Bauke Mollema: 'WK is vooral speciaal vanwege de tijdrit'

Onverwacht? Nou, ook dat niet helemaal. Mollema werkt met zijn ploeg Trek Segafredo al langere tijd aan de optimale afstelling van de tijdritfiets. Bovendien zijn de pakken van tegenwoordig supersnel. Maar het is nog altijd aan de renner zelf om vermogen te leveren. In de herfst van z'n loopbaan mag de 35-jarige Groninger mede door zijn opvallende progressie in de ritten tegen de klok meedoen aan het wereldkampioenschap in Australië.

'Dat ik geselecteerd ben, is geen verrassing voor me. In de Tour de France voelde ik het al aankomen. Toen Tom Dumoulin aankondigde te stoppen, wist ik het zeker. Ik heb ook een aantal keren met bondscoach Koos Moerenhout besproken dat ik het graag wil en gemotiveerd ben.'

Mollema is ook ambitieus. Zijn top-tienklasseringen in de lange tijdritten van de Ronde van Frankrijk en Ronde van Italië geven hem vertrouwen dat er iets mogelijk is. Bovendien geniet hij van elke kans die hij krijgt: 'Het wordt m'n eerste tijdrit op een wereldkampioenschap en misschien ook wel m'n laatste', lacht hij ontspannen.

Zijn toch al uitgebreide palmares zou nog mooier worden als hij in de buurt zou kunnen komen van de echte specialisten. Mollema is in staat om zo'n prestatie te leveren.

'Ik rijd op dezelfde fiets en heb me net als anders voorbereid. Het parcours is best wel bochtig en het tijdritpak van de bond is wel wat anders dan van mijn eigen ploeg. Maar normaal gesproken is het pak dat ik in de tijdrit draag ook snel. Ik heb deze ook nog niet aangehad, want je komt er bijna niet in', licht hij toe.

Nog nooit was hij Down Under om te koersen. De Tour Down Under in februari slaat hij in al die jaren als profwielrenner altijd over. Mollema stapt pas later in het seizoen voor het eerst op voor een wedstrijd. Vooral ook dichter bij huis, in Frankrijk of Italië.

Sinds afgelopen zondag is hij terechtgekomen in een voor hem totaal nieuwe omgeving, waar het acht uur later is dan in Europa. 'Ik heb weinig last gehad van een jetlag. Toen ik hier aankwam heb ik de dag doorgetrokken door wakker te blijven. Inmiddels ben ik goed geacclimatiseerd', vertelt hij kort voordat hij gaat slapen.

Mollema weet hoe is het om op het podium te staan bij het WK. In 2019 was er goud op het onderdeel mixed relay, de ploegenaflossing met een gecombineerd mannen- en vrouwenteam. Vorig jaar kreeg hij op dezelfde discipline het zilver omgehangen. Op voorhand ligt daar nu ook weer de grootste kans op eremetaal. Met Mathieu van der Poel en Daan Hoole, ploeggenoot bij Trek Segafredo, en Ellen van Dijk, Annemiek van Vleuten en Riejanne Markus gaat Mollema op jacht naar een topklassering.

'Het zal niet makkelijk worden om een medaille te pakken. Er zijn ook andere sterke landen, zoals Italië. Gelukkig kennen Daan en ik het parcours al van de individuele tijdrit. Van der Poel komt hier maandag. We hebben sowieso nog twee keer een verkenning met z'n drieën. Als wij klaar zijn, is het zaak dat de vrouwen het afmaken. Op papier zijn het alle drie goede tijdrijdsters, maar daar loert ook een gevaar. Ze moeten wel zorgen dat ze bij elkaar blijven.'

De wegwedstrijd is het sluitstuk van de wereldkampioenschappen. Een koers over bijna 270 kilometer. Van der Poel is de absolute kopman voor Nederland. Daarna komen Dylan van Baarle en Mollema in beeld.

'Het wordt een slopende koers en klimmetje is lastiger dan ik dacht. Er zitten twee heel steile stukken in. Ik verwacht dat er een groepje van hooguit tien bij elkaar zit na de laatste beklimming. Ik wil erbij zitten en een rol van betekenis spelen, maar ik kan niet precies inschatten hoe goed ik ben, maar wie weet. De laatste tijd heb ik natuurlijk niet veel wedstrijden gereden.'

Stilstaan bij zijn tiende deelname aan de strijd om de regenboogtrui doet hij niet. 'Ik ben vooral blij dat ik alle drie de onderdelen mag rijden. En het WK is voor mij vooral speciaal vanwege de tijdrit. Dat wilde ik in eerste instantie. Voor alleen de wegwedstrijd was het misschien wel een te lange trip naar Australië geweest.'