn verhoor wordt Dessens gevraagd om reflectie. Hij heeft niet goed doorgehad wat het ‘subjectieve veiligheidsgevoel’ van Groningers is, zei Dessens. ‘Misschien omdat je er niet tussen zit, maar dat gevoel is bij mij onvoldoende ingedaald en dat vind ik buitengewoon betreurenswaardig.’
Enquêtecommissie kan geen grip krijgen op voormalig NAM-directeur