GasTerra: minister wilde na 'Huizinge' maximale winning uit Groningen

Lankhorst verklaarde vrijdag voor de parlementaire enquêtecommissie dat hij de beving niet op zijn netvlies had. ‘Ik wil er niets aan afdoen, het was ongelofelijk impactvol, maar het was geen groot nieuws.’

GasTerra bekijkt elk jaar hoeveel gas er nodig is en koopt dat vervolgens in bij de NAM. In de jaren rondom en na Huizinge (2012) was het bedrijf vooral bezig met het maximaliseren van de gaswinning. Het bedrijf wilde al het gas uit de Groningse bodem halen wat was afgesproken. Als ze die doelen haalden kregen betrokken medewerkers een bonus. Voor topman Lankhorst was dat 30 procent van zijn bruto jaarsalaris.

Het Staatstoezicht op de Mijnen gaf na de beving het dringende advies om de gaswinning zo snel en veel mogelijk te beperken. Het ministerie van Economische Zaken informeerde daarop bij GasTerra hoeveel gas er minimaal nodig was om niet in de kou te raken. In het recordjaar waar bijna 54 miljard kuub gas uit de bodem werd gehaald, had dat beperkt kunnen blijven tot 27 miljard kuub.

Hoewel een topambtenaar die vraag donderdag nog af deed als een ‘vingeroefening’, verklaarde strateeg en operationeel directeur Anton Broenink vrijdag dat het ging om serieuze berekeningen. ‘Die kwalificatie doet het werk te kort. Het is serieus werk geweest.’

Hoewel het ministerie van Economische Zaken zélf vroeg om die berekeningen werd er niets mee gedaan. Daarmee blijven ook de plannen van GasTerra staan: maximaal winnen. ‘Is dit echt de bedoeling?’, vraagt Broenink meerdere keren aan zijn Raad van Commissarissen en het ministerie. ‘Ja’, was het antwoord. ‘De minister wilde geen reductie van Groningen.’

Volgende week vrijdag 9 september wordt toenmalig minister Henk Kamp (VVD) van Economische Zaken verhoord. Dan mag hij zich verantwoorden en uitleg geven over waarom de gaswinning na Huizinge, ondanks waarschuwingen, toch zo hoog werd.