Deze dag: Pijnlijke afloop van ‘Schouwburgaffaire’ voor gemeente Groningen

De plafondschildering
De plafondschildering © RTV Noord
De blauwe wanden van de entree van de Stadsschouwburg moesten weer hagelwit worden geschilderd. Het pas gelegde, blauwe tapijt diende terstond verwijderd te worden en vervangen door een theaterrood exemplaar. Aldus besloot de rechter op deze dag, 10 september 2004. Het ongedaan maken van de verbouwing kostte meer dan 160.000 euro.
Het was kunstenares Irene Verbeek, die aan de bel trok over alle veranderingen aan de Stadschouwburg, die ook nog illegaal waren aangebracht. Begin jaren tachtig was haar gevraagd de grote rozet in het plafond van de foyer te beschilderen. En ook het plafond van de grote zaal. Ze hield daarbij rekening met de kleuren van de omgeving: witte muren, rode vloerbedekking. Zo geschiedde.
Tot directeur Tom van der Goot, in samenspraak met interieurarchitect Vos, in 2004 vond dat het allemaal anders moest. Ze kozen blauw als dominante kleur. En die vide, die doorkijk naar het plafond van de foyer, moest dichtgemaakt. Een vergunning voor de verbouwing werd niet aangevraagd.
Verbeek hoorde ervan, wilde tekst en uitleg, maar een reactie bleef uit. Vervolgens vroeg ze de kortgedingrechter, of dit allemaal zomaar mocht. Nee, oordeelde die, dat mocht niet zomaar. Sterker nog: alle veranderingen moesten ongedaan gemaakt worden.
Het ging een hoop geld kosten. De verslaggeefster van de krant confronteerde Verbeek bijna verwijtend met de ontstane situatie: ‘Wat een toestand! Moet het hele tapijt eruit!’ De kunstenares antwoordde meteen: ‘Ja. Je moet ook eerst nadenken voordat je iets doet.’
Knarsetandend voldeed de gemeente aan het oordeel. En ging niet in hoger beroep. Jan Seton, destijds CDA-raadslid en in de oppositie, legde de vinger op de zere plek: ‘Dit krijg je er dus van als je niet de juiste procedures volgt. Het is wel gemeenschapsgeld, uiteindelijk zijn de bewoners van de stad de dupe.’ Interieurarchitect Vos, verantwoordelijk voor de afgewezen blauwe inrichting van de Stadsschouwburg, reageerde boos. Volgens hem had ‘Verbeek de gemeente en de schouwburg in een houdgreep.’
Als ik op bezoek ga bij Irene Verbeek voor een reactie op dit stukje verzucht ze: ‘Weer die schouwburgaffaire!’ Ze heeft wel andere zaken om trots op te zijn, zo bewijzen ook de monumentale schilderijen in haar atelier.
Kunstkenner Henk van Os onderstreepte eens hoe goed ze ook met een drukpers overweg kan: ‘Haar verwantschap met die andere noordelijke kunstenaar, de grootste, Hendrik Nicolaas Werkman, overstijgt de grenzen van het ambacht: hun zielen raken elkaar.’
Over het plafondschilderwerk dat ze maakte voor de Stadsschouwburg, is ze tevreden. Met de filmopnames die ze destijds bij het schilderen maakte, heeft ze een overzicht samengesteld. Van speelfilmlengte bijna. De beelden zullen over niet al te lange tijd te zien zijn.
Op deze dag, 10 september 2004, reageerde de Groninger PvdA-voorman Frank de Vries vol ongeloof op de gebeurtenissen. Niet alleen omdat er geen vergunningen waren aangevraagd, maar ‘dat er ook over het hoofd gezien is dat je rekening moet houden met kunstwerken'. Uitgerekend een schouwburgdirecteur deed dat.